Jaarboek Joris van Severen 15 (2011)
Het nieuwe
jaarboek opent met een opstel van Rudy
Pauwels, de in
2008 overleden medestichter
van het Studiecentrum Joris van Severen. Als geen ander heeft hij zich
– als
oomzegger van Joris van Severen – pogen in te leven in de denkwereld
die deze
van Joris van Severen geweest was. Zijn Joris
van Severen, een sfeerbeeld
getuigt daar andermaal van.
Met het tweede luik van zijn Ter
Waarheid-studie brengt Romain
Vanlandschoot ons het
lang verbeide vervolg op zijn eerste luik dat
verscheen in ons jaarboek 2008 (jaarboek 12). Niet ten onrechte noemt
de auteur
zijn essay “een
verfijnde biografie van een
cruciale periode in het leven van
Joris van Severen”. In dit tweede luik weet hij ons als geen
ander te
begeleiden doorheen de boeiende jaren waarbinnen de omslag “van links
naar
rechts” zich voltrok in Van Severens denkwereld; een ontwikkeling die
als het
ware gedocumenteerd wordt door de inhoudelijke evolutie binnen de
verschuivende
redactionele “topics” van Van Severens tijdschrift. De auteur beloofde
ons nog
een derde luik waarin hij zijn onderzoekslijnen zal doortrekken
doorheen de
laatste jaargang van Ter Waarheid. We
zien er nu al met spanning naar uit.
Het postuum verschijnen van Pieter Geyls
memoires Ik die zo weinig in mijn
verleden leef, was voor
Cecilia de Langhe heeft zeker in de aanvangsjaren, als
eerste leidster
van Verdivro, de vrouwenorganisatie van het Verdinaso, een niet te
vergeten rol
gespeeld. Op de landdagen zag men haar op het podium prominent aanwezig
bij de
leiding. Voor dit beeld – van een vrouw midden de leiding van een
politieke
beweging – zoekt men tevergeefs een equivalent binnen de politieke
formaties
van het interbellum. Nog vóór haar huwelijk met Odo
Spitaels – de
Gentse
DMO-leider – werd Cecilia als Verdivro-leidster opgevolgd door Jo
Devil. Het
jonge echtpaar week uit naar het toenmalige Belgisch Congo.
Hoe een dubbeltje rollen kan! Naar
aanleiding van de Joris van
Severen-herdenkingen van mei 2010 kwamen we in contact met Godfried
Kerkhof. Hij bleek een
oud-Ieperling te zijn die echter al
vóór Wereldoorlog II naar Lommel uitweek. Te Ieper was
hij Jong-dinaso
geweest;
reden genoeg vonden we om hem op de praatstoel te hijsen. Zijn
fenomenaal
geheugen wist ons niet slechts herinneringen aan zijn knapentijd bij
het
Ieperse Jong-dinaso voor te schotelen, maar bracht ons ook het bestaan
in
herinnering van ‘De
Gemeenschap’, een
initiatief tijdens de oorlogsjaren
opgestart door Bonifaas Luykx. Aan de hand van de Keure van deze
formatie maken
we kennis van wat onmiskenbaar als een neo-Dinaso-formatie dient
bestempeld te
worden.
Dit jaar zal het op 11 november precies
veertig jaar geleden zijn dat
Louis Gueuning overleed. Een verjaardag die we niet achteloos wilden
laten
voorbijgaan. Zijn verdiensten, als stichter van de Joris van Severen
Orde
tijdens de bezettingsjaren en als oprichter van het grafmonument te
Abbeville,
vormen daartoe al voldoende aanleiding. Maar we huldigen in deze man
vooral ook
de wijze waarop hij zijn trouw aan Joris van Severen levenslang beleed
en de
wijze waarop hij de personalistische en Europese denklijnen van Van
Severen
doortrok. In de
krachtlijnen van het politieke
denken van Joris van Severen en Louis
Gueuning vinden we daartoe de aanzet..
Aan een welhaast vergeten jonge dichter en
sportman – Remy C.
van de Kerckhove – en aan diens Joris
van Severen-gedicht, wordt
herinnerd in een korte afsluitende bijdrage van Ruud
Bruijns.
In 1994, naar aanleiding van het honderdste
geboortejaar van Joris van
Severen, dichtte Jan Veulemans
zijn
beklemmend vers in herinnering aan Joris van
Severen en de moordpartij
te Abbeville. Het verscheen destijds (1994) in het maandblad Delta.
_______________
N.a.v.
Jaarboek Joris
van Severen 15 (2011),
uitgegeven door het Studiecentrum Joris van Severen. Gen., 208 pp.,
ill.,ISBN
9789076057132. Ledenprijs: 25 €; niet-leden: 30 €.