> nieuwsbrief > 2001 nr 1
 
 
mededelingen
signalementen
de doordrijver
herinneringen
sprokkels
Een Witte Raaf?
Nog over Leo Meert en Joris van Severen
Notariële akte overdracht archieven Joris van Severen
In Memoriam.

Mededelingen

Hernieuwen bijdrage jaar 2001

Met dit nummer van de Nieuwsbrief vatten we niet slechts de 5e jaargang aan, maar treden we ook een nieuw millinium binnen. Een millinium dat nog baat kan hebben zich de lessen van Joris van Severen omtrent de menselijke persoon en het geordend samenleven in solidariteit in herinnering te roepen.
Straks - tegen einde mei - verschijnt ook ons 5e Jaarboek Joris van Severen, waarin o.m. de volledige referaten van het Tweede colloquium Joris van Severen - dat plaatsvond op 16 september jl. te Wakken - zullen gepubliceerd worden.
Toen we met onze jaarboekenreeks begonnen hadden we het opzet elk jaar een boekdeel van 176 p. aan te bieden. We hebben ons aan dit opzet niet kunnen houden: jaarboek 3 telde 272 p en jaarboek 4 bundelde 208 p. boeiende lectuur. Het ziet er naar uit dat ook het 5e jaarboek de 176 p. ruim zal overschrijden.
Een en ander verantwoordt o.i. de noodzaak om de minimumbijdrage vast te leggen op 800 BEF; hetzij 50 BEF meer dan voorheen. Daarvoor ontvangt u naast het nieuwe jaarboek uiteraard ook de vier nummers van de Nieuwsbrief.
Voor het welslagen van dit opzet blijven we, als voorheen, uiteraard aangewezen op de generositeit van de groeiende schaar van belangstellenden, die spontaan gehoor blijven geven aan ons verzoek om de bijdrage naar boven af te ronden tot het ronde bedrag van 1000 BEF. We hopen ook dit jaar op hun engagement te mogen rekenen
Als bijlage bij dit eerste nummer van de Nieuwsbrief vindt u ook een folder die een eerste kennismaking met ons opzet biedt. Vanzelfsprekend is die niet voor u bedoeld, maar wel voor mogelijke belangstellenden uit uw vrienden- of kennisenkring die wellicht slechts een duwtje in de rug behoeven om tot onze kring toe te treden. Geeft u hem of haar, met de folder, dat noodzakelijke duwtje! Méér exemplaren van de folder ontvangt u op eenvoudig verzoek.

E-post en heempagina

Het in vorig nummer van de Nieuwsbrief meegedeelde e-postadres blijft geldig. Niettemin hebben we om organisatorische redenen overgeschakeld op volgend e-postadres: secretariaat@jorisvanseveren.org  De in vorig nummer in het vooruitzicht gestelde heempagina of home page werd ondertussen gerealiseerd. U vindt ons - met o.m. de vorige Nieuwsbrief - op het web-adres: http://www.jorisvanseveren.org  Maak vrienden en kennissen waarvan hoger sprake ook hierop attent.

Verwarring voorkomen

Er blijft verwarring heersen tussen de verschillende initiatieven die zich op de naam van Joris van Severen beroepen. We sommen ze even op: Abbeville vzw staat in voor het onderhoud van het dubbelgraf te Abbeville en richt de jaarlijkse bedevaart in; Wakken Herdenkt vzw bouwt in Van Severens geboorteplaats een aan Van Severen en Hugo Verriest gewijd museum uit; de Stichting Joris van Severen vzw (Brugge), staat in voor de jaarlijkse herdenkingsmis in de abdij van Steenbrugge te Assebroek; en 'lest but not least' ons Studie- en Coördinatiecentrum Joris van Severen vzw, dat de uitgever is van het Jaarboek Joris van Severen en de Nieuwsbrief Joris van Severen en ook de Colloquia Joris van Severen (aspect: 'studie') inricht. Elk van deze vier initiatieven vindt in de Nieuwsbrief probleemloos de ruimte om z'n activiteiten aan te kondigen (aspect: 'coördinatie'). Beide eerstgenoemde vzw's doen bij gelegenheid beroep op steun teneinde hun taak te volbrengen; beide laatstgenoemde vzw's kennen een vorm van lidmaatschap. En bij dit laatste loopt het wel eens mank en heerst wel eens verwarring: wie b.v. lid wordt van de Brugse Stichting is niet meteen ook "toetredend lid" van het Studie- en Coördinatiecentrum - en zal dus niet automatisch het Jaarboek en/of de Nieuwsbrief ontvangen. Omgekeerd steunt wie lid wordt van laatstgenoemde vzw niet automatisch het Brugs initiatief.
 

Signalementen

De Doordrijver (bis)

U zult zich de oproep herinneren (in de vorige Nieuwsbrief) omtrent de periodiek De Doordrijver - nationaal-solidaristisch strijdblad dat in 1934 in Haarlem uitgegeven werd en waaromtrent we nadere gegevens vroegen.
Historicus Dr. P. van Hees (Utrecht) verwees ons terzake - waarvoor onze dank - naar het lemma van zijn hand in de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging - deel 1, p. 189, waar hij o.m. ook verwijst naar de voorganger van De Doordrijver die De Aanval als titel droeg. Hij besluit dat beide bladen dezelfde 'toonzetting' vertonen en dus wel uit dezelfde hoek kwamen, nl. deze van H.A. Sinclair de Rochemont. Toen deze in het najaar van 1931 contact poogde te leggen met Joris van Severen, "wees deze onmiddelijke banden af. Sinclair besloot toen op 16 januari 1932 zelf het Verbond van Nationaal-Solidaristen in Rijks-Nederland op te richten met De Aanval als eigen blad." De Doordrijver kan dus beschouwd worden als opvolger van De Aanval. Tussen februari 1934 en juni 1934 verschenen er vijf nummers van. Geen van beide bladen had dus iets te maken met het Verdinaso van Joris van Severen.
 

Een witte raaf:
Parlementair H. Lahaye in de bres voor
de nagedachtenis van Joris van Severen?(*)

Medio 1951 wist mr. Edmond Camerlynck uit Ieper zijn stadsgenoot, de advocaat en liberaal kamerlid Hilaire Lahaye te bewegen tot het indienen van een vraag tot interpellatie in de Kamer. Lahaye verzocht Camerlynck het ontwerp van de interpellatie te willen opstellen en het hem "voor inlassing aan de drukkerij" door te sturen. De brief van Lahaye die het ontwerp vergezelt, is gedateerd 25 juli 1951. De "vraag tot interpellatie", op papier met briefhoofd van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, geven we hieronder weer. Het is ons niet bekend of de interpellatie ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Misschien kan dit door iemand die de wegen daartoe kent nagegaan worden. Merkwaardig is ook dat Lahaye in z'n brief gewag maakt van een door hemzelf op 19 juli 1951 "op de plaats van de gruweldaad" te Abbeville doorgevoerd onderzoek.

Maurits Cailliau

Vraag tot interpellatie bij de burelen van de Kamer ingediend.

Liberaal volksvertegenwoordiger Hilaire Lahaye heeft zoëven in een schrijven aan de Heer Voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers gericht, deze verzocht bij de heropening der Kamer, de Heren ministers van Justitie en van Landsverdediging te mogen interpelleren:


(*) In de nochthans uitputtende studie van Carlos Vlaemynck, Dossier Abbeville, Leuven, 1977, wordt van dit initiatief geen gewag gemaakt.

Nog over Leo Meert en Joris van Severen

Maurits Cailliau, Ieper

In het 4e Jaarboek Joris van Severen publiceerden we - en gaven we enige commentaar bij - de pennestrijd tussen Joris van Severen en Leo Meert n.a.v. de nakende publicatie van De boodschap van de haat in Meerts boek De nood van 't land. 1
Die pennestrijd werd betwist in de loop van de maanden april en mei 1924.
De voormalige activist Leo Meert was toen voor Joris van Severen geen onbekende meer. Ze hadden elkaar reeds ontmoet en uitgebreid kennis gemaakt naar aanleiding van Van Severens reis naar Nederland in de tweede helft van september 1921. Meert die toen in Fasendorf in het westen van de huidige deelstaat Saksen resideerde 2 - zijn woonst aldaar droeg de weidse naam Vlamenhof - was klaarblijkelijk naar Nederland afgezakt teneinde er met Van Severen kennis te maken.
Joris van Severen was op 20 september naar Delft gespoord, waar hij omstreeks 5.00 uur verwelkomd werd door zijn oude frontkameraad Karel de Schaepdryver - een van de "sublieme deserteurs" - die hem 's anderendaags ook met uitgewekenen uit het activistische kamp in contact bracht.
Welke positieve indruk Leo Meert toen bij Van Severen naliet, blijkt uit diens dagboeknotities. We nemen de betreffende passages zonder verdere commentaar over:

Dinsdag 21 september 1920
"Juul [Charpentier], [Alfons] Depla, Hugo V.d.B., V.d.Kerckh., Leo Meert. Uiteenzetting van de tragische toestand van Ons Vaderland. Leo speelt zijn laatste of liever zijn schoonste troef uit.
Leo is me zeer sympathiek. Een flink, dapper, zeer verstandigdenkend, helderziend en breedbeschouwend mens, van verre de flinkste van al de activisten die 'k hier ooit heb ontmoet. Zijn zekerheid en sobere ernst werken magnetisch en ik heb spontaan volle vertrouwen in de leider en diepe genegenheid voor de mens. 'n Sterke man, 'n rusteloze maar harmonisch werkende energie en boven alles een durvende, niets ontziende oprechtheid. 'n Rijp mens en 'n synthetisch werkende politieker. Hij is alleen te vinden voor grote, ernstige zaken, voor de rest is zijn tijd te kostelijk. Door dat alles 'n fel innemende persoonlijkheid.

Donderdag 23 september 1920
's Avonds met Juul bij Leo. Waar Leo me belangwekkende dingen meedeelt over het activisme. Het meest zonderlinge is dat ie me vertelt over de binst de oorlog bestaande coalitie tegen het activisme: het Duits franskiljonisme der Duitse kapitalisten en der Duitse militaire overheid, het Spaans gezantschap met de Villalobar, het Hollandse gezantschap met Van Vollenhoven en 't Belgisch franskiljons "comité de ravitaillement". Op die wijze toont ie me aan wat ik hier dikwijls reeds hoorde: dat de Duitsers naïeve kinders in politiek [zijn] en op dat terrein natuurlijk de doortrapte geslepenheid der Fransen niet meester kunnen worden. Daarom zeker hun cultus der macht.
Meert meent dat Vlaanderen zich niet kan loswerken zolang Duitsland plat ligt, omdat Vlaanderen alleen onmogelijk tegen België-Frankrijk op kan en Holland Vlaanderen maar zal helpen wanneer het er dubbeltjes bij verdient of wanneer het dankzij Duitslands voorbeeld rustigjes die weg mag opgaan. En ik geloof dat ook. Duitsland plat is in West-Europa de volledige onevenwichtigheid ten voordele van Frankrijk, dat sluw en sterk genoeg is om zijn grote Gallische droom, spijts Vlaanderen in alle geval, te verwezenlijken. En dit zien we reeds in werkelijkheid: Vlaanderens strijd gaat nu tegen de coalitie Brussel-franskiljonisme-Wallonië-Frankrijk en in die strijd staat Vlaanderen alleen. Hoe zal het hem uitvechten? Hachelijk. Thans gaat het waarlijk om leven of dood en nu wordt de strijd voor goed echt tragisch." Einde citaat.

Joris van Severen toerde door Nederland tot 27 september. Hij ontmoette er o.m. ook nog Josué de Decker. De koele afstandelijkheid van de nuchtere Nederlanders lag hem niet. Zijn dagboekrelaas van die reis eindigt dan ook met de verzuchting: "Ben blij naar Vlaanderen terug te keren."
________________________
1 Een noodlottige dwaling. 'De boodschap van de Haat', in a.w., p. 123-132.
2 W. Dolderer, Activistische ballingen in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog, in: Wetenschappelijke tijdingen, juni 2000, p. 96-97.

Notariële akte overdracht archieven Joris van Severen

Op achtentwintig maart tweeduizend, te Leuven, voor mij, meester Gwen Daniels, notaris te Oud-Heverlee, zijn verschenen:
 
  • de heer Rudy (...) Pauwels, ere-notaris, geboren te Deinze op drieëntwintig april negentienhonderd tweeëndertig, wonend te 9831 Deurle;
  • Hierna genoemd "de schenkers".
    En II. de Katholieke Universiteit te Leuven, gevestigd te Leuven (...) hier vertegenwoordigd door: beiden handelend ingevolge volmacht hen verleend door de Raad van Beheer (...); Hierna genoemd "de begiftigde". Die ons verklaard hebben wat volgt:
    Schenking
    De schenkers verklaren onder levenden te schenken aan voormelde begiftigde, onder de hierna vermelde modaliteiten, volgende roerende goederen:
    De archieven en verzamelingen betreffende Joris van Severen, de familie Van Severen, het Verdinaso en Louis Gueuning, evenals de auteursrechten, voor zover de schenkers hierover beschikken.
    Geschat op honderdduizend Belgische frank.

    Aanvaarding
    De begiftigde, vertegenwoordigd als gezegd, verklaart uitdrukkelijk deze schenking te aanvaarden, zoals dit beslist werd door de Raad van Beheer (...)
    Algemene voorwaarden van deze schenking

    1. De begiftigde bekomt vanaf heden de volle eigendom en het genot van de geschonken goederen.
    2. De goederen worden geschonken in de staat zoals zij zich op heden bevinden.
    3. De kosten van deze akte vallen ten laste van de begiftigde.
    4. Bijzondere modaliteit van deze schenking
    5. De geschonken archieven en verzamelingen zullen worden bewaard in het Universiteitsarchief te Leuven.
    6. Het Universiteitsarchief verplicht zich ertoe de geschonken archieven en documenten te bewaren en te beheren met de zorgen van een goed huisvader.
    7. De genoemde archieven en verzamelingen en de stukken betreffende Van Severen en het Verdinaso, die zich reeds in het Universiteitsarchief bevinden, zullen worden verenigd tot één geheel en worden bewaard onder de naam Archief Joris van Severen in een afzonderlijke ruimte, die ook kan dienen als werkkamer voor gekwalificeerde onderzoekers.
    8. Binnen de kortst mogelijke tijd zal er van de genoemde archieven en verzamelingen een inventaris worden opgemaakt waarvan de schenkers ieder één exemplaar ontvangen.
    9. De schenkers alsmede de personen die door de schenkers gezamenlijk worden aanbevolen, krijgen te allen tijde inzage in alle stukken.
    10. De archieven en verzamelingen zijn niet toegankelijk voor anderen vooraleer zij geordend en beschreven zijn. Naarmate de catalogi en inventarissen afgewerkt worden, zal in overleg met de schenkers worden vastgesteld welke stukken beperking van de toegankelijkheid wordt opgelegd, voor welke termijn die beperking geldt en via welke procedure toegang kan worden verleend. Geen enkel embargo kan verder reiken dan twintig mei tweeduizend en tien voor de stukken betreffende Joris van Severen en het Verdinaso en voor de stukken betreffende Louis Gueuning tot elf november tweeduizend éénenveertig.
    11. De bezoekers dienen zich aan te melden in de studiezaal van het Universiteitsarchief en het leeszaalregister in te vullen.
    12. De stukken uit de archieven en verzamelingen van Rudy Pauwels, die zich bevinden in het Museum Verriest-Van Severen van de vzw Wakken Herdenkt te Wakken, maken integraal deel uit van onderhavige schenking. Het Universiteitsarchief zal, in overleg met de schenker, bepaalde stukken in langdurige bruikleen geven aan dat museum met het oog op zijn instandhouding. In dezelfde voorwaarden kunnen bepaalde stukken van het Universiteitsarchief in tijdelijke bruikleen gegeven worden en kan het Universiteitsarchief medewerken aan andere initiatieven die een bredere visualisering beogen. Het Universiteitsarchief zal waken over de verzekering en bewaring in goede omstandigheden van al de toevertrouwde stukken. Indien nodig voor hun behoud, kunnen van de originelen kopieën worden tentoongesteld.
    13. De rechten van de schenkers, zoals bepaald in de hiervoor vermelde punten 4, 5, 6 en 8 gaan na hun overlijden over op de fysische persoon die zij hierbij aanduiden, namelijk:
    1. Indien derden de K.U.Leuven in gebreke stellen of dagvaarden met betrekking tot hun vermeende aanspraken op auteursrecht, een persoonlijkheidsrecht of enig ander recht dat zij zouden menen te hebben in verband met de publicatie van uit de schenking afkomstige tekst(en) en/of iconografisch materiaal, dan kan de K.U.Leuven tegen de schenkers geen enkele vrijwaringsvordering en/of andere rechtsvordering instellen.
    2. Indien deze schenking aanleiding zou geven tot schenkingsrechten en/of andere fiscale lasten, dan zal de begiftigde de schenkers hiervoor volledig vrijwaren.
    Verklaring pro fisco (...) // Bevestiging identiteit (...). Waarvan akte.
    Verleden op voormelde plaats en datum. En na integrale voorlezing, hebben partijen samen met mij, notaris, getekend.
    (get.) R. Pauwels, J. Werkers, A. Oosterlinck, V. Goedseels, G. Daniels.

    In memoriam

    Palmer Ruysschaert (Tiegem 16.10.1905-Veurne 25.9.2000) was met z'n hoge leeftijd wellicht de nestor van de Vlaamse en Groot-Nederlandse beweging. Als jong student trok hij naar de normaalschool van Torhout en eindigde z'n loopbaan als taalinspecteur Nederlands voor het zeer delicate gebied van Komen-Moeskroen. Hij was een man met stijl die steeds en overal voornaamheid uitstraalde. Moeten we aan toevoegen dat hij een overtuigd lid van het Verdinaso was? Hij publiceerde ook enkele boeken op het terrein van de Nederlandse integratie, o.a. Standpunten en Drie Vlaamse pionniers en was nauw betrokken bij de activiteiten ten bate van Frans-Vlaanderen.
    (KvK en MC)
    Jos Hendrickx (Antwerpen 17 januari 1921-Wavre 2 november 2000) heeft weliswaar niet tot het Verdinaso behoord, maar was lid van de Ridderschap van de door Louis Gueuning opgerichte Joris van Severen-Orde die in de jaren 1940-45 onverdroten inspanningen leverde om de leer van Joris van Severen gaaf te bewaren. Ook in de jaren na WO.II stond Jos aan Gueunings zijde - inzet die tijdelijk onderbroken werd door zijn verblijf als planter in de toenmalige Belgische kolonie, waar hij zijn opleiding als landbouwkundig ingenieur in praktijk bracht. Later werd Jos directeur van de landbouwschool te Herve en toen hij op pensioen ging volgde hij opnieuw cursussen aan de Leuvense universiteit en in Louvain-la-Neuve. Bij het overlijden van Roger Liefooghe nam hij het hoofdredacteurschap van het blad Kenmerk-l'Accent voor zijn rekening. Zijn zorg om de gaafheid en de eenheid van de Nederlanden dragen allen met zich mee die het voorrecht gehad hebben hem te mogen kennen. Onze vzw verliest met hem een van haar stichtende leden.
    MC
    Herinneringen....(10)
    Alfons van Opstal, Schilde

    Alfons van Opstal heeft in het Verdinaso en meer bepaald in de Dietse Militantenorde - en haar voorgangers - een belangrijke rol gespeeld. Sedert kort zette hij zich aan het neerschrijven van zijn herinneringen aan de jaren van het interbellum. We meenden er goed aan te doen fragmenten daarvan te publiceren. Zij dragen er immers toe bij de tijd van toen te ontsluiten en toegankelijker te maken voor de jongere generaties. Na zijn bezinning n.a.v. de bedevaart naar Abbeville ('Herinneringen 9') sluit dit vervolg aan op 'Herinneringen 8' als verschenen in de 'Nieuwsbrief' nr. 2 van de vorige jaargang.

    Met onze naweekdienst in Turnhout-Ravels hadden we onze mensen aldaar beslist een riem onder het hart gestoken. Ze hadden niet slechts de smaak voor maar vooral de geest van het Verdinaso voor goed te pakken. Een paar maanden na ons bezoek organiseerden ze op eigen kracht een werfvergadering, waarvoor ze met strooibiljetten een oproep hadden verspreid. Op de fabrieken werd evenwel bekend gemaakt dat er bij de marxisten tot een tegenbetoging was opgeroepen. En die lui daar, in de traditioneel katholieke Noorderkempen, hadden harde koppen; wie zich toen in die streek openlijk tot het socialisme bekende moest wel een overtuigd iemand zijn en voor geen kleintje vervaard.
    Dat hadden we overigens reeds voorheen ondervonden, toen we met enkelen in het stadscentrum colporteerden en ons plots omsingeld zagen door een dreigende links-geïnspireerde bende. Als steeds poogden we een nakend straatgevecht te voorkomen, temeer daar we er onze groeiende afdeling in dat burgerlijk ingestelde stadje niet met het odium van "vechtersbazen" wilden belasten. De aanhoudende roddel en leugen op dit vlak, voortspruitend uit onze vaste wil om waar nodig spreekrecht af te dwingen, had onze beweging reeds vaker parten gespeeld.
    Ook te Turnhout hadden we ons toen rustig verder colporterend teruggetrokken, op de voet gevolgd door een tierende meute die dreigde met knuppels en stenen, tot we ter hoogte van de woning van dr. Jan Vogels gekomen waren. Precies op dat moment - de positie van dr. Vogels in onze beweging zal hen niet onbekend geweest zijn - dreigde een stormloop ons onder de voet te lopen.
    Vooraleer de meute kon toeslaan had dr. Vogels evenwel z'n huisdeur ontsloten en een schot gelost met z'n alarmpistool. De algemene verwarring die intrad bood ons de kans rustig z'n huis binnen te gaan en te ontsnappen aan de kasseien die ons achterna rolden. Het straatrumoer hield nog even aan, waarbij een kassei door een raam werd gegooid vooraleer we kans zagen de rolluiken neer te laten. Eerst toen de sterke arm der wet, in de persoon van twee rijkswachters, opdaagde viel alles weer in z'n rustige zondagse plooi.
    Die ervaring van vroeger vormde reden genoeg om de nieuwe werfvergadering buiten het stadscentrum te beleggen, temeer daar herrieschoppers van dat allooi niet direct tot grote inspanningen bereid bleken te zijn. Niettemin had Jef Missoorten - onze 'kolonel' in de Vlaamse Militie - het zekere voor het onzekere genomen en een 20-tal mannen gemobiliseerd. Wij vertrokken aan het Antwerpse St.-Jansplein met een te grote groep voor de te kleine camion waarover we konden beschikken. Het werd dus een rechtstaande tocht waarbij we over de toenmalige oubollige kasseien schommelden en waarbij iedereen aan elk steun moest geven teneinde overeind te blijven. Nauwelijks vertrokken weerschalde niettemin reeds ons lijflied: Wij mannen van het Verdinaso veroveren iedere gouw... In de te kleine laadbak vormde ons lied een luid schallend koor, en precies daarom gaf Missoorten de chauffeur opdracht om een paar straten van de toen reeds beruchte Seefhoek te doorkruisen alvorens langs de Schijnpoort de stad te verlaten. Ook bij het doorkruisen van Deurne weerschaalde een lied. Uitzonderlijk verliep de reis verder zonder oponthoud en omstreeks 10 uur doorkruisten we zingend Turnhout om een half uur later in Ravels aan te komen. We waren ruim op tijd aangezien de werfvergadering eerst om 15 uur zou aanvangen. Achteraf bekeken hadden we de resterende tijd wellicht beter kunnen gebruiken om in de stad en de omliggende dorpen propaganda te gaan voeren, temeer daar ons steunpunt in de streek nog maar over weinig mensen kon beschikken. Missoorten verkoos echter, naar oude gewoonte, met ons naar de bossen van Arendonk te trekken om er, in afwachting van het middagmaal, mars- en orde-oefeningen te houden.
    Dat deze "drill" weinig met cadaverdiscipline te maken had en het ludieke element de boventoon voerde, zal blijken uit het vervolg van dit verhaal, waarbij uiteraard ook een verslag van het verloop van de werfvergadering.

    Sprokkels

    In deze rubriek verwijzen we zonder veel commentaar naar recente publicaties waarin Joris van Severen en/of het Verdinaso vermeld worden. We citeren de meest treffende passussen woordelijk zonder daarin volledigheid na te streven. We verzoeken onze lezers, met ons, uit te zien naar publicaties die voor deze rubriek 'stof' kunnen leveren en ons kopie van de betreffende passages toe te sturen.

    De Lampaerts

    "(...) Senior [Lampaert] trok zich een hele tijd geen politiek meer aan tot hij in 1930 bekoord werd door de politiek van het Verdinaso dat de eenheid van Dietsland nastreefde en fascistisch getint was. Hij en zijn kinderen begonnen letterlijk te dwepen met de leider van dit verbond, Joris van Severen, een zeer gepleegd en intelligent man met een nobel voorkomen. Joris was zeer dikwijls bij de Lampaerts op bezoek. (...) Tot in mei veertig Joris van Severen door het Belgisch gerecht aan de Franse soldateska werd uitgeleverd en door deze laatste in Abbeville werd vermoord. Dit sloeg bij de Lampaerts in als een bom. Hun afgrijzen en woede voor deze laffe moord van hun vriend en idool Joris waren overweldigend.(...)"
    _________________
    Andreas van Wambeke, De tragedie van een familie, in: Pieter Jan Verstraete (ed.), De Zaak Lampaert. Vader en zoonsamen voor het excecutiepeleton, p. 53-54. Uitgave Groeninge, Kortrijk, ISBN 90-71868-38-9.

    De democratie is niet in gevaar

    meent prof. em. Lode Wils, in een bijdrage over Extreem-rechts in de jaren dertig en vandaag. "Tot slot is er [ook vandaag nog] de vaak onderschatte factor van elementen uit vroegere perioden die nu nog nawerken. Onder meer Joris van Severen, de belangrijkste theoreticus van rechts in de jaren dertig, bouwde verder op de antidemocratische opstelling die in kerkelijke milieus leefde. In de jaren '70 werd duidelijk dat die antidemocratische stroming nog sterk leefde in kringen van de gewezen collaboratie", meent hij.

    __________________

    Tertio, nr. 2, 23 februari 2000, p. 7.

    Moedwil of domheid

    "Faam verwierf hij [de fotograaf Willy Kessels] door zijn reportagefoto's op de filmset van Misère au Borinage, maar schande werd zijn deel toen hij door zijn vriendschap met Verdinaso-leider Joris van Severen in het vaarwater van de collaboratie terecht kwam." Of met andere woorden: Kessels volgde Van Severen in de collaboratie. Moedwil of domheid? We houden het op dit laatste. (MC)
    ___________________
    Jan Braet, Een politiek proces, in, Knack, 1 maart 2000, p. 68.

    Een tekeningetje graag!

    "(...) Het 'onstandvastig' karakter van Van Severens ideeëngoed is geen goed argument om hem niet in een bepaalde ideologische context van het interbellum te plaatsen die afwisselend kan omschreven met begrippen als Nieuwe Orde, rechts radicalisme of (pre-)fascisme. Het is immers al op verschillende plaatsen uitputtend nagegaan en beschreven hoe hybridische en bijwijlen kameleonachtige denkwijzen juist de kenmerken par exellence zijn van een rechts-radicale of fascistische Weltanschauung. Schijnbare ideologische contradicties, zoals de glijdende overgang van een bewondering voor de bolsjevistische revolutie naar een aristocratisch elitedenken, zijn niet in tegenspraak maar juist een bevestiging van dit gegeven. Telkens weer hebben rechts-radicale denkers een soort wereldbeschouwelijke osmose bewerkstelligd met de nationale context waarin ze opereerden. (...)" Nvdr: wie kan volgen mag z'n vinger opsteken.
    _____________________
    Georgi Verbeeck in z'n recentie van Luc Pauwels, De ideologische evolutie van Joris van Severen (Jaarboek 3), in Wetenschappelijke Tijdingen, jg. LIX/2 (juni 2000, p. 110-112.

    Landdagen nieuwe stijl

    "De eerste landdag van het Verdinaso greep plaats in het Vlaams Huis van Roeselare op 10 juli 1932. Ook de landdagen van 10 september 1933 en 7 oktober 1934 vonden plaats in een eerder bescheiden zaal, nl. het Vlaams Huis van Tielt dat sedert de stichting van het Verdinaso een dinasohuis of groenhuis werd genoemd, naar de kleur van de hemden van de Dietse Militie (DM), die sedert de wet op de private milities (29 juli 1934) werd omgevormd tot Dietse Militanten Orde (DMO). Dat de kleur van het uniformhemd de naamgeving beïnvloedde duidt al op het belang van de militie in het Verdinaso. Joris van Severen pleitte al vele jaren voor een radicale stijlverandering in de schoot van het Vlaams-nationalisme. Hij wilde gedisciplineerde milities vormen die klaargestoomd werden om gewapenderhand een staatsgreep te plegen om aldus de Belgische staat te vernietigen en de Dietse staat te realiseren. Zelf zag Van Severen zich als de Leider wiens bevel wet was. Elk overleg met andersdenkenden werd van de hand gewezen. Deelname aan verkiezingen en parlementaire politiek werd om die redenen van de hand gewezen. De landdagen moesten het visitekaartje zijn van deze nieuwe orde. Er werd dan ook zeer veel aandacht besteed aan de organisatie ervan. Om die reden werden de landdagen van 4 augustus 1935 en 9 augustus 1936 georganiseerd in open lucht op een groot terrein te Sint-Kruis nabij Brugge. Bedoeling was te imponeren met een militaristisch vertoon dat de slagkracht van de beweging verzinnebeelde. Centraal in het hele gebeuren stond Van Severen wiens redevoeringen de koers bepaalden. Op de landdag van 1934 maakte hij zijn volgelingen diets dat de Walen geromaniseerde Dietsers waren en dat dit inzicht tot een nieuwe marsrichting noopte waarbij België niet langer vernietigd wel maar veroverd moest worden. Dat betekende een breuk met het anti-Belgische Vlaams-nationalisme. Op de landdagen van 29 augustus 1937 in Antwerpen en 11 september 1938 in Gent werd de pro-Belgische lijn voortgezet. In Antwerpen wapperde voor het eerst de Belgische driekleur naast de Nederlandse. Van Severen sprak er in de twee landstalen. Dit maakte een opening naar antidemocratische Belgische milieus, maar sloot de recrutering in het Vlaams-nationalisme definitief uit. Het Verdinaso bleef een kleine beweging. Op de landdag van 1938 waren zo'n 7000 aanwezigen. De achtste landdag was voorzien op 10 september 1939 in Brussel maar ging niet door wegens het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.
    De stichting van het Verdinaso was een belangrijk moment in de crisis van het Vlaams-nationalisme. Niet weinigen waren het eens met Van Severens ideeën over het politieke bedrijf, terwijl Dietsland algemeen aanvaard werd als het logische einddoel van de Vlaamse strijd, maar daarom niet als politiek programmapunt.De meeste Vlaams-nationalistische leiders aanvaardden het leiderschap van Van Severen niet terwijl ze ook hun parlementaire mandaten niet op de tocht wilden zetten.(...)"
    ___________________
    Bruno de Wever, Vlaams-nationalistische landdagen tijdens het interbellum, in: Vlamingen komt in massa. De Vlaamse beweging als massabeweging, p. 79-80. Uitg. Provinciebestuur Oost-Vlaanderen & Archief en Documentatiecentrum van het Vlaams-nationalisme, 1999. ISBN 90-76686-03-3, prijs (ex. verzendkosten) 750 BEF.

    De Lage Landen

    "In 1931 werd reeds het Verbond van Dietse Nationaal Solidaristen [Verdinaso] opgericht. Als leider trad naar voren Joris van Severen (1894-1940). Deze exparlementariër voor de Frontpartij en charismatische man blijft een wat enigmatische figuur. Hij was zowel een groot lezer van Proust als een bewonderaar van Charles Maurras (1868-1952), stichter van de Action Fran-çaise, en van Salazar. In 1921 had hij het tijdschrift Ter Waarheid met het Gedachtenleven in Vlaanderen en in de Wereld uitgegeven dat in een barokke stijl een heel programma ter verheffing van de mens aankondigde. Vindt men in deze teksten nog een bonte mengeling van allerlei ideologiën - ook socialistische - dan zal dit vanaf 1926 grondig veranderen. In Vlaanderen verwierp hij als eerste verkondiger van een fascistische ideologie het parlementair systeem. Hij droomde van een autoritair geordende staat, weliswaar los van nazi-Duitsland. Bij dit alles kwam hij naar voren als een geboren leider, een aanvoerder van een elite die hem onvoorwaardelijk wilde volgen. Ook toen hij in 1934 zijn volgelingen het ideaal van de 16e-eeuwse Bourgondische Kreits voorhield! Dat het Verdinaso Joris van Severen was, bleek na zijn dood in Abbeville waar hij werd vermoord door dronken Franse soldaten. In feite stierf de beweging op dezelfde dag."
    ____________________
    Raoul Bauer, De Lage Landen een geschiedenis in de spiegel van Europa, Lannoo, Tielt, 1994, p. 265. [ISBN 90 209 2354 4]

    Andermaal: begrip en onbegrip

    "(...) Groot-Nederland en een fascistische orde werden geïntegreerde doelen. Van Severen trachtte ook effectief het Verdinaso in Nederland uit te bouwen. Begin 1934 maakte hij er een tournee. Het succes was uiterst beperkt. Meer dan enkele honderden Nederlanders kon de Leider niet in vervoering brengen. Toch was het Van Severen ernst met zijn poging in Nederland voet aan de grond te krijgen. Hij probeerde ten minste de Groot-Nederlandse doelstellingen enige praktische consequentie te geven.
    Dat het nationale doel nochtans in functie bleef staan van het fascistische machtsstreven bleek uit het gemak waarmee Van Severen al in 1934 het nationale territorium van Groot-Nederland wijzigde. De 'Nieuwe Marsrichting' bepaalde dat het Verdinaso de macht zou grijpen in de 'Belgische ruimte'. De Walen werden beschouwd als 'romaanse Dietsers' en nog even later bouwde het Verdinaso een Belgisch patriottisch imago uit. Die evolutie was een totale ommekeer voor de radicale anti-Belgische Dietsers die hun heil hadden gezocht in het Verdinaso. Jarenlang hadden ze anti-Belgische pap gelepeld en nu werd hen plots een bord Belgische pap voorgeschoteld. Het verrassende is dat het overgrote deel van de ca. 3000 leden zonder morren begon te lepelen. Dissidenten waren er nauwelijks. Moens en Hermans waren de uitzonderingen. Daaruit valt af te leiden dat zowel het Groot-Nederlands radicalisme als het anti-Belgicisme voor het gros van de Dinaso's geen essentiële afgeleiden waren van een rechts-revolutionair gedachtengoed. (...)
    De 'nieuwe marsrichting' van het Verdinaso betekende een breuk met het traditionele taalnationalisme en dus met het Vlaams-nationalisme. Het idee van een meertalige Dietse natie botste met het fundament van het Vlaams-nationalisme. Van Severen was verplicht om andere funderingen te leggen. Hij zocht ze in het Bourgondische verleden, in racistische theorieën en in de Belgische dynastie.
    Over de drijfveren van Van Severen om zijn beweging te verzoenen met de Belgische staat werden al boeken vol geschreven. Essentieel is het feit dat hij een pragmatische oplossing zocht voor twee problemen. Ten eerste wilde hij de maatregelen die de Belgische staat tegen het Verdinaso nam neutraliseren. Ten tweede wenste hij een ideologische barrière op te werpen tegen een concurrent die de oorspronkelijke Dinaso-doelstellingen recupereerde."
    ______________
    Bart en Bruno de Wever, Groot-Nederland als utopie en voorwendsel, in: Kas Deprez & Louis Vos,  Nationalisme in België. Identiteiten in beweging. 1780-2000, Houtekiet, Antwerpen, 1999, pp. 149-150.

    Inzicht

    "Tegen de massawerking die zo typisch was niet enkel voor de ideologie maar vooral voor de praktijk van het fascisme werden door anderen afwijkende waarden gesteld: bij de Verdinaso-leider Joris van Severen zou de vorming van de persoonlijkheid binnen de gemeenschap een rol hebben gespeeld en waren zelfs personalistische invloeden te onderkennen, al heeft hij vanaf een bepaald ogenblik zich wel degelijk fascistisch opgesteld." (p. 52).
    "[Victor] Leemans' 'ridder-monnik', die het bekende portret oproept dat de fotograaf Willy Kessels van Joris van Severen maakte en dat wel vergeleken is met de portretten van Memling, hield zich niet bezig met "tijdverkwistende discussies" en had slechts misprijzen voor de invloed van de massa." (p. 143)
    ___________________
    Olivier Boehme, Revolutie van rechts en intellecturelen in Vlaanderen tijdens het interbellum. Acco, Leuven, 1999. ISBN 90-334-4384-8.

    Stropers?

    "Aan Anton Mussert spiegelen zij zich niet. Mussert immers, heeft het eigenbelang laten prevaleren boven dat van Dietsland. Nee, hun ideologische leidsman heet Joris van Severen: de grote roerganger van het (Vlaams) Verbond van Dietse Nationaal-Solidaristen (Verdinaso). En nationaal-solidarisme is wezensvreemd aan het nationaal-socialisme.(...)"
    ________________
    Sander van Walsum, Dietse Nationaal-Solidaristen op strooptocht in het Nederlandse dagblad Volkskrant van 10 februari 2000, naar aanleiding van een bijdrage over het Landelijk Actieplatform Nationalistische Studenten (LANS).

    .