> nieuwsbrief > 2011 - nr 2
Inhoud
Hernieuwen
ledenbijdrage 2011
In ruil voor een ongewijzigde basisbijdrage
van 25 € kunt u zich nog steeds verzekeren van een abonnement op
onze Nieuwsbrief Joris
van Severen en van
het – reeds 15e – Jaarboek Joris van
Severen – zijn persoon, zijn
gedachten, zijn invloed, zijn werk. Verderop
in dit nummer leest u alvast méér over de rijke inhoud van het
nieuwe
jaarboek dat omstreeks midden mei verschijnt. Als steeds hopen we
er ook nu
weer op dat eenzelfde aantal leden spontaan deze basisbijdrage afronden
tot
het ronde bedrag van 30 €.
Teksten
van
Joris van Severen en Louis Gueuning
Door onze vriend Thomas Wentzel uit het
verre Emmeloord
werden totnogtoe een aantal stilaan onvindbaar geworden historische
bronnen van
en over Joris van Severen en het Verdinaso ingescand als PDF-document.
Volgende
titels werden aldus weer toegankelijk gemaakt voor belangstellenden:
·
Joris
van Severen, Van de
demoliberale Volksverscheurdheid naar
Dietschland en Orde door het Verdinaso, 39 pp.
·
André
Belmans, Joris van Severen,
72 pp.
·
Louis
Gueuning, Joris
van Severen, Vader des Vaderlands, 74
pp.
·
Louis
Gueuning, Boodschap
over de Dinasozending, 20 pp.
·
Louis
Gueuning, Zending
van het volk der Nederlanden, 23
pp.
·
Ernst
Voorhoeve, Wat is en wat wil
het Verdinaso Nederland,
36 pp.
Rodolf
Siks
In het Jaarboek
Joris van
Severen 14 komt de
naam van deze frontarts voor onder
voetnoot
125 (op p. 125). Siks is de schrijfwijze als genoteerd door Joris van
Severen
in zijn dagboek van het jaar 1919.
Ons medelid de heer R. Versteele uit
Kraainem wist
evenwel te achterhalen dat de juiste schrijfwijze niet Siks, doch wel Six luidt. Rodolphe Gustave Six werd
geboren te Brugge op 2 november 1880 en sneuvelde te Langemark op 28
september
1918. Hij kreeg uiteindelijk zijn laatste rustplaats op de Militaire
Begraafplaats van Houthulst, graf V-867-1923-9/25.
Vroege
vogels
Omdat de periode rond 20 mei – waarop sinds
jaar en
dag het ‘Bloedbad van Abbeville’ ter plaatse herdacht wordt – heden ten
dage
reeds in de ”blokperiode” valt, verkozen de studenten van ‘Kasper’ al
in maart
een bezoek te brengen het dubbelgraf van Joris van Severen en Jan
Rijckoort te
Abbeville. Ze kaderden dit bezoek binnen een Picardië-weekeinde,
waarbij ook
Amiens en zijn monumentale kathedraal bezocht werden. Aan het graf te
Abbeville
hield een van hen een korte toespraak die u in het volgende nummer van
de Nieuwsbrief Joris van Severen te lezen
krijgt.
Rond de datum van het overlijden van Louis
Gueuning –
11 november – bracht een afvaardiging van ‘Kasper’ in het najaar van
2010 ook
een bezoek aan het graf van Louis Gueuning te Mainvault in Henegouwen.
De daar
uitgesproken rede brengen we verderop in dit nummer.
Zaterdag
21 mei 2011: jaarmis
te Brugge &
Zondag 22 mei 2011: groet aan het graf te Abbeville
Herdenking aan
het Bourgoensche
Cruyce
Zaterdag
21
mei: 11.00 uur: aan de
toegangspoort tot het Bourgoensche Cruyce, het voormalige woonhuis
van Joris van Severen in de Wollestraat te Brugge memoreert een
gedenkplaat de
namen van de vier Brugse slachtoffers van het Bloedbad van
Abbeville. Sinds enkele jaren wordt daar door het
Brugse Abbeville Comité jaarlijks een
korte herdenkingsplechtigheid gehouden rond de datum van 20 mei. Dit
jaar valt
die plechtigheid op dezelfde datum als deze van het herdenkingsmis te
Male, en
wel op zaterdag 21 mei. Na enkele
korte toespraken – door o.m. een afgevaardigde van het Brugse
Stadsbestuur en
van de Provincie West-Vlaanderen wordt de plechtigheid besloten met een
bloemenhulde aan de gedenkplaat.
Jaarmis in de
kapel van het
Slot van Male
Zaterdag
21 mei: 16.00 uur:
Plechtige Gregoriaans gezongen H. Mis met homilie, opgedragen
door de
E.H.
Roeland van Steenkiste, in de Abdijkapel van het Grafelijk Slot van
Male,
Pelderijnstraat 14, 8310 Sint-Kruis Brugge, ter nagedachtenis van Joris
van
Severen, zijn lotgenoten en al onze overledenen.17.30 uur: Receptie, aangeboden door de Stichting
Joris van
Severen vzw, gevolgd door
de overhandiging van het 15e Jaarboek Joris van Severen aan de
aanwezige
leden van het Studiecentrum Joris van Severen.
Groet aan het
graf te
Abbeville
Zondag
22 mei: afspraak om 11.30
uur aan de toegang tot het kerkhof te Abbeville. Aansluitend
gezamenlijk
bezoek aan het graf van Joris van Severen en Jan Rijckoort, alwaar
korte
plechtigheid, met neerlegging van een bloemstuk vanwege de Stichting
Joris van Severen. 1940-2011:
tussen beide jaartallen liggen reeds 71 jaren. En evenzoveel jaren al
waarop
elk jaar nu eens meer, dan weer minder mensen zich omstreeks de datum
van 20
mei rondom het dubbelgraf van Joris van Severen en Jan Rijckoort
schaarden in
het teken van gedenken en herdenken Decennialang waren dat allereerst
de
getrouwen van het Verdinaso, maar hun generatie is dusdanig uitgedund
dat
jongere generaties stilaan die piëteitsvolle taak op zich dienen te
nemen. We
hopen er in 2011 – 71 jaar later – nog eens met velen te zijn om die
zinvolle
traditie te bestendigen.
Steun en info
Wenst u op de hoogte gehouden te worden van
de
activiteiten van de Stichting Joris van Severen vzw,
dan kunt u
zich wenden tot de voorzitter
Voor het bezoek aan het graf te Abbeville
op zondag 22
mei maken we gebruik van de ‘samenrijden’-formule op kostendelende
basis. Dit
initiatief wordt gecoördineerd door
Piet
Tommissen
De eerste aflevering 2010
van de 8ste jaargang van het Duitse trimestriëel tijdschrift
“Sezession”
(D-6468 Albersroda) is een themanummer gewijd aan het fascisme. Als
geheel
gelukkig noch een lof- noch een haattirade, wèl een poging om pro- en
anti-fascisme door een a-fascistische kijk te vervangen. Vandaar b. v.
dat pp.
26-
[p. 42] VAN SEVEREN, Joris
(1894-1940),
eigenlijk
Georges Van Severen, Belgische politicus. S. is ontsproten aan een
bekende Vlaamse
familie, die zich de toonaangevende Waalse burgerij aangepast had.
Zelf
laat hij alleszins reeds in zijn jonge jaren sympathie voor de Vlaamse
Beweging
blijken. In januari 1915 gemobiliseerd, weigert S. geruime tijd de
bevordering
tot officier, om zijn oppositie tegen de Belgische legerleiding,
[p. 43] die de Vlaamse rekruten als
kanonnenvlees
beschouwt, te laten blijken. Pas op wens van zijn kameraden verzaakt
hij aan
zijn weerstand, komt evenwel herhaaldelijk in conflict met zijn
oversten wegens
zijn openlijke inzet voor zijn landgenoten; hij wordt twee keer
aangehouden en
gedegradeerd. Vermits de regering na het einde van de oorlog geen
enkele belofte
inzake verbetering van Vlaanderen respecteert, sluit S. zich bij de Frontpartij aan. Ontgoocheld over het
parlementarisme radicaliseert hij zijn houding echter snel en in 1931
sticht
hij een eigen partij, het Verbond der
Dietse Nationaalsolidaristen (Verdinaso), dat later sterk
fascistische
trekken vertoont. Met andere Vlaamse groeperingen deelt het Verdinaso
de afwijzing van de Belgische
staat en de afstemming op katholicisme en zelfbestuur; maar
onderscheidt zich
van hen door het separatisme en de idee van een nieuw - “Diets”, d.i.
Groot-Nederlands – rijk. Deze veeleer volkse oriëntering geeft S
evenwel enkele
jaren later op ten gunste van de “Bourgondische” idee van een federatie
van
België, Nederland, Luxemburg en Frans-Vlaanderen. Daarmee gaat een
toenemende
distantie van het fascisme gepaard, wiens centralistische en
totalitaire ideeën
S. alsmaar sceptischer tegenoverstaat. Bij het uitbreken van
Wereldoorlog II
keert hij zich bijzonder scherp tegen Hitlers agressiepolitiek, wordt
desondanks als potentiële verrader aangehouden, over de Franse grens
gebracht
en zonder proces noch vonnis geliquideerd. Enkele functionarissen van
het Verdinaso besluiten tijdens de bezetting
van België te collaboreren, andere vormen één der eerste partizanen
groepen – Dietse Eenheid – die de strijd tegen de
Duitsers voortzet.
Een stalen
gezicht, onbewogen en vooruitstarend
Duizend
gedachten door elkaar, weinigen verklarend
De nieuwe
richting, een groter denkbeeld
Het zoeken
naar een houvast
Ontelbare gedachten,
het dragen van een zware last
Een nieuwe
orde, recht en trouw
Samen met
kameraden tot de avondstond
De duidelijk
boodschap die Hij zond
Geen twijfels
meer, rechtdoor
Strijdend met
het zwaard, voor glorie en eer
Gevende aan
het volk hoop en veel meer
De Dietse
hamer, geroepen en uitverkozen
Karel
van Caneghem
Weten wij niet alles over de moord op Joris van Severen?
“Toen de vrijgelaten
flaminganten Robert de Foy, de verantwoordelijke voor de interneringen,
wilden
laten arresteren, kreeg Wehrmacht-generaal Eggert Reeder een
persoonlijke
telefoon van Reinhard Heydrich, de chef van de Nazi-staatsveiligheid
(RSHA),
een onderafdeling van de SS. Heydrich beval Reeder om De Foy met rust
te laten.
Immers, aldus Heydrich, ‘De Foy had in de maanden voorafgaand aan de
Duitse
invasie nauw met het RSHA en met Heydrich zelf samengewerkt en had hem
belangrijk materiaal geleverd.’”1
Met “vrijgelaten flaminganten” worden
uiteraard de
Vlaams-nationalisten bedoeld, die bij het uitbreken van de
oorlogsverrichtingen
op 10 mei 1940, samen met andere slachtoffers, waar onder Joris van
Severen,
werden aangehouden en uitgeleverd aan een, vreemde Staat, Frankrijk.
Handelde De Foy, destijds hoofd van de
Belgische
staatsveiligheid, voor wat de aanhouding van Van Severen aangaat, soms
in
afspraak met, en zelfs in opdracht van de Duitsers? Een pregnante, maar
in het
licht van bovenstaande tekst, gerechtvaardigde vraag! Welke historicus
pluist
dit eens uit?
Zou het soms nuttig zijn de archieven van
het proces
dat destijds voor de Duitse Krijgsraad tegen de moordenaars van
Abbeville
gevoerd werd, eens opnieuw aandachtig te bekijken?
Welke jonge historicus bijt zich daar eens
in vast?
Een boeiend onderwerp alleszins voor een proefschrift!
Want het is waar dat een Frans officier
daar destijds
verklaard heeft dat hij “weigerde de bevelen
te gehoorzamen omdat hij geen moordenaar was”. Dit zou het verhaal
van “dronken” soldaten “die in paniek
handelden” in een ander daglicht stellen.
Bovendien stellen wij ons de vraag of de
rol van De
Foy in deze zaak eens niet nader moet onderzocht worden. Het hoofd van
de
Belgische staatsveiligheid die contacten had met de Duitse geheime
dienst RSHA
en er op een goed blaadje stond, wel, wel, het is weinig fraai en zeker
geen
lichte beschuldiging! Of worden we wellicht wijzer uit de geheime
documenten
die onlangs uit Rusland terugkeerden?2
______________
1 Reeder aan Himmler, 20 december
1943. US National Archives, GRA 175/120,
in: J. Gérard-Libois & J. Gotovitch, L’An
40 –
2 Dit bleek totnogtoe niet. Wel geraakte een
borderel bekend
waaruit blijkt dat Joris van Severen en zijn medegevangenen (te
Bethune?)
ondervraagd werden; niet echter de schriftelijke verslagen van die
ondervragingen.
Rede aan het graf van Louis Gueuning
Thomas
B.
Vandaag zijn we hier in
Henegouwen
samen gekomen om Louis Gueuning te herdenken. Louis Gueuning, hij die
de leer
van het Verdinaso trouw bleef tot aan zijn dood. Hij die tijdens de
Tweede
Wereldoorlog trouw bleef aan zijn eigen volk. Hij die blijvend
gestreden heeft
voor een hereniging van alle Nederlanden.
Vandaag beste vrienden,
herdenken wij
Louis Gueuning. En misschien vind u het wel raar dat deze toespraak
gehouden
wordt namens KASPER, een recent gestichte studentenvereniging waarvan
de leden
zelfs nog niet geboren waren toen Louis Gueuning zijn ziel gescheiden
werd van
zijn lichaam.
Wel beste vrienden, dit is
inderdaad
niet de normale gang van zaken. Wij stellen vandaag vast dat twee tot
drie
generaties verloren zijn gegaan in een seculariserende, liberale,
materialistische en democratische tijdsgeest. In de voorbije decennia
hebben
deze volksverscheurende krachten ons aloude Nederlandse volk door
elkaar geschud,
in de hoop een nieuwe orde te kunnen stichten waar alles beter zou
worden.
Helaas was dit een fabeltje. Mede onder druk van de Koude Oorlog werden
de
Nederlanden in een demoliberale chaos gedrukt die vandaag de dag
resulteert in
complete wanorde.
Het is in deze wanorde dat de
jeugd
van vandaag haar tradities, haar volk, haar Nederlandse en Europese
eigenheid
terug tracht te vinden. Een nieuwe generatie, geboren na het einde van
de Koude
Oorlog en bijhorende demoliberaal keurslijf, staat op. Wij stellen vast
dat
vele sociale proefprojecten uit de naoorlogse periode gefaald hebben.
Democratisering van het onderwijs, multiculturaliteit, Vaticanum II,
privatisering, globalisering, … en ga zo maar door. Ons volk gelooft
niet meer
en kent zijn geloof niet meer. Ons volk kreunt onder volksvreemde
multiculturaliteit. Ons volk leest niet meer. Onze scholen leren niets
meer.
Onze Leiders zijn volksvreemd geworden. Onze Leiders leiden ons niet
meer. Onze
Koningshuizen zijn marionetten geworden van de partijpolitieke elite.
Ons volk
zingt niet meer. Ons volk is doofstom geworden voor hun eigen cultuur
en
tradities.
In deze toestand van wanorde
stellen
wij als jeugd vast dat onze generatie smacht naar een nieuwe tijd, en
nieuwe
orde. Onze jeugd denkt graag nostalgisch terug aan een tijd waar volk
en orde
nog samen gingen, een tijd die wij helaas nooit gekend hebben. Het is
in deze
geest dat de ideeën van grote personen zoals Louis Gueuning ons een
frisse, en
vaak zelfs actuele, invalshoek bieden. Een invalshoek die wij dienen te
gebruiken om vertrekkende vanuit de bestaande wanorde een nieuwe orde
op te
bouwen, een nieuwe orde die de toekomst van ons Dietse volk kan
verzekeren.
Zo stichtte Louis Gueuning het
Albrecht- en Isabella-college, een eliteschool waarvan hij directeur
werd.
Vandaag zien we eens te meer waarom elitescholen nodig zijn. Er zijn
allesvernietigende krachten aan het werk, waarbij zogenaamde
vaardigheden boven
kennis worden geplaatst. Waarbij de jeugd haar catechismus niet meer
kent.
Waarbij de jeugd zijn volkslied niet meer kent. Waarbij de jeugd de
hiërarchische verhouding met zijn leerkracht niet langer aanvaardt.
Waarbij de
jeugd zijn klassieke filosofie niet meer kent. Waarbij tucht, orde en
discipline vervangen worden door anarchie en wanorde. Het idee van een
eliteschool vormt een noodzakelijke uitweg willen wij de toekomstige
generaties
een schoolse opvoeding geven die hen toestaat een groot en groots
Nederlands
volk te vormen.
Ook plaatste Louis Gueuning
het
begrip personalisme sterk naar voor. In deze visie zijn individu en
gemeenschap
niet tegengesteld aan elkaar, maar wederzijds versterkend. Ze werken
samen ter
verwezenlijking van hogere waarden, zoals waarheid, goedheid,
schoonheid, het
absolute. Waarden die de liberale maatschappij als ouderwets
omschrijft, maar
die meer dan noodzakelijk zijn om ons volk te verheffen.
Het personalisme vormt de
gulden
middenweg tussen individualisme en collectivisme, twee methodes die de
laatste
decennia veelvuldig beproefd zijn en die hun ondeugd langzamerhand
bewezen
hebben. Hier, in onze Nederlanden, groeit onze jeugd vandaag op in een
alsmaar
meer individualistisch wordende maatschappij. De personalistische
ideeën van
Louis Gueuning vormen een wondermooie uitweg uit deze crisis.
Ook het begrip roeping stond
centraal
in het denken van Louis Gueuning. Iedere mens heeft een unieke roeping
in zijn
leven en in de maatschappij, die hij zo goed mogelijk moet invullen. Op
deze
manier is de maatschappij voedingsbodem voor én resultante van zichzelf
ontplooiende individuen. Een waarlijk vrij mens dient zich namelijk te
ontdoen
van alle individualisme en liberalisme, een waarlijk vrij mens stelt
zijn eigen
ontplooiing ten dienst van het volk. De wanorde van vandaag tracht de
volkse
ontplooiing te vernietigen en stelt op een individualistische wijze
enkel de
eigen ontplooiing voorop, vaak enkel en alleen ten dienst van materiële
waarden. Ook hier moeten wij als jeugd tegen strijden. Ook hier biedt
het
denken van Louis Gueuning een zeer waardevol aanknopingspunt.
Verder is er ook nog de
staatsvisie.
Ons Dietse volk wordt verscheurd door broedertwist en schande,
aangedreven door
partijpolitieke idiotismen en foutieve volksbegrippen. Hiertegenover
staat de
Heel-Nederlandse gedachte, een gedachte die ook centraal stond in het
denken
van Louis Gueuning. Alle historische Nederlanden verenigen, een
machtige en
stromende gouden delta te midden van Europa vormen, ook dit is een
uitdaging
waar de generaties van morgen voor staan.
Onze generatie staat klaar om
de
erfenis van Louis Gueuning op te nemen. Onze jeugd dient op te staan en
in
staat te zijn om op de wanordelijke demoliberale puinhoop van vandaag
de nieuwe
Nederlanden van morgen te stichten. Wij dienen niet te wanhopen beste
vrienden,
maar hoopvol naar de toekomst te kijken. Zo zien wij dat onze jeugd zijn traditionele Rooms-katholieke
geloof weer aan het terugvinden is. Zo zien wij dat onze jeugd weer
grootse
staatkundige gedachten durft te verkondigen. Zo zien wij dat onze jeugd
het
materialisme van zich tracht af te werpen. Wij zien dat onze jeugd
terug durft
op te komen voor het solidarisme en personalisme als alternatief voor
het
kapitalisme en het individualisme. Wij zien dat onze jeugd de
destructieve
partijpolitieke geest van zich af wil werpen en waarlijk vrij wil
worden. De
weg is nog lang, maar moge de geest van Louis Gueuning leven, groeien
en
bloeien!
_____________
Bron: Rede
uitgesproken door Thomas B., Vice-Praeses KASPER 2009-2011, aan het
graf van
Louis Gueuning te Mainvault op 6 november 2010.
Grundsätze:
1.
Der
Solidarismus ist die
weltanschauliche Synthese der nationalen und sozialen
Triebkräfte
im Menschen.
2.
Er
entspricht den wissenschaftlichen
Erkenntnissen über die angeborenen Verhaltensweisen des Menschen, ihre
stammesgeschichtlichen Ursachen und die Bedeutung der lebensgerechten,
kulturellen und gesellschaftlichen Auslösemechanismen für die Lebens-
und
Friedenssicherung.
3.
Hieraus
folgt die Tatsache, daß soziale
und humane Verhaltensweisen nur dann möglich sind, wenn der Mensch
durch
eine lebensgerechte Gesellschaftsordnung seine nationale
Identität
im eigenen Volk und in der angestimmten Umwelt finden kann.
4.
Dieser
Tatsache widerspricht das naturabgewandte,
spekulative Denken des Liberalismus und des Marxismus.
5.
Ihre
ideologischen und
gesellschaftlichen Systeme werden aufgrund dieser reaktionären
Denkhaltung von lebensfeindlichen
Materialismus bewegt.
6.
In
seinem Namen beutet der liberalistische
Privatkapitalismus und der marxistische Staatskapitalismus
Mensch
und Natur bis zur Vernichtung des Lebens aus.
7.
Der materialistische
Ungeist
entfremdet den Menschen, zerstört sein Sozialverhalten und ist zugleich
der
Boden für die privatkapitalistische Manipulation oder den
staatskapitalistischen Terror.
8.
Der
entstandene Widerspruch zwischen den
Grundwerten der demokratischen Verfassung - besonders dem Grundrecht
auf Leben
- und der materialistischen Praxis der Gesellschaft muß durch eine Erneuerung
des demokratischen Gemeinwesens nach Maßgabe des realen Menschenbildes
und
einer lebenserhaltenden Moral aufgehoben werden.
9.
Der
Solidarismus will daher das
Grundrecht auf ein menschenwürdiges Leben sichern. Deshalb fordert er
eine
Gesellschaftsform, die dem menschlichen Sozialverhalten angemessen ist
und die
sozialen Gestalten - wie Volk und Familie - in ihrer freien
Entfaltung fördert, um die Entfremdung zu überwinden.
10.
Die
Überwindung der materialistischen
Entfremdung and Ausbeutung bedeutet Ausrichtung der technischen
Zivilisation auf eine umfassende Lebenssicherung.
11.
Der
Solidarismus als gestalterischer
Ausdruck des Jungen Europas ist der konsequente Gegner und
Überwinder
des Materialismus, der im Liberalismus und im Kommunismus als
Menschheitsbedrohung sichtbar geworden ist.
12.
Freiheit
und Selbstverwirklichung des
Menschen durch Freiheit und Selbstbestimmung der Völker in eigenen,
gesicherten Lebensräumen, das ist die Neue Menschlichkeit!
Ziele:
1.
Kampf
dem extremen Rechts-Nationalismus,
der die nationale Einheit des Volkes durch chauvinistischen Völkerhass
zu
erreichen sucht, um die hierfür notwendige soziale Einigung zu umgehen.
2.
Kampf
dem extremen Links-Sozialismus,
der umgekehrt die soziale Einheit des Volkes durch Klassenhass zu
erreichen
sucht, um die hierfür notwendige nationale Einigung zu verdrängen.
3.
Durchbruch
zu Neuer Mitte, um die
Entwicklungsbedingungen des totalitären Extremismus endgültig
abzuschaffen, durch Überwindung des entfremdeten Massenmenschen.
4.
Befreiung
des Menschen zur sozialen
Persönlichkeit durch kulturelle und gesellschaftliche Erneuerung des
sozialen
Lebens von Volk und Familie.
5.
Sicherung
des sozialen Lebens, indem
alle entfremdenden Tendenzen in Städte- und Wohnungsbau, Produktion und
Wirtschaftsorganisation, Rechtsordnung und Kultur abgebaut werden.
6.
Die staatsbürgerlichen
Rechte im
erneuerten demokratischen Gemeinwesen sind gebunden an die
Inplichtnahme des
Staatsbürgers für die Lebenssicherung der sozialen Gemeinschaften.
7.
Primat
der Politik gegenüber der
Produktion durch staatliche Wirtschaftslenkung ohne zentralistische
Totalplannung.
8.
Abschaffung
der materialistischen
Privilegienwirtschaft herrschender Klassen durch Leistungsgemeinschaft
des ganzen
Volkes.
9.
Statt
staatskapitalistischer
Verstaatlichung oder Vergesellschaftung der Unternehmen von
gemeinwirtschaftlicher
Bedeutung, genossenschaftliche Kooperation und Verschmelzung von
Kapital and
Arbeit.
10.
Drittelparitätische
Besetzung der
Aufsichtsorgane von Großunternehmen durch die Belegschaft, den Staat
und die
Eigner.
11.
Direkte
Mitbeteiligung, Mitverantwortung
und Mitbestimmung aller arbeitenden Menschen in Betrieb gemäß ihrer
Leistung.
12.
Ausrichtung
der Produktivkräfte Kapital
und Arbeit auf gemein-wirtschaftliche Zielsetzungen in Rahmen der
staatlichen
Wirtschaftslenkung durch ein neues Unternehmertum.
13.
Umstrukturierung
der Produktion, um
materielle und vitale Bedürfnisse des Menschen sicherzustellen.
14.
Marktfreiheit
nur in Rahmen der
umfassenden Lebenssicherung.
15.
Sozialgebundenes
Privateigentum an
Klein- und Mittel-betrieben.
16.
Wiederherstellung
gesunder
Umweltbedingungen durch eins neuorientierte Technik, Raumordnung und
Bevölkerungspolitik, die das notwendige Gleichgewicht zwischen
der Bio-
und Technosphäre durch Zügelung des Industrie- und Bevölkerungswachstum
wiederherstellt.
17.
Grund
und Boden ist keine Handelsware
sondern Eigentum des ganzen Volkes! Kauf und Verkauf von treuhändlerischem
Grundbesitz erfolgt nach einem Einheitswert über staatliche Organe.
18.
Kampf
den linken und rechten Rassismus,
der durch Mischung oder Diskriminierung fremder Rassen die
biologischen
Voraussetzungen nationaler Identität und sozialen Verhaltens abschaffen
wollen
um die Entfremdung auch genetisch zu verankern.
19.
Abschaffung
der internationalen
Arbeitsnomaden als materialistisches Mittel gesteigerter Ausbeutung und
Entfremdung durch Heimkehr in ihre Stammländer.
20.
Beendigung
der rein funktionalen
Ausbildung des einzelnen, die mit entfremdenden Lehrinhalten und
Methoden die
Eingliederung in den ausbeutenden Wirtschaftsapparat vorbereiten soll.
21.
Aufbau
einer eignungsgegliederten
Ausbildung, Bildung und Erziehung, die ausgerichtet auf die
pesön1ichkeitsentfaltung
in sozialen Gemeinschaften in körperlicher, fachlicher,
wissenschaftlicher und
kultureller Beziehung die Entfremdung abschafft.
22.
Überwindung
der durch den Materialismus
verursachten genetischen und körperlichen Degeneration des Menschen
durch eine
sozial-orientierte Präventiv-Medizin und Körperkultur.
23.
Befreiung
der Landwirtschaft von den
materialistischen Marktgesetzen, um gesunde Nahrungsmittelproduktion
auf
genossenschaftlicher Grundlage zu gewährleisten.
24.
Die
soziale und kulturelle Erneuerung
des demokratischen Gemeinwesens im Zeichen einer lebenserhaltenden
Moral und
Ordnung führt über die materialistischen Gesellschaftssysteme hinaus zu
einer neuen
nationalen und sozialen Einheit des deutschen Volkes.
25.
Die
nationale Einheit Deutschlands wird
in Rahmen eines zu errichtenden europäischen Bundesstaates angestrebt,
der die
biologische, soziale und Kulturel1e Integrität der europäischen Völker
und
Volksgruppen als Vorbild einer zukünftigen Weltfriedensordnung wahrt.
Arbeitsgemeinschaft
Solidaristischer Basisgruppen,
Hij
kan het alweer eens niet laten…
Bij een vorige gelegenheid
was het ondergetekende die de risee werd van de professorale aandacht
naar
aanleiding van zijn bijdrage in het Jaarboek
Joris van Severen, 13, 2009. We formuleerden onze repliek daarbij
in de Nieuwsbrief Joris
van Severen, 2/2010,
p. 16 – en vernamen verder geen wederwoord daarop.
Maar zie: ook in ons
jaarboek 2010 wist de eminente emeritus spijkers op laag water te
sprokkelen.
Dit keer naar aanleiding van de bijdragen van Ruud Bruijns. Daaromtrent
mochten
we, via Wetenschappelijke
tijdingen,
nummer 4/2010, p. 370, vernemen wat volgt:
“(…) Twee bijdragen van
Het professorale venijn zit
hem ook hier andermaal in de staart. Nochtans bracht
“Voor de oorlog was de
hereniging een dankbaar thema voor de filologen en letterkundigen op de
Groot-Nederlandse congressen. Op politiek vlak lanceerde de
Grand-Seigneur
Joris van Severen de dwanggedachte ‘Bourgondische Staat’. Hij stippelde
zelfs
de weg uit die diende te worden gevolgd en die in latere jaren
metterdaad zou
leiden tot Benelux.”
Zou Lode Wils ook Theo Lefèvre (en vele
anderen
met hem) als behorend tot het geslacht van de neerhofdieren
bestempelen,
waaronder de hanen te rekenen vallen? Over het onderscheid tussen het
kikvors-
en het vogelperspectief gesproken….!
In deze rubriek verwijzen we
zonder veel commentaar naar recente publicaties waarin Joris van
Severen en/of
het Verdinaso vermeld worden. We citeren de meest treffende passussen
woordelijk zonder daarin volledigheid na te streven. We verzoeken onze
lezers,
met ons, uit te zien naar publicaties die voor deze rubriek 'stof'
kunnen
leveren en ons kopie van de betreffende passages toe te sturen.
Amateurs
“(…) Heel Nederland kent Mussert, maar
leert de
Vlaamse jeugd nog over Staf De Clercq? De belangrijkste Vlaamse
collaborateurs
kregen tot nu toe niet eens een wetenschappelijke biografie. Als er al
over
geschreven werd, waren het 'amateurs' die de pen vasthielden.
Bruno de Wever: “Dat is het probleem van
heel Vlaanderen, en niet alleen van de N-VA. Ik krijg zo'n
wetenschappelijk
onderzoek over de Vlaamse collaboratie aan de straatstenen niet kwijt,
in deze
tijd dat alles 'internationaal' moet zijn. Van het Fonds voor
Wetenschappelijk
Onderzoek heb ik al vooraf een ‘neen’ als ik financies vraag voor een
doctoraat
over Joris van Severen of het Verdinaso (Verbond van Dietse
Nationaal-Solidaristen, WP): dat vindt 'men' niet interessant. Wij,
professionele, academische historici', mogen dat niet meer doen. Dus
gebeurt
dat door mensen die het doen in hun vrije tijd. Door ‘amateurs’.
Terwijl het
Verdinaso wel enige duiding behoeft: uit het onderzoek van
____________________
Uit: Walter Pauli, in Muurkrant: 'Ook
Vlaanderen kent zijn
geschiedenis niet' – 23
september 2010. Commentaar: klaarblijkelijk behoeven
de ‘beroepshistorici’ vandaag
de dag een extraatje onder vorm van een goed gespekte wetenschappelijke
beurs –
en een sabbatjaar allicht? – vooraleer ze nog aan historisch onderzoek
kunnen
toekomen. Lang leve de ‘amateurs’, dus!
Als
de vos de
passie preekt
Als ze in
nationalistische en
rechts-extremistische middens reclame maken voor een
fototentoonstelling, dan
is er wel een bijzondere reden voor. De voorbije dagen maakten ze daar
reclame
voor een tentoonstelling met werk van de Vlaamse fotograaf Willy
Kessels
(1896-1974) in het FotoMuseum
in Antwerpen.
Kessels begon in de jaren dertig te
fotograferen en
maakte zowel reportagefoto’s, als industriële fotografie en bekoorlijke
naaktfoto’s. In 1933 was hij setfotograaf bij de opnamen van de
ophefmakende
documentaire film Misère au
Borinage van Henri Storck en Joris Ivens. Maar hij was ook
– dixit Ludo Bekkers
– “een cameleon fotograaf die zijn huik naar de wind hing”. Hij vatte
een
eigenaardige sympathie op voor Joris van Severen en
het Verbond van
Dietsche Nationaalsolidaristen (Verdinaso), en maakte zowel
portretfoto’s van Joris Van Severen als verslagen van bijeenkomsten van
het
Verdinaso. Maar Kessels maakte evengoed foto’s ten dienste van één van
de
grootste opponenten van het fascistisch gebroed in ons land in die
tijd, de
katholieke (eerste-)minister Paul Van Zeeland. Het FotoMuseum is
verstandig
omgegaan met die foto’s. Met heeft die periode in het werk van Kessels
niet
verdonkermaand, maar met slechts vier foto’s en vier voorbeelden van
brochures
uit die tijd ook niet meer aandacht gegeven dan nodig.
_______________
http://aff.skynetblogs.be/archive/2010/11/12/als-de-vos-de-passie-predikt.html
Wikipedia
nu
“politiek correct”?!
”(…)
Het Verdinaso was fel antisemitisch. In Hier
Dinaso!, het blad van het Verdinaso, verschenen antisemitische
teksten.
Oprichter Joris van Severen beschouwde Hitler nog als te zachtzinnig
tegenover
de Joden en te traag bij het uit Duitsland jagen van de Joden, de
"Dietsers" moesten volgens hem vlugger optreden met de verdrijving
van Joden uit "Dietsland". Ook kopstukken als Paul
Persyn en Pol
le Roy spraken zich verschillende malen uit tegen de Joden. Paul
Persyn zou
later in het verzet stappen. Anderen zouden de stap naar actieve
collaboratie
tot het uiterste doorzetten als "Jodenjager", namelijk vrijwillig in
opdracht van de SIPO/SD Joodse burgers opsporen, arresteren en
uitleveren voor
deportatie naar o.a. Auschwitz. André Laureys, August Schollen, René
Bollaerts,
Gustaaf Vanniesbecq, Pol Martens, Frans Packet en Jos Remacle waren
allen
Verdinaso, later Algemene SS Vlaanderen. Luc Remacle, broer van Jos,
was Dolmetscher in dienst van de SIPO/SD.
Ook valt op dat bij het ontstaan van de Algemene SS Vlaanderen de ganse
top uit
het Verdinaso kwam.
Verdinaso-Nederland was
helder in zijn antisemitisme. In de brochure Wat is en wat wil het
Verdinaso-Nederland uit 1938 worden de Joden als volksvreemd
element
gekenschetst met een invloed in onder meer het landsbestuur en de
geneeskunde die
hen niet toekomt. De vestiging van buitenlandse Joden moest uit
alle macht
worden belemmerd. (...)”
___________________
Sinds kort is het Verdinaso-lemma op
Wikipedia
aangepast als hierboven geciteerd. Uiteraard met nogal wat
“selectieve”,
mijlenver uit hun context gerukte aanhalingen. Het valt te betreuren
dat de
plegers van dat soort “bijwerkingen “dit naamloos kunnen doen, ook al
blijft
het doorzichtig waar ze “hun mosterd haalden”.