> nieuwsbrief >12e  Jaargang - nr. 3/2008

Inhoud

Mededelingen


Algemene Vergadering vzw Studiecentrum Joris van Severen 2008

De AV vond plaats op 3 mei j.l. te Ieper. Naar aanleiding van het ontslag op eigen verzoek van Luc Vanhauwere diende de functie van ondervoorzitter ingevuld te worden. Kurt Ravyts werd met eenparigheid als dusdanig benoemd. De vrijgekomen plaats binnen het kader van de effectieve vzw-leden – dat maximum 17 leden telt – werd ingenomen door Willem D. Voorthuijsen uit Amsterdam. Daarmee zetelen voortaan twee Noord-Nederlanders in ons midden. Willem Voorthuijsen is de auteur van Trouw Dietsch - het Dietsch Studentenverbond (1922-1941) en stamt uit een Nederlandse Dinasofamilie. De Raad van Bestuur, die vijf leden telt, is momenteel samengesteld als volgt: Vik Eggermont, voorzitter; Kurt Ravyts, ondervoorzitter; Maurits Cailliau, secretaris/penningmeester; Rudy Pauwels en Luc Seynaeve, bestuursleden zonder functie.

Curiosum

Bij de Nederlandse postdienst TNT kan men postzegels naar eigen ontwerp laten aanmaken. Een van onze bestuursleden kwam op onderstaand idee.

 

jb12 

Jaarboek Joris van Severen 12


Dit jaarboek – dat medio mei verscheen - opent met het referaat van Romain Vanlandschoot over De unieke betekenis van ‘Ter Waarheid’ 1921-1922 en het cultuurpolitieke klimaat in Vlaanderen na de Eerste Wereldoorlog. De auteur neemt in dit eerste deel een ruime aanloop tot zijn onderwerp. Aansluitend op het oorlogsdagboek van Joris van Severen schetst hij als het ware de ‘Genesis’ van diens verdere evolutie die tot het tijdschrift leiden zou. Daartoe grijpt hij ook terug naar de tot op heden niet openbaar gemaakte dagboekbladzijden van na 11 november 1918. We nemen ons voor om in de volgende delen van onze jaarboekreeks telkens een integraal gedeelte van deze dagboeken op te nemen. Dit mede om het tweede deel van het referaat – dat in het jaarboek 13 aan bod zal komen – als het ware met de brongegevens te documenteren.

Pieter Jan Verstraete behandelde op het colloquium het quasi onuitputtelijke thema Joris van Severen en enkele andere protagonisten van het Vlaams nationalisme. Het “enkele” in zijn titel duidt op de beperkingen die hij zich diende op te leggen. De wel belangrijkste figuren als Odiel Spruytte, Jeroom Leuridan, Reimond Tollenaere, Hendrik Elias, Ward Hermans en Wies Moens passeren de revue.

Over Joris van Severen en Duitsland had Luc Pauwels het al op een eerder colloquium. Ditmaal komt Joris van Severen en Frankrijk aan bod. Op het vlak van Van Severens literaire voorkeuren werd dit thema al uitvoerig behandeld door Kurt Ravyts in het 11e jaarboek. Ook Antoon van Severen sneed dit onderwerp al vrij uitvoerig aan in zijn biografie Joris van Severen. Het verhaal van een leven. Redenen genoeg dus voor Pauwels om zich in zijn referaat te beperken tot slechts een tweetal deelaspecten, enerzijds Van Severens verhouding tot de Franse taal, en anderzijds zijn kijk op de Franse staat en de Franse politiek.

Met iemand als Ruud Bruijns binnen onze kring die thuis is in de Nederlandse archieven, kan meer dan voorheen werk gemaakt worden van een historisch-wetenschappelijke benadering van de Noord-Nederlandse vleugel van het Verdinaso. Dat bleek onder meer uit diens colloquiumreferaat over Ernst Voorhoeve, Joris van Severen en het Verdinaso-Nederland. Met Henri Bruning, Ernest Michel en anderen vormde Voorhoeve de intellectuele falanx die het Verdinaso in Nederland vorm en aanzien zou geven.

Alain Mouton, destijds geboeid door wat wijlen Jef Werkers over Joris van Severen en de “hogere kringen” publiceerde, wist sindsdien nog heel wat rond dit thema bij elkaar te sprokkelen. Teneinde het globale beeld niet uit het oog te verliezen ligt het voor de hand om “oud” en “nieuw” hieromtrent in elkaar te verweven tot een nieuw geheel.

Maurits Cailliau bracht in het gedenkboek Joris van Severen leeft (1994) een bijdrage over Joris van Severen en de Katholieke Leer. Bedoeld was uiteraard de maatschappijleer van het Verdinaso te confronteren met wat in deze binnen het katholicisme vooropgesteld werd. De dit jaarboek afsluitende bijdrage Het Verdinaso versus de Katholieke Actie herneemt dit thema in zekere zin, maar dan vanuit het perspectief van een concrete casus, namelijk een belangrijke redevoering tegen het Verdinaso van kanunnik Karel Dubois uit 1935. Vanzelfsprekend kon men binnen het Verdinaso hieraan niet voorbijgaan; in woord en wederwoord komen beide “partijen” aan hun trekken.

Het dit jaarboek afsluitend gedicht is van de hand van Marnix van Gavere, pseudoniem van Fernand Pauwels, schoonbroer van Joris van Severen, en draagt als titel In Memoriam

______________

Belangrijk: van dit 12e jaarboek resten nog slechts een tiental exemplaren. Wie niet achter het net wil vissen doet er dus best aan zijn bijdrage onmiddellijk te vereffenen (zie pagina 2).

 
Joris van Severen


Joris Sterkhardt

De tijd gaat zeer snel voorbij, liet is reeds zeventien jaar geleden dat Joris van Severen vermoord werd te Abbekerke op de zuidergrens der Nederlanden, De persoonlijkheid van deze geniale figuur heeft in sterke mate de ontwikkeling der Vlaamse Beweging tussen de twee oorlogen beïnvloed. Van Severen heeft de Vlaamse Beweging uit haar kleinheid gehaald en de Dietse gedachte terug levendig gemaakt; dit niet alleen in zijn Beweging. Zijn invloed op de gedachtegang van het nationale Vlaanderen is groot geweest en vooral de jeugd heeft zijn heldere boodschap begrepen. Het ging bij Van Severen méér dan om macht of om tactische handelingen; hij heeft ons geleerd hoe wij onszelf voortdurend moesten uitbouwen tot persoonlijkheden tot mensen die stijl hebben, tot mensen die groots durven zien en groots kunnen handelen, Hij heeft ons geleerd op te houden met de kleine vitterijen en ons een beeld van een nieuw rijk voorgehouden; een Rijk dat een imperium zou zijn. Zijn doctrine is nu nog steeds het bestuderen waard, In deze verwarde tijd blijft zijn klare en diepe leer ons helpen om eigen inzichten te veroveren in de problemen van deze tijd. Ook wij weten dat vele zaken, die Joris van Severen vooropstelde door de tijd achterhaald zijn. Kan het ook anders? De snelle evolutie van cle laatste twintig jaar noopt ons een gans andere houding aan te nemen dan de vorige generatie(s). Het kan ons verheugen dat in deze evolutie de leer van Joris van Severen invloed gehad heeft. Benelux bijvoorbeeld ligt gans in de lijn van zijn gedachtegang.

Joris van Severen blijft voor de jeugd der Lage Landen een fascinerend voorbeeld, Wie zal zeggen hoevelen door zijn geschriften bewust-Diets werden? De persoon van Joris van Severen is iets waarnaar men opkijken kan, Zijn grootse dood op zichzelf reeds is aangrijpend mooi en kan niet anders dan een leven vol moed besluiten. Hij is gestorven op een wijze die ons huiveren doet.. Men kan zijn idee bekampt hebben, maar wie eerlijk is moet toe geven dat zij getuigt van een helder inzicht en een scherpe logica. Men kan zijn handelingen niet alle goedkeuren, maar wie betwist de oprechtheid waarmede hij deze stelde.

Wij leven in een tijd dat men weinig nadenkt. Men kan gemakkelijk zonder doctrine een groep vormen; het woord nationalisme is de vlag en de lading schijnt van minder belang te zijn. Men durft niet meer doordenken en de logische conclusies trekken uit een ‘Waarheid'. Hoe staat het met de Dietse gedachte in de nationalistische kringen? Meer dan ooit hebben wij de kans onze volkseenheid uit te bouwen, weliswaar op een andere manier als Van Severen het misschien zag, maar daarom niet minder echt.

Het is opmerkelijk met welke onverschilligheid de nationalisten de Benelux-idee voorbijgaan. Niet met leuzen en vlammende redevoeringen wordt er iets bereikt. Het stille werk in een of ander Benelux-comité kan vruchtbaar zijn. Het inrichten van een reis naar Noord-Nederland is Diets werk op zijn best. Het zich inwerken in een Economische Raad voor Vlaanderen mag niet te licht arrivisme betekenen. De Dietse mensen hebben de plicht op alle terreinen van ons maatschappelijk leven in te grijpen. Het is niet altijd zo dat uiterlijkheden nodig zijn om een gedachte te doen verspreiden. Het eenvoudig gesprek van mens tot mens of het contact op een studieweek van de Stichting Lodewijk de Raet met verschillende mensen heeft soms werkelijke resultaten.

Er groeit in de Nederlanden een jonge elite van zelfbewuste Nederlanders. Wie de Dietse jeugdbeweging vroeger gekend heeft en nu plots de werking van bepaalde ADJV-groepen zou volgen, zou verbaasd zijn. De ADJV-jongeren hebben de laatste jaren zoekend gebouwd. Nu beweegt en groeit het ADJV op een opmerkzame manier. Nieuwe geluiden en gedachten komen naar voor. De nationale idee — de Nederlandse — is de basis voor het bepalen van een levenshouding. Het ernstig werk van opbouw en diepgang voltrekt zich in stilte. Ons staat voor ogen de ontzaglijke taak om als Nederlander een plaats te veroveren in de wereld. Ons staat voor ogen de ontzaglijke verantwoordelijkheid van de uitbouw van onze persoonlijkheid.

Joris van Severen heeft ons rijke lessen gegeven. 20 mei weze voor ons een dag van bezinning. Nemen wij zijn geschriften ter hand en bestuderen wij de ideeën die hij ontwikkelde. Wellicht brengt de studie van Joris van Severens woorden ons nader bij de vraag die wij voortdurend op te lossen hebben en voortdurend moeten herdenken: Waarheen?

Laat Joris van Severen geen “held” worden, die men elk jaar eens voor de dag haalt. Hij weze voor ons de Vader des Vaderlands. Deze erenaam, waarop wij trots zijn, wijst er op dat zijn leven en zijn leer blijvend zijn; dat hij voor ons Vaderland van onbetwistbare waarde is.

Zeventien jaar zijn voorbij sedert zijn afsterven. De jongsten van de Nederlanden willen nu aan het woord komen. Zij willen iets veroveren. Op deze manier wreken wij de moord op Van Severen. Werkend, denkend, biddend staan wij in ons Verbond. Niet om het Verbond, maar om onszelf. Om ons volk.

___________________

Uit De Blauwvoet, maandblad van het Algemeen Diets Jeugdverbond, nr. 4/1957, pp. 72-73.

 

Joris van Severen


Roni Ranke

         Gij spreidde ons de toekomst voor het grijpen,

dienstbaar leider van geducht formaat,

te wijd van vergezicht om te begrijpen,

dapper in de bloedkuil van de haat.

 
Staatsman in de chaos van de Lage Landen,

grondbegrip voor een loyaal herwordend volk,

nazaat van Oranje, vader aller standen

die zich roemden op de stootkracht van hun tolk.

 

Fiere gigant in een woud van amorfe dwergen,

richtende toorts vóór Europa’s langste nacht,

laag aan uw graf stierf de zon die uw oogst moest bergen:

“Dietsland en Orde!”, uw visie blijft van kracht.

________________

In ‘Waarheid en peper’, 1969

 

Homilie Herdenkingsmis Joris van Severen te Male op 17 mei 2008


Gijs van Ryckeghem

Het leven van elke mens is een opdracht: een zoektocht naar de zin van het bestaan en een steeds hernieuwde inzet om te leven volgens je diepste overtuiging.

Joris van Severen die wij vandaag in het bijzonder herdenken heeft in droom en daad, tot de dood toe, in rusteloos zoeken soms, naar zijn diepste overtuiging geleefd. De kracht om dat te kunnen heeft hij, zo weten we uit zijn geschriften, vooral in zijn christelijk geloof gevonden.

Wij Christenen vieren vandaag het feest van de H. Drieëenheid. Wij geloven dat God Schepper en Vader is, die ons dag aan dag liefdevol in het leven houdt. Wij geloven dat Hij ons in Jezus menselijk tegemoet getreden is om met ons de weg door het leven te gaan, en dat Hij ons met zijn Geest bezielt, ons oproept en uitdaagt om geestdriftig te leven. Dit geloof heeft ook het leven van Joris van Severen bezield en zin gegeven.

Hij groeide op in een Vlaams, aristocratisch maar Franssprekend gezin. Ook het voortgezette en hoger onderwijs dat hij alleen in het Frans kon volgen deden hem gaandeweg inzien welk onrecht Vlaanderen werd aangedaan en welke kansen voor het Vlaamse volk door een jarenlange taalonderdrukking verloren gingen. Van nu af aan ging hij zich inzetten voor het arme Vlaanderen, voor de klein gehouden Vlaamse mens. Hij ijverde zijn hele leven door voor de geestelijke verheffing van zijn volksgenoten en riep op tot zelfwaardering en Vlaamse levensstijl.

Als soldaat in de Eerste Wereldoorlog, “die vervloekte oorlog” zoals hij die noemde, stond hij meer nog dan vroeger naast de eenvoudige Vlaamse jongens en ervoer hoe zij door de Franssprekende officieren misprezen en onrechtvaardig behandeld werden. Hij verdedigde hen en had er degradatie en strafkamp voor over.

In de verwarring van de naoorlogse periode zag hij hoe Europa nood had aan nieuwe samenlevingsvormen, aan een nieuwe orde. Hij wilde de oppervlakkigheid en de zelfgenoegzaamheid die ook Vlaanderen bedreigde afweren en hoopte met zijn tijdschrift ‘Ter Waarheid’ velen een houvast te bieden.

Hij riep op tot solidariteit. Net zoals dat van 1830 verwierp hij elke vorm van separatisme. Hij wilde niet verdelen: hij bracht samen. Hij droomde ervan om de 17 Provinciën van de oude Nederlanden in een nieuw verband te laten samenwerken. Gebieden die van nature bij elkaar hoorden en door geschiedkundige rampen van elkaar vervreemd waren wilde hij verenigen. Voor deze stoute droom heeft hij zich metterdaad ten volle ingezet.

Aan dit boeiende leven is onverwacht en op weerzinwekkende wijze een eind gekomen. Om het leven van anderen te redden heeft hij moedig de dood in de ogen gekeken. Als een man is hij gestorven, rechtop zoals hij geleefd heeft. Hij ligt begraven waar hij de dood vond: aan de uiterste zuidergrens van de Lage Landen.

Joris van Severen is voorbij. Maar zijn droom blijft leven. Zijn beeld blijft velen die naar hem hebben opgekeken voor ogen staan. Ook jonge mensen laten zich door hem bezielen en willen in hedendaagse vormen  zijn levensstijl overnemen en zijn droom werkelijkheid laten worden. Wij zijn hier omdat wij hem, zijn lotgenoten en overleden medestanders niet willen vergeten. In hun spoor willen wij doorgaan, opkomen voor rechtvaardigheid, werken aan een wereld van vrede en verstandhouding. Zo bouwen we in onze tijd mee aan het Rijk Gods op aarde en gaan we voor ons Vlaamse, voor ons Nederlandse volk een hoopvolle toekomst tegemoet.

 

In Memoriam André Belmans


Vik Eggermont

Op de vooravond van zijn 93e levensjaar overleed op 22 juni j.l onze trouwe medestrijder en honkvaste Brabantse Kempenaar, de heer André Belmans (°12 augustus 1915). ‘Medestrijder’ is geen misplaatst woord. Van in zijn studententijd, toen hij als student te Leuven – in dinaso-militantenuniform naar de aula, note bene! – actief was in het Verdinaso, tot en met zijn laatste levensdagen, heeft hij gestreden opdat de Nederlanden hun rechtmatige plaats in Europa zouden innemen.

Het adjectief “trouw” bij medestrijder staat dus wel degelijk op zijn plaats.

Maar opgelet! Trouw kent meerdere gezichten.

Er is de trouw die, ontegensprekelijk uit het hart opwellend, aanzet tot het haast onvoorwaardelijk volgen van een overtuiging of een persoon. Dit laatste kan zelfs gevaarlijk zijn en tot rampen leiden. Die trouw verdient respect, ook al beantwoorden de resultaten zelden aan het vooropgestelde doel.

Weten wij ook niet waarheen het gaat, als de trommel voor ons maar slaat…” klonk het in een lied uit onze jeugdjaren. Het klonk heerlijk en het beroesde ons. Maar het was natuurlijk wel onverstandig.

Maar er is ook nog een andere vorm van trouw. Trouw op een hoger niveau. De trouw die kritiek en zelfonderzoek niet uit de weg gaat. Die trouw sluit weliswaar het hart niet uit, maar hij wordt aangevuld, beter: geperfectioneerd door het verstand en het tegenover zichzelf verantwoorden. Die trouw is niet blind voor fouten en gebreken, volgt niet blindelings omdat nu eenmaal “de trommel slaat”.

Dat is ware trouw, kenmerk van de sterke persoonlijkheid. Van dergelijke trouw was André Belmans het sprekende voorbeeld. Als hij volgde wist hij waarom.

Al tijdens zijn dinasotijd als militant.

Tijdens de sombere jaren van de bezetting, toen hij als rechterhand van Louis Gueuning, mede leiding gaf aan de geheime Joris van Severen-Orde, die leerde dat de grootheid van een natie nooit kan afhangen van de gunsten van den vreemde, wie het ook zijn moge. En die zich daarom resoluut achter de politiek van Leopold lll schaarde.

Tijdens de naoorlogse jaren toen hij hemel en aarde bewoog opdat het erfdeel van Joris van Severen niet verloren zou gaan.

Tijdens de jaren dat hij het voortouw nam in het verzet tegen een politiek regime dat van slaafsheid tegenover zogenaamde bondgenoten zijn handelskenmerk maakte en ons grondgebied, “zijn” Kempen kritiekloos overleverde aan hun legers.

Tijdens de vele jaren dat hij als medeoprichter en eerste voorzitter van de ‘Stichting voor de Kempen’ ijverde voor meer werkgelegenheid in zijn geboortestreek. Een activiteit die voor hem beslist niet enkel sociaal of economisch was, omdat hij toen al het belang van dit Middengebied in Noordwest Europa bevroedde. Lees er de ‘statuten’, van de Stichting maar eens op na!

Tijdens de jaren dat hij als voorzitter van E Diversitate Unitas erin slaagde om persoonlijkheden uit diverse politieke middens bij elkaar te brengen om samen, door overleg, te zoeken naar middelen om ons land te redden uit de chaos waarin het steeds dieper wegzinkt.

André Belmans heeft over dit alles zeer diep nagedacht. Waarschijnlijk maakte het hem tot DE theoreticus van de federalistische levens- en staatsbeschouwing in onze landen. Dit maakt hem tot staatsman, een soort mensen dat ten onzent helaas wel erg zeldzaam is.Tot in zijn laatste levensdagen was hij bekommerd om de toekomst van Europa in de wereld van morgen en de taak die daarin is voorbehouden voor onze Lage Landen. Nauwelijks enkele weken terug schreef hij mij nog dat hij bezig was aan een drietal studies ten behoeve van vooraanstaande politici van ons land.

“Maar zal ik daartoe nog de tijd krijgen?” was zijn wanhopige vraag, vraag die hij besloot met de verzuchting: die verdomde ouderdom toch.

André Belmans is nu historie geworden, maar zijn geest leeft blijvend tussen ons.

André, rust zacht.


Een getuigenis - andermaal


“(…) Dans le Mouvement flamand, au sortir de la guerre, on compta Joris van Severen. Il est l’élu de l’éphémère Frontpartij.

Les horizons d’un nationalisme étriqué ne conviennent pas à cet amoureux de Barrès et de d’Annunzio. Il est à la fois moine et dandy. A la Chambre, il arrive l‘Action Française sous le bras et discrètement parfumé au “Jicky” de Guerlain. II quitte les assemblées parlementaires pour fonder le Verdinaso (Verbond der Dietsche Nationaalsolidaristen - Ligue des solidaristes nationaux thiois). Sacrifiant à la mode de l’époque, il sangle ses hommes d’un uniforme, organise des “Landdag”, grand messes idéo1ogiques et défile à la tête de ses “légions” bannières déployés au son des tambours de marche. Fascisme? Cela y ressemble.

Mais ce qui sous-tend toute son action est l’idéal, le rêve le mythe 1’utopie de la grande Néerlande. Reconstituer les XVII provinces dont l’unité fut rompue par les guerres de religion.

Les nationalistes du VNV ne l’aiment pas. Beaucoup ont collaboré avec les armées du Kaiser en 14-18, beaucoup le feront avec celles de Hitler en 1940.

Pas Joris van Severen. Hitler ne figure pas parmi ses idoles. Sous une forme autoritaire, il est le précurseur du Benelux. Mais là où le Benelux est une alliance économique, son idéal est celui d’une fusion des âmes et des coeurs. Son Dietsche Land c’est la grande Néerlande. Il a le sens de la grandeur. Il se rend à Paris aux invalides. Il y murmure le mot de Maurras “Ah.., Napoléon... le grand néfaste”.

Mais il se tient, ému, devant le tombeau. Silencieux, le chapeau à la main. C’est François Sturel dans 1’Appel au soldat. La puissance du sentiment si barrésienne...

Joris van Severen connaîtra une fin tragique. Lorsque éclate la guerre il n’y a aucune ambiguïté. Van Severen met le Verdinaso “au service de la patrie. sous les ordres du Roi”.

Par quelle confusion - ou conjuration? - se voit-il arrêté et placé au milieu d’un groupe d’hommes “dangereux pour la sécurité publique”, envoyé en France et remis à 1’armée française? Ils sont au nombre de 78. Des Verdinaso, des rexistes, communistes, des juifs allemands.

Injuriés, battus - un dominicain allemand a l’oeil arraché de l’orbite - on les conduit à Abbeville. On les enferme dans la cave du Kiosque où les dimanches, en temps de paix, la fanfare municipale donnait ses aubades. Le 20 mai entre 16 h et 17 h la porte s’ouvre. Un officier escorté d’un homme la baïonnette au canon, ouvre la porte de la cave et demande “quatre hommes de bonne volonté”. Une corvée? Van Severen se lève avec trois de ses compagnons d’infortune. Ils sortent. On entend des coups de feu. On les a abattus. Cinq autres détenus connaîtront le même sort. Puis d’autres et d’autres encore. Vingt-huit en tout sur 78. Les corps gisent dans 1’herbe. On a parlé de gendarmes ivres. Un procès instruit à Amiens en 1942 a désigné les coupables: des soldats de la Ve compagnie du 28e régiment d’Abbeville “qui ont exécuté, certain à contrecoeur”. La suite et la fin du procès continué à Paris, fut secret, rapporte la compagne de Joris van Severen dans le très beau livre qu’elle lui a consacré, Joris van Severen, une âme.

La mort tragique de Joris van Severen suscite en moi une émotion particulière. Non que l’idéal qui était le sien et surtout la forme qu’il lui a donné attire l’adhésion du francophone des Flandres que je suis et demeure.

Mais le jour où Van Severen fut exécuté j’étais à Abbeville. J’ai quitté Abbeville dans la nuit du 20 mai vers 3 h du matin, peu après sans doute que le convoi des prisonniers soit arrivé.

J’avais... six ans. J’étais avec mes grands-parents pris dans la foule de l’exode. Mon grand-père paternel, un chirurgien, avait trouve asile pour la nuit chez un de ses confrères.

Avant l’aube, on est venu me réveiller. Il nous fallait partir. En hâte. Les ponts allaient sauter. Nous réussîmes à échapper au piège d’Abbeville.. Piège parce que la petite cité, dernier verrou avant la percée vers la mer, allait être matraquée par les bombardements allemands le jour même. Beaucoup de réfugiés belges sont ensevelis au cimetière d’Abbeville, où repose Joris van Severen...

Non loin de la, à Fauquemberge, il est une tombe à laquelle je rends souvent visite. Celle d’une petite fille. Elle avait 18 mois et mourut lors d’une attaque de Stukas. Elle s’appe1ait Noëlle. C’était ma soeur.

Si l’idéal de la Grande Néerlande exaltait Joris van Severen, celui de la grande Bourgogne inspirait le condottière du fascisme belge, Léon Degrelle, le fondateur de Rex, abréviation de Christus Rex, maison d’édition liée à l’action catholique. En nouveau messie, Degrelle était moins évangélique. mais charismatique... On disait volontiers de lui qu’il aurait, avec sa faconde, pu vendre des frigidaires aux esquimaux. (…)”

__________________

Luc Beyer de Ryke, La Belgique en sursis, FX de Guibert, Parijs, 2007, pp. 82-85.

 

Joris van Severen en internet

Via het wereldwijde web vindt men niet alleen vlot onze eigen pagina's [http://www.jorisvanseveren.org] (met o.m. de elektronische versie van deze Nieuwsbrief) maar ook tal van andere teksten over Joris van Severen en zijn beweging. Onder de recente oogst o.m. de volgende tekst(en). De betitelingen zijn deze van de betreffende internetpagina’s.

We brengen ze meestal zonder commentaar.

Maurits Cailliau

Joris van Severen: Een conservatief revolutionair (2)

door Frederik van Gent

[deel 2] Joris van Severen besefte dat hij een koerswijziging moest maken om politiek te overleven. Deze koerswijziging ging echter ook gepaard met een innerlijke rijping: de Belgische staat moest niet worden omver geworpen omwille van de Vlaamse aansluiting bij Nederland, maar België moest als geheel worden aangehecht bij Nederland. Als de Walen dat vervolgens niet zouden willen dan moesten zij maar zich afscheiden. Door deze briljante politieke zet zouden niet de Vlamingen de separatisten zijn, maar de Walen. Vanaf deze koerswijziging zouden de Walen en Friezen, die geen Nederlands spraken, worden gezien als lotsverbonden landgenoten. Bovendien waren Nederland, België en Luxemburg oorspronkelijk één land ten tijde van de heerschappij van Karel V begin 16e eeuw.

Het streven naar de hereniging van België, Nederland en Luxemburg van het Verdinaso was geheel in de tijdgeest. Prominente geschiedschrijvers, zoals de Belgische professor Léon van der Essen en de Nederlandse professor Gerretson, onderkenden al de cultuurhistorische band tussen Nederland en België. Bovendien vond er in de tweede helft van de jaren 30 een toenadering plaats tussen Nederland en België onder de dreiging van de opkomst van Hitler-Duitsland en werden er door de koningshuizen beleefdheidsbezoeken gebracht over en weer. De hereniging van de Nederlanden werd historisch uitgewerkt door het mystificatie van de XVII Provinciën, de verloren eenheid in de 16e eeuw die tijdens de 17e en 18e eeuw levend bleef in Noord en Zuid. Het Verdinaso werd een pressiegroep die een Benelux avant la lettre nastreefde en daarvoor de grondslag legde door contacten met de latere stichters ervan zoals Paul-Henri Spaak. Door zijn loyale houding ten opzichte van België kreeg Van Severen niet alleen de nodige armslag maar ook een nieuwe aanhang onder de Franstalige adel.

Joris van Severen hoopte met zijn contacten met de hogere adellijke kringen de koning ertoe te bewegen om een regering van nationale eenheid te vormen. Hij had de tijdgeest mee, want de Belgische koning Leopold III was afkering van het parlementaire bestel en gevoelig voor de nieuwe ideeën. Bovendien voerde Van Severen reeds voorbereidende gesprekken met vooraanstaande politici. Er waren destijds veel politici in zowel Nederland als België overtuigd van de waarde van het solidarisme/corporatisme als sociale leer en de noodzaak van een politieke samenwerking tussen Nederland en België.

Evenals in 1914 trok het uitbreken van de oorlog in 1939 een streep door de rekening van Van Severen. In snel tempo veroverde Duitsland Polen en Scandinavië, waardoor de Duitse legers in het voorjaar van 1940 klaar stonden om het onvoorbereide West-Europa binnen te trekken. Joris van Severen moedigde zijn volgelingen aan om trouw te zijn aan het koningshuis en zich te melden als vrijwilliger voor het leger om de neutraliteit van Nederland en België te verdedigen: “Laat ons de besten onder de helm zijn en de dappersten aan het geweer!”

Toen op 10 mei 1940 de Duitsers Nederland en België binnenvielen werd Joris van Severen ondanks zijn loyaliteit aan de staat als staatsgevaarlijk gezien en opgepakt om vervolgens op transport te worden gezet naar Frankrijk. Zonder enige aanklacht werd hij in diverse gevangenissen opgesloten en tenslotte met andere politieke gevangen onwettig overgedragen aan de Franse autoriteiten. Door de verwarring in het Franse leger als gevolg van de Duitse successen werden de gevangenen voortdurend verplaatst, verwaarloosd en mishandeld.

Op 20 mei 1940 bevond Joris van Severen zich samen met zijn persoonlijk secretaris Jan Rijckoort onder de naar Frankrijk afgevoerde gevangenen in de kiosk van de Picardische stad Abbeville aan de Somme. De Duitsers bombardeerden de Fransen genadeloos en de Franse soldaten en officieren raakten buiten zinnen. Één voor één werden de gevangenen naar buiten gebracht en zonder vorm van proces neergeschoten, waaronder een Nederlandse bejaarde grootmoeder in het bijzijn van haar kleindochter...

Terwijl de gevangenen in angst en beven hun lot afwachten, stond Joris van Severen op. Hij kon dit schouwspel niet langer aanzien en was van zins om een einde te maken aan de slachting door persoonlijk in te grijpen. Toen hij de kiosk uitliep werd hij opgemerkt door de Franse soldaten die hem direct neerschoten, waarna zijn secretaris, die hem trouw was gevolgd, werd doodgeslagen. Een dag later vonden de Duitse soldaten de lijken van de neergeschoten gevangenen die zonder te zijn begraven waren achtergelaten door de terugtrekkende Fransen.

Joris van Severen was in veel opzichten een kind van zijn tijd: traditioneel Katholiek, oorlogsveteraan en Vlaamsgezind. Toch was hij een opmerkelijke persoonlijkheid door zijn belezenheid en gevoel voor stijl. Hij was bovendien zeer rechtlijnig en uitgesproken in zijn ideeën, die kunnen worden samengevat in de leuze: de Nederlanden en Orde. Orde in de zin van een natuurlijke herordening van de samenleving naar Gods woord en de Nederlanden als de gestalte van het Prinsenvolk dat de delta der Lage Landen tot grootheid heeft gebracht.

Heden ten dage houdt het Studiecentrum Joris van Severen de gedachte aan Joris van Severen levend door het uitbrengen van een wetenschappelijk verantwoord jaarboek en een driemaandelijkse Nieuwsbrief. Tevens worden er door het Studiecentrum colloquia gehouden over zijn persoon en zijn invloed. Voor meer informatie: http://www.jorisvanseveren.org. Het secretariaat van de werkgroep kunt u ook aanschrijven: Maurits Cailliau, Paddevijverstraat 2, B-8900 Ieper.

Ontleend aan :Nederlandse webpagina’s: http://bitterlemon.eu/

[Het eerste deel van deze internettekst verscheen in de vorige Nieuwsbrief ]


SPROKKELS

In deze rubriek verwijzen we zonder veel commentaar naar recente publicaties waarin Joris van Severen en/of het Verdinaso vermeld worden. We citeren de meest treffende passussen woordelijk zonder daarin volledigheid na te streven. We verzoeken onze lezers, met ons, uit te zien naar publicaties die voor deze rubriek 'stof' kunnen leveren en ons kopie van de betreffende passages toe te sturen.

 

Christelijk nationalisme

“(…) Joop den Uyl werd in Hilversum geboren in een gereformeerd middenstandsgezin. Hij was net tien toen zijn vader [in 1929] overleed. (…) Tot overmaat van ramp klapten ook de beurzen in elkaar. Voor de gretige, naar vitalistische poëzie hunkerende, scholier Joop was de crisis juist aanleiding over de grenzen heen te kijken. Hij zocht naar een ‘christelijk nationalisme’ dat zich teweer kon stellen tegen het ongelovige grauw. (…) In de lage landen boeide het Verbond van Diets Nationaal Solidaristen (Verdinaso) hem, zonder dat hij lid werd van welke club dan ook.. ‘Wij strijden tegen die geldmacht, die koopmansgeest die Nederland ten verderve voert’, schreef de scholier Den Uyl in 1935 in een opstel.

Den Uyl was geen uitzondering. Veel jonge mannen die door hun afkomst niet naar het socialisme of liberalisme kónden overstappen, schurkten in die jaren tegen allerhande pleitbezorgers van een nieuwe anti-plutocratische orde aan. (…)”

________________

Hubert Smeets, Schuld en socialisme. Stimulerende biografie van de ‘politieke mens’ Den Uyl, in NRC-Handelsblad, 22 februari 2008, n.a.v. de dissertatie van Anet Bleich, Joop den Uyl,1919-1987. Dromer en doordouwer, Uitg. Balans, 544 pp., 35 €. Nota Nieuwsbriefredactie: Joop den Uyl werd na de oorlog een prominent sociaal-democratisch politicus, die van 1973 tot 1977 als premier het Kabinet Den Uyl leidde.

Raak

“(…) Dans les premiers temps de l’occupation, on avait fondé beaucoup d’espoirs sur l’influence et le progrès du Mouvement Dinaso qui avait paru orienter une fraction importante des intelletuels flamands dans la voie d’un nationalisme Belge respectueux des droits des deux ‘comminautés populaires’. Les dirigeants Dinaso, fidèles à la pensée de Joris van Severen, ont été débordés, puis éliminés. (…)”

___________________

Paul Struye, L’Evolution du sentiment public en Belgiqie sous l’occopation Allemande, Les Editions Lumière, Brussel, 1944.

Zoon over vader

Mijn Kempense vader, en zo waren er meer met humaniorastudies in de jaren dertig - het hoogste wat gewone mensen toen haalden - was een sympathisant van Joris van Severen. Deze West-Vlaamse bourgeoiszoon begon als Vlaams-nationalistisch parlementslid maar werd gezogen naar de Nieuwe Orde van de jaren dertig, wat leidde tot zijn Verbond van Dietse Nationaal Solidaristen (Verdinaso). Is dit folkloristische geschiedenis? Neen, het is verhelderend voor 2007. Van Severen was gecultiveerd, zeer belezen, koket in zijn kostuums, verlekkerd op vrouwen - van het etherische soort naast die van de rodelichtjesbars in Blankenberge. Hij had een bloedhekel aan de drinkende, lallende Vlaamse studenten met petten en stokken. In zijn ogen weinig beter dan rommel. De Leider zag een nieuwe elite binnen een België dat teruggreep naar de Bourgondische traditie (hij leefde jaren in het pand Cruyce van Bourgondië aan het Brugse Belfort). De Bourgondische hertogen verbonden Vlaanderen met Bourgogne en schiepen een meertalige smeltkroes van hoofsheid, kunst, muziek en macht. Het Verdinaso lokte jonge, rechtsrevolutionaire Vlamingen en had op de duur eveneens een Franstalige vleugel, die opkwam voor "le pays Thiois", een Diets vaderland van zeventien provinciën - België plus Nederland (Benelux avant la lettre).

___________________

Bert de Graeve in een interview met Frans Crols, in: Bert de Graeve, Vlerick en wij, weekblad Trends, 6 oktober 2007.

De misvatting van Brunclair

“(…) Sporadisch schreef Brunclair in [Ons Vaderland en De Schelde] ook artikelen over de Vlaamse zaak. Toen na de Duitse verkiezingen in 1932 de NSDAP als grootste fractie haar intrede in de Rijksdag deed, wees hij in Ons Vaderland op het gevaar hiervan voor de Europese vrede. Voor Brunclair behoorde het tot de verrassende verschijnselen van de politiek dat wat in Duitsland uiterst rechts heet, in Vlaanderen beschouwd moet worden als uiterst links: ginds de Nazi’s, hier hun geestesverwanten de Dinaso’s. Het nationaal-solidarisme, waar het in 1931 door Joris van Severen en Wies Moens opgerichte Verdinaso zich op baseerde, was inderdaad een hybride ideologie die aanvankelijk ook gerangschikt werd onder de radicale linkerzijde van het nationalisme. (…)”

______________________

Dieter Vandenbroucke, ‘De ware geestesmensch laat zich niet politiseren’. Victor Brunclair en de verhouding tussen kunst en politiek en het verlangen naar een Vlaams eenheidsfront, in: Geert Buelens e.a., De trust der vaderlandsliefde. Over literatuur en Vlaamse Beweging 1890-1940, AMVC Letterenhuis, 2005, pp. 138-161.

Voor wie het nog niet wist of misschien vergeten was!

“Le passé du leader de la NVA n’est pas des plus sympathiques. Historiens, les frères De Wever sont spécialisés dans l’étude du mouvement nationaliste flamand Verdinaso, que défendait les politiques d’Hitler et de Mussolini sur l’Etat thiois (Flandre Belge, Française et des Pays-bas). Leur père était membre de la ligue Nationale Flamande et du VMO (Vlaamse Militanten Orde) et sa famille, soupçonnée de collaboration, fut poursuivie au sortir de la guerre. (…) Mais Bart de Wever a donc ses racines dans la droite flamande la plus extrême. (…)”

_______________

Aanvang van een historisch “verhelderend” artikel in Journal La Meuse van 3.12.07, p. 3. Nieuw is wel dat Adolf en Benito – althans volgens deze bron - voorstander waren van de Dietse staat!

Grenzeloze fantasie

Via het internet valt een thesis te raadplegen van een zekere Jeffrey de Keyser waarmee hij in het academiejaar 2006-07 onder promotorschap van prof. dr. Carl Devos promoveerde tot licentiaat in de politieke wetenschappen. Titel: De NSV als metapolitieke voorhoede. Een duik in de kweekvijver van het Vlaams Belang”.

Interessant zijn de pagina’s 94 e.v. waarin uitgebreid geschreven wordt over Joris van Severen maar met o.a. volgende gigantische vervalsing van de geschiedenis, nl. dat Joris van Severen is “doodgeschoten tijdens een uit de hand gelopen vuurgevecht.” (sic)

Hoe linkse politicologen de geschiedenis vervalsen: van fusillade tot vuurgevecht. Als dat onze nieuwe lichting politicologen is, … arm Vlaanderen, arme politieke wetenschap, arme politicologen die amper iets weten over de recente geschiedenis.

_________________

Zie: www.blokwatch.be/images/FILES/thesissen/2007_dekeyser_thesis-nsv-pdf