> nieuwsbrief >12e Jaargang - nr. 3/2008
Inhoud
Algemene
Vergadering vzw Studiecentrum
Joris van Severen 2008
De AV vond plaats op 3 mei j.l. te Ieper.
Naar
aanleiding van het ontslag op eigen verzoek van
Curiosum
Bij de Nederlandse postdienst TNT kan men
postzegels naar eigen ontwerp laten aanmaken. Een van onze
bestuursleden kwam
op onderstaand idee.
Dit jaarboek – dat medio mei verscheen -
opent met het referaat van
Romain
Vanlandschoot over De unieke
betekenis van ‘Ter Waarheid’ 1921-1922 en het cultuurpolitieke klimaat
in
Vlaanderen na de Eerste Wereldoorlog. De auteur neemt in
dit
eerste deel
een ruime aanloop tot zijn onderwerp. Aansluitend op het oorlogsdagboek
van
Joris van Severen schetst hij als het ware de ‘Genesis’ van diens
verdere
evolutie die tot het tijdschrift leiden zou. Daartoe grijpt hij ook
terug naar
de tot op heden niet openbaar gemaakte dagboekbladzijden van na 11
november
1918. We nemen ons voor om in de volgende delen van onze jaarboekreeks
telkens
een integraal gedeelte van deze dagboeken op te nemen. Dit mede om het
tweede
deel van het referaat – dat in het jaarboek 13 aan bod zal komen – als
het ware
met de brongegevens te documenteren.
Pieter
Over Joris van Severen en
Duitsland
had
Met iemand als
Het dit jaarboek
afsluitend gedicht is van de hand van Marnix van Gavere,
pseudoniem van Fernand Pauwels, schoonbroer van Joris van Severen, en
draagt als titel In
Memoriam
______________
Belangrijk: van dit 12e jaarboek resten
nog slechts een tiental exemplaren. Wie niet achter het net wil vissen
doet er
dus best aan zijn bijdrage onmiddellijk te vereffenen (zie pagina 2).
Joris
Sterkhardt
De tijd gaat zeer snel voorbij, liet is
reeds
zeventien jaar
geleden dat Joris van Severen vermoord werd te Abbekerke
op de
zuidergrens der Nederlanden, De persoonlijkheid van deze geniale figuur
heeft
in sterke mate de ontwikkeling der Vlaamse Beweging tussen de twee
oorlogen
beïnvloed. Van Severen heeft de Vlaamse Beweging uit haar
kleinheid
gehaald en
de Dietse gedachte terug levendig gemaakt; dit niet alleen in zijn
Beweging.
Zijn invloed op de gedachtegang van het nationale Vlaanderen is groot
geweest
en vooral de jeugd heeft zijn heldere boodschap begrepen. Het ging bij
Van
Severen méér dan om macht of om tactische handelingen;
hij heeft ons
geleerd
hoe wij onszelf voortdurend moesten uitbouwen tot persoonlijkheden tot
mensen
die stijl hebben, tot mensen die groots durven zien en groots kunnen
handelen, Hij
heeft ons geleerd op te houden met de kleine vitterijen en
ons een
beeld van een nieuw rijk voorgehouden; een Rijk dat een imperium zou
zijn. Zijn
doctrine is nu nog steeds het bestuderen waard, In deze verwarde tijd
blijft zijn klare en diepe leer ons
helpen om eigen inzichten te veroveren in de problemen van deze tijd.
Ook wij
weten dat vele zaken, die Joris van Severen vooropstelde door de tijd
achterhaald zijn. Kan het ook anders? De snelle evolutie van cle
laatste twintig jaar noopt ons een gans
andere houding aan te nemen dan de vorige generatie(s). Het kan ons
verheugen
dat in deze evolutie de leer van Joris van Severen invloed gehad heeft.
Benelux
bijvoorbeeld ligt gans in de lijn van zijn gedachtegang.
Joris van Severen blijft voor de jeugd der
Lage Landen
een fascinerend voorbeeld, Wie zal zeggen hoevelen door zijn
geschriften bewust-Diets
werden? De persoon van
Joris van Severen is iets waarnaar men opkijken kan, Zijn grootse dood
op
zichzelf reeds is aangrijpend mooi en kan niet anders dan een leven vol
moed
besluiten. Hij is gestorven op een wijze die ons huiveren doet.. Men
kan zijn
idee bekampt hebben, maar wie eerlijk is moet toe geven dat zij getuigt
van een
helder inzicht en een scherpe logica. Men kan zijn handelingen niet
alle
goedkeuren, maar wie betwist de oprechtheid waarmede hij deze stelde.
Wij leven in een tijd dat men weinig
nadenkt. Men kan gemakkelijk
zonder doctrine een groep vormen; het woord nationalisme is de vlag en
de
lading schijnt van minder belang te zijn. Men durft niet meer
doordenken en de
logische conclusies trekken uit een ‘Waarheid'. Hoe staat het met de
Dietse
gedachte in de nationalistische kringen? Meer dan ooit hebben wij de
kans onze
volkseenheid uit te bouwen, weliswaar op een andere manier als Van
Severen het
misschien zag, maar daarom niet minder echt.
Het is opmerkelijk met welke
onverschilligheid de
nationalisten de Benelux-idee voorbijgaan. Niet met leuzen en vlammende
redevoeringen
wordt er iets bereikt. Het stille werk in een of ander
Benelux-comité
kan
vruchtbaar zijn. Het
inrichten van een reis naar Noord-Nederland is Diets werk op zijn best.
Het
zich inwerken in een Economische Raad voor Vlaanderen mag niet te licht
arrivisme betekenen. De Dietse mensen hebben de plicht op alle
terreinen van
ons maatschappelijk leven in te grijpen. Het is niet altijd zo dat
uiterlijkheden nodig zijn om een gedachte te doen verspreiden. Het
eenvoudig
gesprek van mens tot mens of het contact op een studieweek van de
Stichting Lodewijk
de Raet met verschillende mensen heeft soms werkelijke resultaten.
Er groeit in de Nederlanden een jonge elite
van zelfbewuste Nederlanders. Wie de Dietse jeugdbeweging vroeger
gekend heeft
en nu
plots de werking van bepaalde ADJV-groepen zou volgen, zou verbaasd
zijn. De
ADJV-jongeren hebben de laatste jaren zoekend gebouwd. Nu beweegt en
groeit het
ADJV op een opmerkzame manier. Nieuwe geluiden en gedachten komen naar
voor. De
nationale idee — de Nederlandse — is de basis voor het bepalen van een
levenshouding. Het ernstig werk van opbouw en diepgang voltrekt zich in
stilte.
Ons staat voor ogen de ontzaglijke taak om als Nederlander een plaats
te
veroveren in de wereld. Ons staat voor ogen de ontzaglijke
verantwoordelijkheid
van de uitbouw van onze persoonlijkheid.
Joris van Severen heeft ons rijke lessen
gegeven. 20 mei
weze voor ons een dag van bezinning. Nemen wij zijn geschriften ter
hand en
bestuderen wij de ideeën die hij ontwikkelde. Wellicht brengt de
studie
van
Joris van Severens woorden ons nader bij de vraag die wij voortdurend
op te
lossen hebben en voortdurend moeten herdenken: Waarheen?
Laat Joris van
Severen geen “held” worden, die men elk jaar eens voor de dag haalt.
Hij weze
voor ons de Vader des Vaderlands. Deze erenaam, waarop wij trots zijn,
wijst er
op dat zijn leven en zijn leer blijvend zijn; dat hij voor ons
Vaderland van
onbetwistbare waarde is.
Zeventien jaar zijn voorbij sedert zijn
afsterven. De
jongsten van de Nederlanden willen nu aan het woord komen. Zij willen
iets
veroveren. Op deze manier wreken wij de moord op Van Severen. Werkend,
denkend,
biddend staan wij in ons Verbond. Niet om het Verbond, maar om onszelf.
Om ons
volk.
___________________
Uit De Blauwvoet,
maandblad van het Algemeen Diets Jeugdverbond, nr. 4/1957, pp.
72-73.
Roni
Ranke
dienstbaar leider van geducht formaat,
te wijd van vergezicht om te begrijpen,
dapper in de bloedkuil van de haat.
Staatsman in de chaos van de Lage Landen,
grondbegrip voor een loyaal herwordend
volk,
nazaat van Oranje, vader aller standen
die zich roemden op de stootkracht van hun
tolk.
Fiere gigant in een woud van amorfe
dwergen,
richtende toorts vóór Europa’s langste
nacht,
laag aan uw graf stierf de zon die uw oogst
moest bergen:
“Dietsland en Orde!”,
uw visie blijft van
kracht.
________________
In ‘Waarheid en peper’,
1969
Homilie Herdenkingsmis Joris van Severen te Male op 17 mei 2008
Het leven van elke mens is
een opdracht: een zoektocht naar de zin van het bestaan en een steeds
hernieuwde inzet om te leven volgens je diepste overtuiging.
Joris van Severen die wij
vandaag in het bijzonder herdenken heeft in droom en daad, tot de dood
toe, in
rusteloos zoeken soms, naar zijn diepste overtuiging geleefd. De kracht
om dat
te kunnen heeft hij, zo weten we uit zijn geschriften, vooral in zijn
christelijk geloof gevonden.
Wij Christenen vieren
vandaag het feest van de H. Drieëenheid. Wij geloven dat God
Schepper
en Vader
is, die ons dag aan dag liefdevol in het leven houdt. Wij geloven dat
Hij ons
in Jezus menselijk tegemoet getreden is om met ons de weg door het
leven te
gaan, en dat Hij ons met zijn Geest bezielt, ons oproept en uitdaagt om
geestdriftig te leven. Dit geloof heeft ook het leven van Joris van
Severen
bezield en zin gegeven.
Hij groeide op in een
Vlaams, aristocratisch maar Franssprekend gezin. Ook het voortgezette
en hoger
onderwijs dat hij alleen in het Frans kon volgen deden hem gaandeweg
inzien
welk onrecht Vlaanderen werd aangedaan en welke kansen voor het Vlaamse
volk
door een jarenlange taalonderdrukking verloren gingen. Van nu af aan
ging hij
zich inzetten voor het arme Vlaanderen, voor de klein gehouden Vlaamse
mens.
Hij ijverde zijn hele leven door voor de geestelijke verheffing van
zijn
volksgenoten en riep op tot zelfwaardering en Vlaamse levensstijl.
Als soldaat in de Eerste Wereldoorlog,
“die vervloekte oorlog” zoals hij die noemde, stond hij meer nog dan
vroeger
naast de eenvoudige Vlaamse jongens en ervoer hoe zij door de
Franssprekende
officieren misprezen en onrechtvaardig behandeld werden. Hij verdedigde
hen en
had er degradatie en strafkamp voor over.
In de verwarring van de
naoorlogse periode zag hij hoe Europa nood had aan nieuwe
samenlevingsvormen,
aan een nieuwe orde. Hij wilde de oppervlakkigheid en de
zelfgenoegzaamheid die
ook Vlaanderen bedreigde afweren en hoopte met zijn tijdschrift ‘Ter Waarheid’ velen een houvast te
bieden.
Hij riep op tot
solidariteit. Net zoals dat van 1830 verwierp hij elke vorm van
separatisme.
Hij wilde niet verdelen: hij bracht samen. Hij droomde ervan om de 17
Provinciën
van de oude Nederlanden in een nieuw verband te laten samenwerken.
Gebieden die
van nature bij elkaar hoorden en door geschiedkundige rampen van elkaar
vervreemd waren wilde hij verenigen. Voor deze stoute droom heeft hij
zich
metterdaad ten volle ingezet.
Aan dit boeiende leven is
onverwacht en op weerzinwekkende wijze een eind gekomen. Om het leven
van
anderen te redden heeft hij moedig de dood in de ogen gekeken. Als een
man is
hij gestorven, rechtop zoals hij geleefd heeft. Hij ligt begraven waar
hij de dood
vond: aan de uiterste zuidergrens van de Lage Landen.
Joris van Severen is
voorbij. Maar zijn droom blijft leven. Zijn beeld blijft velen die naar
hem
hebben opgekeken voor ogen staan. Ook jonge mensen laten zich door hem
bezielen
en willen in hedendaagse vormen zijn
levensstijl overnemen en zijn droom werkelijkheid laten worden. Wij
zijn hier
omdat wij hem, zijn lotgenoten en overleden medestanders niet willen
vergeten.
In hun spoor willen wij doorgaan, opkomen voor rechtvaardigheid, werken
aan een
wereld van vrede en verstandhouding. Zo bouwen we in onze tijd mee aan
het Rijk
Gods op aarde en gaan we voor ons Vlaamse, voor ons Nederlandse volk
een
hoopvolle toekomst tegemoet.
Op de vooravond van zijn 93e levensjaar
overleed op 22
juni j.l onze trouwe medestrijder en honkvaste Brabantse Kempenaar, de
heer André Belmans (°12 augustus 1915).
‘Medestrijder’
is geen misplaatst woord. Van in zijn studententijd, toen hij als
student te
Leuven – in dinaso-militantenuniform naar de aula, note bene! – actief
was in
het Verdinaso, tot en met zijn laatste levensdagen, heeft hij gestreden
opdat
de Nederlanden hun rechtmatige plaats in Europa zouden innemen.
Het adjectief “trouw” bij medestrijder
staat dus wel
degelijk op zijn plaats.
Maar opgelet! Trouw kent meerdere gezichten.
Er is de trouw die, ontegensprekelijk uit
het hart
opwellend, aanzet tot het haast onvoorwaardelijk volgen van een
overtuiging of
een persoon. Dit laatste kan zelfs gevaarlijk zijn en tot rampen
leiden. Die
trouw verdient respect, ook al beantwoorden de resultaten zelden aan
het
vooropgestelde doel.
“Weten wij ook
niet waarheen het gaat, als de trommel voor ons maar slaat…” klonk
het in
een lied uit onze jeugdjaren. Het klonk heerlijk en het beroesde ons.
Maar het
was natuurlijk wel onverstandig.
Maar er is ook nog een andere vorm van
trouw. Trouw op
een hoger niveau. De trouw die kritiek en zelfonderzoek niet uit de weg
gaat.
Die trouw sluit weliswaar het hart niet uit, maar hij wordt aangevuld,
beter:
geperfectioneerd door het verstand en het tegenover zichzelf
verantwoorden. Die
trouw is niet blind voor fouten en gebreken, volgt niet blindelings
omdat nu
eenmaal “de trommel slaat”.
Dat is ware trouw, kenmerk van de sterke
persoonlijkheid. Van dergelijke trouw was André Belmans het
sprekende
voorbeeld. Als hij volgde wist hij waarom.
Al tijdens zijn dinasotijd als militant.
Tijdens de sombere jaren van de bezetting,
toen hij
als rechterhand van Louis Gueuning, mede leiding gaf aan de geheime
Joris van
Severen-Orde, die leerde dat de grootheid van een natie nooit kan
afhangen van
de gunsten van den vreemde, wie het ook zijn moge. En die zich daarom
resoluut
achter de politiek van Leopold lll schaarde.
Tijdens de naoorlogse jaren toen hij hemel
en aarde
bewoog opdat het erfdeel van Joris van Severen niet verloren zou gaan.
Tijdens de jaren dat hij het voortouw nam
in het
verzet tegen een politiek regime dat van slaafsheid tegenover
zogenaamde
bondgenoten zijn handelskenmerk maakte en ons grondgebied, “zijn”
Kempen kritiekloos
overleverde aan hun legers.
Tijdens de vele jaren dat hij als
medeoprichter en
eerste voorzitter van de ‘Stichting voor de Kempen’ ijverde voor meer
werkgelegenheid in zijn geboortestreek. Een activiteit die voor hem
beslist
niet enkel sociaal of economisch was, omdat hij toen al het belang van
dit
Middengebied in Noordwest Europa bevroedde. Lees er de ‘statuten’, van
de
Stichting maar eens op na!
Tijdens de jaren dat hij als voorzitter van
E Diversitate Unitas erin slaagde om
persoonlijkheden uit diverse politieke middens bij elkaar te brengen om
samen,
door overleg, te zoeken naar middelen om ons land te redden uit de
chaos waarin
het steeds dieper wegzinkt.
André Belmans heeft over dit alles
zeer
diep
nagedacht. Waarschijnlijk maakte het hem tot DE theoreticus van de
federalistische levens- en staatsbeschouwing in onze landen. Dit maakt
hem tot
staatsman, een soort mensen dat ten onzent helaas wel erg zeldzaam
is.Tot
in zijn laatste levensdagen was hij
bekommerd om
de toekomst van Europa in de wereld van morgen en de taak die daarin is
voorbehouden voor onze Lage Landen. Nauwelijks enkele weken terug
schreef hij
mij nog dat hij bezig was aan een drietal studies ten behoeve van
vooraanstaande politici van ons land.
“Maar zal ik daartoe nog de tijd krijgen?”
was zijn
wanhopige vraag, vraag die hij besloot met de verzuchting: die verdomde
ouderdom toch.
André Belmans is nu historie
geworden, maar
zijn geest
leeft blijvend tussen ons.
André, rust zacht.
“(…) Dans le Mouvement flamand,
au sortir de la guerre, on compta Joris van Severen. Il est
l’élu de
l’éphémère
Frontpartij.
Les
horizons d’un
nationalisme étriqué ne conviennent pas à
cet amoureux de Barrès et de d’Annunzio. Il est à la fois
moine et
dandy. A
Mais ce qui sous-tend toute son
action est l’idéal, le rêve le mythe 1’utopie de la grande
Néerlande.
Reconstituer
les XVII provinces dont l’unité fut rompue par les guerres de religion.
Les nationalistes du VNV ne
l’aiment pas. Beaucoup ont collaboré avec les armées du
Kaiser en
14-18, beaucoup
le feront avec celles de Hitler en 1940.
Pas Joris van Severen. Hitler ne
figure pas parmi ses idoles. Sous une forme autoritaire, il est le
précurseur du
Benelux. Mais là où le Benelux est une alliance
économique, son idéal
est celui
d’une fusion des âmes et des coeurs. Son Dietsche Land c’est la
grande
Néerlande. Il a le sens de la grandeur. Il se rend à
Paris aux
invalides. Il y
murmure le mot de Maurras “Ah.., Napoléon... le grand
néfaste”.
Mais il se tient, ému, devant le tombeau. Silencieux, le
chapeau à la main. C’est François Sturel dans 1’Appel au
soldat. La
puissance du
sentiment si barrésienne...
Joris van Severen connaîtra
une
fin tragique. Lorsque éclate la guerre il n’y a
aucune ambiguïté. Van Severen
met le Verdinaso “au service de la patrie. sous les ordres
du Roi”.
Par quelle confusion
- ou conjuration? - se
voit-il arrêté et placé au milieu d’un groupe
d’hommes “dangereux pour
la
sécurité publique”, envoyé en France et remis
à 1’armée française? Ils
sont au
nombre de 78. Des Verdinaso, des rexistes, communistes, des juifs
allemands.
Injuriés, battus - un
dominicain
allemand a l’oeil arraché de l’orbite - on les conduit à
Abbeville. On
les
enferme dans la cave du Kiosque où les dimanches, en temps de
paix, la
fanfare
municipale donnait ses aubades. Le 20 mai entre 16 h et 17 h la
porte s’ouvre.
Un officier escorté d’un homme la baïonnette au canon,
ouvre la porte
de la cave
et demande “quatre hommes de
bonne volonté”. Une corvée? Van Severen se lève
avec trois de ses
compagnons d’infortune.
Ils sortent. On entend des coups de feu. On les a abattus. Cinq autres
détenus
connaîtront le même sort. Puis d’autres et d’autres encore.
Vingt-huit
en tout
sur 78. Les corps gisent dans 1’herbe. On a parlé de gendarmes
ivres.
Un procès
instruit à Amiens en
La mort tragique de Joris van
Severen suscite en moi une émotion particulière. Non que
l’idéal qui était le sien et
surtout la forme qu’il
lui a donné attire l’adhésion du francophone des Flandres
que je suis
et demeure.
Mais le jour où Van
Severen fut
exécuté
j’étais à Abbeville. J’ai quitté Abbeville dans la
nuit du 20 mai vers
3 h du
matin, peu après sans doute que le convoi des prisonniers soit
arrivé.
J’avais... six ans.
J’étais avec
mes grands-parents pris dans la foule de l’exode. Mon
grand-père paternel,
un chirurgien, avait trouve asile
pour la nuit chez un de ses
confrères.
Avant l’aube, on est venu me
réveiller.
Il nous fallait partir. En hâte. Les ponts allaient sauter. Nous
réussîmes à
échapper au piège d’Abbeville.. Piège parce que la
petite cité, dernier
verrou
avant la percée vers la mer, allait être matraquée
par les
bombardements
allemands le jour même. Beaucoup de réfugiés belges
sont ensevelis au
cimetière
d’Abbeville, où repose Joris van Severen...
Non loin de la, à
Fauquemberge,
il
est une tombe à laquelle je rends souvent visite. Celle d’une
petite
fille. Elle
avait 18 mois et mourut lors d’une attaque de Stukas. Elle s’appe1ait
Noëlle.
C’était ma soeur.
Si l’idéal de
__________________
Luc Beyer de Ryke,
Via het
wereldwijde web vindt men niet alleen vlot onze eigen
pagina's [http://www.jorisvanseveren.org]
(met o.m. de elektronische versie van
deze Nieuwsbrief) maar ook tal van andere teksten over Joris van
Severen en
zijn beweging. Onder de recente oogst o.m. de volgende tekst(en). De
betitelingen zijn deze van de betreffende internetpagina’s.
We brengen
ze meestal zonder commentaar.
[deel 2]
Joris
van
Severen besefte dat hij een koerswijziging moest maken om politiek te
overleven. Deze koerswijziging ging echter ook gepaard met een
innerlijke
rijping: de Belgische staat moest niet worden omver geworpen omwille
van de
Vlaamse aansluiting bij Nederland, maar België moest als geheel
worden
aangehecht bij Nederland. Als de Walen dat vervolgens niet zouden
willen dan
moesten zij maar zich afscheiden. Door deze briljante politieke zet
zouden niet
de Vlamingen de separatisten zijn, maar de Walen. Vanaf deze
koerswijziging
zouden de Walen en Friezen, die geen Nederlands spraken, worden gezien
als
lotsverbonden landgenoten. Bovendien waren Nederland, België en
Luxemburg
oorspronkelijk één land ten tijde van de heerschappij van
Karel V begin
16e
eeuw.
Het
streven
naar de hereniging van België, Nederland en Luxemburg van het
Verdinaso
was
geheel in de tijdgeest. Prominente geschiedschrijvers, zoals de
Belgische
professor Léon van der Essen en de Nederlandse professor
Gerretson,
onderkenden
al de cultuurhistorische band tussen Nederland en België.
Bovendien
vond er in
de tweede helft van de jaren 30 een toenadering plaats tussen Nederland
en
België onder de dreiging van de opkomst van Hitler-Duitsland en
werden
er door
de koningshuizen beleefdheidsbezoeken gebracht over en weer. De
hereniging van
de Nederlanden werd historisch uitgewerkt door het mystificatie van de
XVII
Provinciën, de verloren eenheid in de 16e eeuw die tijdens de 17e
en
18e eeuw
levend bleef in Noord en Zuid. Het Verdinaso werd een pressiegroep die
een
Benelux avant la lettre nastreefde en daarvoor de grondslag
legde door
contacten met de latere stichters ervan zoals Paul-Henri Spaak. Door
zijn
loyale houding ten opzichte van België kreeg Van Severen niet
alleen de
nodige
armslag maar ook een nieuwe aanhang onder de Franstalige adel.
Joris
van
Severen hoopte met zijn contacten met de hogere adellijke kringen de
koning
ertoe te bewegen om een regering van nationale eenheid te vormen. Hij
had de
tijdgeest mee, want de Belgische koning Leopold III was afkering van
het
parlementaire bestel en gevoelig voor de nieuwe ideeën. Bovendien
voerde Van
Severen reeds voorbereidende gesprekken met vooraanstaande politici. Er
waren
destijds veel politici in zowel Nederland als België overtuigd van
de
waarde
van het solidarisme/corporatisme als sociale leer en de noodzaak van
een
politieke samenwerking tussen Nederland en België.
Evenals
in
1914 trok het uitbreken van de oorlog in 1939 een streep door de
rekening van
Van Severen. In snel tempo veroverde Duitsland Polen en
Scandinavië,
waardoor
de Duitse legers in het voorjaar van 1940 klaar stonden om het
onvoorbereide
West-Europa binnen te trekken. Joris van Severen moedigde zijn
volgelingen aan
om trouw te zijn aan het koningshuis en zich te melden als vrijwilliger
voor
het leger om de neutraliteit van Nederland en België te
verdedigen:
“Laat ons
de besten onder de helm zijn en de dappersten aan het geweer!”
Toen
op 10
mei 1940 de Duitsers Nederland en België binnenvielen werd Joris
van
Severen
ondanks zijn loyaliteit aan de staat als staatsgevaarlijk gezien en
opgepakt om
vervolgens op transport te worden gezet naar Frankrijk. Zonder enige
aanklacht
werd hij in diverse gevangenissen opgesloten en tenslotte met andere
politieke
gevangen onwettig overgedragen aan de Franse autoriteiten. Door de
verwarring
in het Franse leger als gevolg van de Duitse successen werden de
gevangenen
voortdurend verplaatst, verwaarloosd en mishandeld.
Op
20 mei 1940 bevond Joris van Severen zich samen met zijn
persoonlijk secretaris Jan Rijckoort onder de naar Frankrijk afgevoerde
gevangenen in de kiosk van de Picardische stad Abbeville aan de Somme.
De
Duitsers bombardeerden de Fransen genadeloos en de Franse soldaten en
officieren raakten buiten zinnen. Één voor
één werden de gevangenen
naar buiten
gebracht en zonder vorm van proces neergeschoten, waaronder een
Nederlandse
bejaarde grootmoeder in het bijzijn van haar kleindochter...
Terwijl
de gevangenen in angst en beven hun lot afwachten, stond
Joris van Severen op. Hij kon dit schouwspel niet langer aanzien en was
van
zins om een einde te maken aan de slachting door persoonlijk in te
grijpen.
Toen hij de kiosk uitliep werd hij opgemerkt door de Franse soldaten
die hem
direct neerschoten, waarna zijn secretaris, die hem trouw was gevolgd,
werd
doodgeslagen. Een dag later vonden de Duitse soldaten de lijken van de
neergeschoten gevangenen die zonder te zijn begraven waren
achtergelaten door
de terugtrekkende Fransen.
Joris
van
Severen was in veel opzichten een kind van zijn tijd: traditioneel
Katholiek,
oorlogsveteraan en Vlaamsgezind. Toch was hij een opmerkelijke
persoonlijkheid
door zijn belezenheid en gevoel voor stijl. Hij was bovendien zeer
rechtlijnig
en uitgesproken in zijn ideeën, die kunnen worden samengevat in de
leuze: de
Nederlanden en Orde. Orde in de zin van een natuurlijke herordening van
de
samenleving naar Gods woord en de Nederlanden als de gestalte van het
Prinsenvolk dat de delta der Lage Landen tot grootheid heeft gebracht.
Heden
ten
dage houdt het Studiecentrum Joris van Severen de gedachte aan Joris
van
Severen levend door het uitbrengen van een wetenschappelijk verantwoord
jaarboek en een driemaandelijkse Nieuwsbrief. Tevens worden er door het
Studiecentrum
colloquia gehouden over zijn persoon en zijn invloed. Voor meer
informatie:
http://www.jorisvanseveren.org. Het secretariaat van de werkgroep kunt
u ook
aanschrijven:
Ontleend aan :Nederlandse webpagina’s: http://bitterlemon.eu/
[Het eerste deel van deze internettekst
verscheen in
de vorige Nieuwsbrief ]
In
deze rubriek verwijzen we zonder veel commentaar naar
recente publicaties waarin Joris van Severen en/of het Verdinaso
vermeld
worden. We citeren de meest treffende passussen woordelijk zonder
daarin
volledigheid na te streven. We verzoeken onze lezers, met ons, uit te
zien naar
publicaties die voor deze rubriek 'stof' kunnen leveren en ons kopie
van de
betreffende passages toe te sturen.
Christelijk
nationalisme
“(…)
Joop den Uyl werd in Hilversum geboren in een gereformeerd
middenstandsgezin.
Hij was net tien toen zijn vader [in 1929] overleed. (…) Tot overmaat
van ramp
klapten ook de beurzen in elkaar. Voor de gretige, naar vitalistische
poëzie
hunkerende, scholier Joop was de crisis juist aanleiding over de
grenzen heen
te kijken. Hij zocht naar een ‘christelijk nationalisme’ dat zich
teweer kon
stellen tegen het ongelovige grauw. (…) In de lage landen boeide het Verbond van Diets Nationaal Solidaristen
(Verdinaso) hem, zonder dat hij lid werd van welke club dan ook..
‘Wij
strijden tegen die geldmacht, die koopmansgeest die Nederland ten
verderve
voert’, schreef de scholier Den Uyl in
Den
Uyl was geen uitzondering. Veel jonge mannen die door hun afkomst niet
naar het
socialisme of liberalisme kónden overstappen, schurkten in die
jaren
tegen
allerhande pleitbezorgers van een nieuwe anti-plutocratische orde aan.
(…)”
________________
Hubert
Smeets, Schuld
en socialisme. Stimulerende
biografie van de ‘politieke mens’ Den Uyl, in NRC-Handelsblad, 22 februari 2008, n.a.v. de dissertatie
van Anet
Bleich, Joop den Uyl,1919-1987. Dromer
en doordouwer, Uitg.
Balans,
544 pp., 35 €. Nota Nieuwsbriefredactie: Joop den Uyl werd na de oorlog
een
prominent sociaal-democratisch politicus, die van 1973 tot 1977 als
premier het
Kabinet Den Uyl leidde.
Raak
“(…) Dans les premiers temps de l’occupation, on avait
fondé beaucoup d’espoirs sur l’influence et le progrès du
Mouvement
Dinaso qui
avait paru orienter une fraction importante des intelletuels flamands
dans la
voie d’un nationalisme Belge respectueux des droits des deux
‘comminautés
populaires’. Les dirigeants Dinaso, fidèles à la
pensée de Joris van
Severen,
ont été débordés, puis
éliminés. (…)”
___________________
Paul Struye, L’Evolution
du sentiment public en Belgiqie sous l’occopation
Allemande, Les Editions Lumière, Brussel, 1944.
Zoon
over
vader
Mijn
Kempense vader, en zo waren er meer met humaniorastudies in de jaren
dertig -
het hoogste wat gewone mensen toen haalden - was een sympathisant van
Joris van
Severen. Deze West-Vlaamse bourgeoiszoon begon als
Vlaams-nationalistisch
parlementslid maar werd gezogen naar de Nieuwe Orde van de jaren
dertig, wat
leidde tot zijn Verbond van Dietse Nationaal Solidaristen (Verdinaso).
Is dit
folkloristische geschiedenis? Neen, het is verhelderend voor 2007. Van
Severen
was gecultiveerd, zeer belezen, koket in zijn kostuums, verlekkerd op
vrouwen -
van het etherische soort naast die van de rodelichtjesbars in
Blankenberge. Hij
had een bloedhekel aan de drinkende, lallende Vlaamse studenten met
petten en
stokken. In zijn ogen weinig beter dan rommel. De Leider zag een nieuwe
elite
binnen een België dat teruggreep naar de Bourgondische traditie
(hij
leefde
jaren in het pand Cruyce van Bourgondië aan het Brugse Belfort).
De
Bourgondische hertogen verbonden Vlaanderen met Bourgogne en schiepen
een
meertalige smeltkroes van hoofsheid, kunst, muziek en macht. Het
Verdinaso
lokte jonge, rechtsrevolutionaire Vlamingen en had op de duur eveneens
een
Franstalige vleugel, die opkwam voor "le pays Thiois", een Diets
vaderland van zeventien provinciën - België plus Nederland
(Benelux
avant la
lettre).
___________________
Bert de Graeve in een interview met Frans
Crols, in: Bert de Graeve,
Vlerick en wij, weekblad
Trends, 6 oktober 2007.
De
misvatting
van Brunclair
“(…) Sporadisch schreef Brunclair in [Ons Vaderland en De Schelde] ook
artikelen over de Vlaamse zaak. Toen na de Duitse
verkiezingen in 1932 de NSDAP als grootste fractie haar intrede in de
Rijksdag
deed, wees hij in Ons Vaderland op
het gevaar hiervan voor de Europese vrede. Voor Brunclair behoorde het
tot de
verrassende verschijnselen van de politiek dat wat in Duitsland uiterst
rechts
heet, in Vlaanderen beschouwd moet worden als uiterst links: ginds de
Nazi’s,
hier hun geestesverwanten de Dinaso’s. Het nationaal-solidarisme, waar
het in
1931 door Joris van Severen en Wies Moens opgerichte Verdinaso zich op
baseerde, was inderdaad een hybride ideologie die aanvankelijk ook
gerangschikt
werd onder de radicale linkerzijde van het nationalisme. (…)”
______________________
Dieter Vandenbroucke, ‘De ware
geestesmensch laat zich niet politiseren’. Victor Brunclair en
de verhouding tussen kunst en politiek en het verlangen naar een Vlaams
eenheidsfront, in: Geert Buelens e.a., De
trust der vaderlandsliefde. Over literatuur en Vlaamse Beweging
1890-1940, AMVC
Letterenhuis, 2005, pp. 138-161.
Voor
wie het
nog niet wist of misschien vergeten was!
“Le passé du
leader
de
_______________
Aanvang van een historisch
“verhelderend”
artikel in Journal
Grenzeloze
fantasie
Via het internet valt een
thesis te raadplegen van een zekere Jeffrey de Keyser waarmee hij in
het
academiejaar 2006-07 onder promotorschap van prof. dr. Carl Devos
promoveerde
tot licentiaat in de politieke wetenschappen. Titel: De
NSV als metapolitieke voorhoede. Een duik in de kweekvijver van het
Vlaams Belang”.
Interessant zijn de pagina’s
94 e.v. waarin uitgebreid geschreven wordt over Joris van Severen maar
met o.a.
volgende gigantische vervalsing van de geschiedenis, nl. dat Joris van
Severen
is “doodgeschoten tijdens een uit de
hand gelopen vuurgevecht.” (sic)
Hoe linkse politicologen de
geschiedenis vervalsen: van fusillade tot vuurgevecht. Als dat onze
nieuwe
lichting politicologen is, … arm Vlaanderen, arme politieke wetenschap,
arme
politicologen die amper iets weten over de recente geschiedenis.
_________________
Zie: www.blokwatch.be/images/FILES/thesissen/2007_dekeyser_thesis-nsv-pdf