> nieuwsbrief > 2001 nr 1
Mededelingen
Hernieuwen bijdrage jaar 2001
Met dit nummer van de Nieuwsbrief vatten we niet slechts de 5e jaargang
aan, maar treden we ook een nieuw millinium binnen. Een millinium dat nog
baat kan hebben zich de lessen van Joris van Severen omtrent de menselijke
persoon en het geordend samenleven in solidariteit in herinnering te roepen.
Straks - tegen einde mei - verschijnt ook ons 5e Jaarboek Joris
van Severen, waarin o.m. de volledige referaten van het Tweede colloquium
Joris van Severen - dat plaatsvond op 16 september jl. te Wakken - zullen
gepubliceerd worden.
Toen we met onze jaarboekenreeks begonnen hadden we het opzet elk jaar
een boekdeel van 176 p. aan te bieden. We hebben ons aan dit opzet niet
kunnen houden: jaarboek 3 telde 272 p en jaarboek 4 bundelde 208 p. boeiende
lectuur. Het ziet er naar uit dat ook het 5e jaarboek de 176 p. ruim zal
overschrijden.
Een en ander verantwoordt o.i. de noodzaak om de minimumbijdrage vast
te leggen op 800 BEF; hetzij 50 BEF meer dan voorheen. Daarvoor ontvangt
u naast het nieuwe jaarboek uiteraard ook de vier nummers van de Nieuwsbrief.
Voor het welslagen van dit opzet blijven we, als voorheen, uiteraard
aangewezen op de generositeit van de groeiende schaar van belangstellenden,
die spontaan gehoor blijven geven aan ons verzoek om de bijdrage naar boven
af te ronden tot het ronde bedrag van 1000 BEF. We hopen ook dit jaar op
hun engagement te mogen rekenen
Als bijlage bij dit eerste nummer van de Nieuwsbrief vindt u
ook een folder die een eerste kennismaking met ons opzet biedt. Vanzelfsprekend
is die niet voor u bedoeld, maar wel voor mogelijke belangstellenden uit
uw vrienden- of kennisenkring die wellicht slechts een duwtje in de rug
behoeven om tot onze kring toe te treden. Geeft u hem of haar, met de folder,
dat noodzakelijke duwtje! Méér exemplaren van de folder ontvangt
u op eenvoudig verzoek.
E-post en heempagina
Het in vorig nummer van de Nieuwsbrief meegedeelde e-postadres blijft geldig.
Niettemin hebben we om organisatorische redenen overgeschakeld op volgend
e-postadres: secretariaat@jorisvanseveren.org
De in vorig nummer in het vooruitzicht gestelde heempagina of home page
werd ondertussen gerealiseerd. U vindt ons - met o.m. de vorige Nieuwsbrief
- op het web-adres: http://www.jorisvanseveren.org Maak vrienden
en kennissen waarvan hoger sprake ook hierop attent.
Verwarring voorkomen
Er blijft verwarring heersen tussen de verschillende initiatieven die zich
op de naam van Joris van Severen beroepen. We sommen ze even op: Abbeville
vzw staat in voor het onderhoud van het dubbelgraf te Abbeville en
richt de jaarlijkse bedevaart in; Wakken Herdenkt vzw bouwt in Van
Severens geboorteplaats een aan Van Severen en Hugo Verriest gewijd museum
uit; de Stichting Joris van Severen vzw (Brugge), staat in voor
de jaarlijkse herdenkingsmis in de abdij van Steenbrugge te Assebroek;
en 'lest but not least' ons Studie- en Coördinatiecentrum Joris
van Severen vzw, dat de uitgever is van het Jaarboek Joris van Severen
en de Nieuwsbrief Joris van Severen en ook de Colloquia Joris
van Severen (aspect: 'studie') inricht. Elk van deze vier initiatieven
vindt in de Nieuwsbrief probleemloos de ruimte om z'n activiteiten
aan te kondigen (aspect: 'coördinatie'). Beide eerstgenoemde vzw's
doen bij gelegenheid beroep op steun teneinde hun taak te volbrengen; beide
laatstgenoemde vzw's kennen een vorm van lidmaatschap. En bij dit laatste
loopt het wel eens mank en heerst wel eens verwarring: wie b.v. lid wordt
van de Brugse Stichting is niet meteen ook "toetredend lid" van het Studie-
en Coördinatiecentrum - en zal dus niet automatisch het
Jaarboek en/of de Nieuwsbrief ontvangen. Omgekeerd steunt wie lid
wordt van laatstgenoemde vzw niet automatisch het Brugs initiatief.
Signalementen
-
In Wetenschappelijke tijdingen (nr. 3/2000) lazen we een aanmoedigende
recentie van de hand van dr. Lode Wils over ons vierde Jaarboek Joris
van Severen, waaruit blijkt dat het jaarboek: "weer verschillende bijdragen
[telt] die de aandacht verdienen ook van anderen dan de bewonderaars van
de stichter en leider van het Verdinaso." Ook Bormshuis-Broederband
(nr. 6/2000) bracht een lovende recentie.
-
In het Franstalige Renaissance Européenne (nr. 45, zomer
2000) werd vrij uitgebreid aandacht besteed aan Joris van Severen. We lazen
o.m. een bezinnend verslag over de jongste bedevaart naar Abbeville en
een biografische nota over Van Severen met als titel Un chef, un homme.
-
De Zaak Lampaert. Vader en zoon samen voor het executiepeloton.
Zo luidt de titel van de jongste publicatie van ons vzw-bestuurslid Pieter
Jan Verstraete. Het boek omvat twee delen: een historische inleiding van
de hand van Verstraete en een soort dagboek over de zaak van Andreas van
Wambeke, een goede bekende van de Gentse familie Lampaert. De vader, Walter
sr. stamde uit het activisme en werd in de dertiger jaren een fervent aanhanger
en milde steuner van Joris van Severen en diens beweging. Tijdens WO.II
kwam de familie in de collaboratie terecht, waarin ze overigens geen prominente
rol speelde. Niettemin kwam de familie bij de bevrijding in de cel terecht.
De vader en de oudste zoon, beiden Walters, werden samen gefusilleerd,
een andere zoon en de dochter kregen zware gevangenisstraffen. Het boek
is een uitgave van Groeninghe, Budastraat 56, 8500 Kortrijk (ISBN 90-7186-38-9)
en kost 650 BEF (ex. verzendkosten). Cf. ook de rubriek Sprokkels.
-
Oranjejeugd-brochures. Tijdens de 17 jaren van haar bestaan gaf
Oranjejeugd
een hele reeks lezenswaardige brochures uit. Uit die reeks resulteerden
de restoplagen waarvan sprake in bijliggende folder. Ze worden thans bij
wijze van uniek aanbod aangeprezen tegen zeer voordelige voorwaarden.
-
Op 9 december 2000 verscheen van de hand van ons vzw-bestuurslid en jaarboekmedewerker
Kurt Ravyts, in samenwerking met de heemkundige Jos Rondas, de studie Het
Brugse 1940-1945. Deel 1: Collaboratie en verzet. Na Ravyts' onderzoek
naar het Verdinaso te Tielt wordt via dit werk opnieuw de sluier gelicht
over het reilen en zeilen binnen een lokale afdeling van het Verdinaso.
De auteur ging na hoe men in die afdeling reageerde op de dood van Joris
van Severen en op de machtsgreep van de groep rond Jef François
en Pol le Roy. Tevens deed hij een gedetailleerd onderzoek over de verdere
evolutie van de leden waarvan sommigen zich in de meest radicale collaboratie
waagden (DeVlag en Germaanse SS Vlaanderen), terwijl anderen zich meenden
te moeten onthouden van elk verder engagement of zelfs in het verzet terechtkwamen.
Het boek is een uitgave van Groeninghe, Budastraat 56, 8500 Kortrijk, telt
664 p en kost (ex. verzending) 999 BEF.
-
Onder de titel Puntjes op de i wijdt het maandblad Delta (november
2000) enkele beschouwingen aan ons 2e colloquium, waarbij vooral het referaat
van drs. Bart de Wever geviseerd wordt. We stellen voor om eerst kennis
te nemen van het referaat in zijn geheel (dat in het eerstvolgende Jaarboek
Joris van Severen zal gepubliceerd worden), teneinde er met zin voor
nuances de misschien nodige kanttekeningen bij te plaatsen.
-
Van "Histories sluit zijn najaar af met een driedelige reeks over beruchte
Belgische collaborateurs (Degrelle, Verschaeve en Van Severen)"
- aldus het VRT-blad Muziek en Woord (november 2000). Waarom Joris
van Severen in deze reeks het epiteton "collaborateur" toebedeeld kreeg,
daar heeft de lezer het raden naar. Uit het begeleidend paginagroot artikel
- Een vreemd charisma - van Daniël Vanacker blijkt nochtans
overduidelijk dat er van collaboratieneigingen bij Van Severen hoegenaamd
geen sprake was, nog afgezien van het feit dat hij vermoord werd nog voor
de Duitsers het hier voor het zeggen kregen. In een volgend nummer komen
we uiteraard terug op de uitzending zelf.
De Doordrijver (bis)
U zult zich de oproep herinneren (in de vorige Nieuwsbrief) omtrent
de periodiek De Doordrijver - nationaal-solidaristisch strijdblad
dat
in 1934 in Haarlem uitgegeven werd en waaromtrent we nadere gegevens vroegen.
Historicus Dr. P. van Hees (Utrecht) verwees ons terzake - waarvoor
onze dank - naar het lemma van zijn hand in de Nieuwe Encyclopedie van
de Vlaamse Beweging - deel 1, p. 189, waar hij o.m. ook verwijst naar
de voorganger van De Doordrijver die De Aanval als
titel droeg. Hij besluit dat beide bladen dezelfde 'toonzetting' vertonen
en dus wel uit dezelfde hoek kwamen, nl. deze van H.A. Sinclair de Rochemont.
Toen deze in het najaar van 1931 contact poogde te leggen met Joris van
Severen, "wees deze onmiddelijke banden af. Sinclair besloot toen op 16
januari 1932 zelf het Verbond van Nationaal-Solidaristen in Rijks-Nederland
op te richten met De Aanval als eigen blad." De Doordrijver
kan dus beschouwd worden als opvolger van De Aanval. Tussen februari
1934 en juni 1934 verschenen er vijf nummers van. Geen van beide bladen
had dus iets te maken met het Verdinaso van Joris van Severen.
Een witte raaf:
Parlementair H. Lahaye in de bres voor
de nagedachtenis van Joris van Severen?(*)
Medio 1951 wist mr. Edmond Camerlynck uit Ieper zijn stadsgenoot, de
advocaat en liberaal kamerlid Hilaire Lahaye te bewegen tot het indienen
van een vraag tot interpellatie in de Kamer. Lahaye verzocht Camerlynck
het ontwerp van de interpellatie te willen opstellen en het hem "voor inlassing
aan de drukkerij" door te sturen. De brief van Lahaye die het ontwerp vergezelt,
is gedateerd 25 juli 1951. De "vraag tot interpellatie", op papier met
briefhoofd van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, geven we hieronder
weer. Het is ons niet bekend of de interpellatie ook daadwerkelijk heeft
plaatsgevonden. Misschien kan dit door iemand die de wegen daartoe kent
nagegaan worden. Merkwaardig is ook dat Lahaye in z'n brief gewag maakt
van een door hemzelf op 19 juli 1951 "op de plaats van de gruweldaad" te
Abbeville doorgevoerd onderzoek.
Maurits Cailliau
Vraag tot interpellatie bij de burelen van de Kamer ingediend.
Liberaal volksvertegenwoordiger Hilaire Lahaye heeft zoëven in een
schrijven aan de Heer Voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers
gericht, deze verzocht bij de heropening der Kamer, de Heren ministers
van Justitie en van Landsverdediging te mogen interpelleren:
-
over de moorden van Abbeville in de beroerde meidagen van 1940 gepleegd;
-
over de aanhouding van Joris van Severen en Jan Rykoort (sic), wier idealen
interpellant niet deelde, en als slachtoffers vielen van een niet te rechtvaardigen
aanslag;
-
over het persoonlijk onderzoek ter plaatse van de misdaad door interpellant
geleid en de inlichtingen door hemzelf te Abbeville op 19 juli 1951 ingewonnen;
-
wie de aanhouding van Joris van Severen en Jan Rykoort heeft bevolen;
-
welke de reden was die tot deze aanhouding aanleiding heeft gegeven;
-
welke het toenmalig oordeel was van de Heer Spaak betreffende deze aanhoudingen;
-
of de verantwoordelijken van deze aanhoudingen gevolgd van moord gestraft
zijn geweest of niet;
-
of men niet door de vingers heeft gezien omdat er wellicht hooggeplaatste
magistraten een onherstelbare vergissing begingen;
-
of de familie van deze personen vergoed zijn geworden;
-
waarom VNV-leider Stad Declercq op hetzelfde ogenblik in vrijheid werd
gesteld terwijl dit voor Joris van Severen niet mogelijk bleek;
-
wie de invrijheidstelling van Staf Declercq heeft beijverd en waarom.
(*) In de nochthans uitputtende studie van Carlos Vlaemynck, Dossier
Abbeville, Leuven, 1977, wordt van dit initiatief geen gewag gemaakt.
Nog over Leo Meert en Joris van Severen
Maurits Cailliau, Ieper
In het 4e Jaarboek Joris van Severen publiceerden we - en gaven
we enige commentaar bij - de pennestrijd tussen Joris van Severen en Leo
Meert n.a.v. de nakende publicatie van De boodschap van de haat
in Meerts boek De nood van 't land. 1
Die pennestrijd werd betwist in de loop van de maanden april en mei
1924.
De voormalige activist Leo Meert was toen voor Joris van Severen geen
onbekende meer. Ze hadden elkaar reeds ontmoet en uitgebreid kennis gemaakt
naar aanleiding van Van Severens reis naar Nederland in de tweede helft
van september 1921. Meert die toen in Fasendorf in het westen van de huidige
deelstaat Saksen resideerde 2 - zijn woonst aldaar droeg de weidse naam
Vlamenhof - was klaarblijkelijk naar Nederland afgezakt teneinde er met
Van Severen kennis te maken.
Joris van Severen was op 20 september naar Delft gespoord, waar hij
omstreeks 5.00 uur verwelkomd werd door zijn oude frontkameraad Karel de
Schaepdryver - een van de "sublieme deserteurs" - die hem 's anderendaags
ook met uitgewekenen uit het activistische kamp in contact bracht.
Welke positieve indruk Leo Meert toen bij Van Severen naliet, blijkt
uit diens dagboeknotities. We nemen de betreffende passages zonder verdere
commentaar over:
Dinsdag 21 september 1920
"Juul [Charpentier], [Alfons] Depla, Hugo V.d.B., V.d.Kerckh., Leo
Meert. Uiteenzetting van de tragische toestand van Ons Vaderland. Leo speelt
zijn laatste of liever zijn schoonste troef uit.
Leo is me zeer sympathiek. Een flink, dapper, zeer verstandigdenkend,
helderziend en breedbeschouwend mens, van verre de flinkste van al de activisten
die 'k hier ooit heb ontmoet. Zijn zekerheid en sobere ernst werken magnetisch
en ik heb spontaan volle vertrouwen in de leider en diepe genegenheid voor
de mens. 'n Sterke man, 'n rusteloze maar harmonisch werkende energie en
boven alles een durvende, niets ontziende oprechtheid. 'n Rijp mens en
'n synthetisch werkende politieker. Hij is alleen te vinden voor grote,
ernstige zaken, voor de rest is zijn tijd te kostelijk. Door dat alles
'n fel innemende persoonlijkheid.
Donderdag 23 september 1920
's Avonds met Juul bij Leo. Waar Leo me belangwekkende dingen meedeelt
over het activisme. Het meest zonderlinge is dat ie me vertelt over de
binst de oorlog bestaande coalitie tegen het activisme: het Duits franskiljonisme
der Duitse kapitalisten en der Duitse militaire overheid, het Spaans gezantschap
met de Villalobar, het Hollandse gezantschap met Van Vollenhoven en 't
Belgisch franskiljons "comité de ravitaillement". Op die wijze toont
ie me aan wat ik hier dikwijls reeds hoorde: dat de Duitsers naïeve
kinders in politiek [zijn] en op dat terrein natuurlijk de doortrapte geslepenheid
der Fransen niet meester kunnen worden. Daarom zeker hun cultus der macht.
Meert meent dat Vlaanderen zich niet kan loswerken zolang Duitsland
plat ligt, omdat Vlaanderen alleen onmogelijk tegen België-Frankrijk
op kan en Holland Vlaanderen maar zal helpen wanneer het er dubbeltjes
bij verdient of wanneer het dankzij Duitslands voorbeeld rustigjes die
weg mag opgaan. En ik geloof dat ook. Duitsland plat is in West-Europa
de volledige onevenwichtigheid ten voordele van Frankrijk, dat sluw en
sterk genoeg is om zijn grote Gallische droom, spijts Vlaanderen in alle
geval, te verwezenlijken. En dit zien we reeds in werkelijkheid: Vlaanderens
strijd gaat nu tegen de coalitie Brussel-franskiljonisme-Wallonië-Frankrijk
en in die strijd staat Vlaanderen alleen. Hoe zal het hem uitvechten? Hachelijk.
Thans gaat het waarlijk om leven of dood en nu wordt de strijd voor goed
echt tragisch." Einde citaat.
Joris van Severen toerde door Nederland tot 27 september. Hij ontmoette
er o.m. ook nog Josué de Decker. De koele afstandelijkheid van de
nuchtere Nederlanders lag hem niet. Zijn dagboekrelaas van die reis eindigt
dan ook met de verzuchting: "Ben blij naar Vlaanderen terug te keren."
________________________
1 Een noodlottige dwaling. 'De boodschap van de Haat', in a.w.,
p. 123-132.
2 W. Dolderer, Activistische ballingen in Duitsland na de Eerste
Wereldoorlog, in: Wetenschappelijke tijdingen, juni 2000, p.
96-97.
Notariële akte overdracht archieven Joris van Severen
Op achtentwintig maart tweeduizend, te Leuven, voor mij, meester Gwen Daniels,
notaris te Oud-Heverlee, zijn verschenen:
de heer Rudy (...) Pauwels, ere-notaris, geboren te Deinze op drieëntwintig
april negentienhonderd tweeëndertig, wonend te 9831 Deurle;
-
de heer Josephus (...) Werkers, geboren te Kieldrecht op zesentwintig februari
negentienhonderd en elf, wonend te 2630 Aartselaar, handelend zowel voor
hemzelf als voor de feitelijke vereniging Nationaal Studie- en Documentatiecentrum
Joris van Severen, met zetel te Aartselaar;
Hierna genoemd "de schenkers".
En II. de Katholieke Universiteit te Leuven, gevestigd te Leuven (...)
hier vertegenwoordigd door:
-
de heer André Oosterlinck, Rector, gewoon hoogleraar, wonend te
Bierbeek
-
de heer Victor Goedseels, Algemeen beheerder, gewoon hoogleraar, wonend
te Kessel-Lo;
beiden handelend ingevolge volmacht hen verleend door de Raad van Beheer
(...); Hierna genoemd "de begiftigde". Die ons verklaard hebben wat volgt:
Schenking
De schenkers verklaren onder levenden te schenken aan voormelde begiftigde,
onder de hierna vermelde modaliteiten, volgende roerende goederen:
De archieven en verzamelingen betreffende Joris van Severen, de familie
Van Severen, het Verdinaso en Louis Gueuning, evenals de auteursrechten,
voor zover de schenkers hierover beschikken.
Geschat op honderdduizend Belgische frank.
Aanvaarding
De begiftigde, vertegenwoordigd als gezegd, verklaart uitdrukkelijk
deze schenking te aanvaarden, zoals dit beslist werd door de Raad van Beheer
(...)
Algemene voorwaarden van deze schenking
-
De begiftigde bekomt vanaf heden de volle eigendom en het genot van de
geschonken goederen.
-
De goederen worden geschonken in de staat zoals zij zich op heden bevinden.
-
De kosten van deze akte vallen ten laste van de begiftigde.
-
Bijzondere modaliteit van deze schenking
-
De geschonken archieven en verzamelingen zullen worden bewaard in het Universiteitsarchief
te Leuven.
-
Het Universiteitsarchief verplicht zich ertoe de geschonken archieven en
documenten te bewaren en te beheren met de zorgen van een goed huisvader.
-
De genoemde archieven en verzamelingen en de stukken betreffende Van Severen
en het Verdinaso, die zich reeds in het Universiteitsarchief bevinden,
zullen worden verenigd tot één geheel en worden bewaard onder
de naam Archief Joris van Severen in een afzonderlijke ruimte, die ook
kan dienen als werkkamer voor gekwalificeerde onderzoekers.
-
Binnen de kortst mogelijke tijd zal er van de genoemde archieven en verzamelingen
een inventaris worden opgemaakt waarvan de schenkers ieder één
exemplaar ontvangen.
-
De schenkers alsmede de personen die door de schenkers gezamenlijk worden
aanbevolen, krijgen te allen tijde inzage in alle stukken.
-
De archieven en verzamelingen zijn niet toegankelijk voor anderen vooraleer
zij geordend en beschreven zijn. Naarmate de catalogi en inventarissen
afgewerkt worden, zal in overleg met de schenkers worden vastgesteld welke
stukken beperking van de toegankelijkheid wordt opgelegd, voor welke termijn
die beperking geldt en via welke procedure toegang kan worden verleend.
Geen enkel embargo kan verder reiken dan twintig mei tweeduizend en tien
voor de stukken betreffende Joris van Severen en het Verdinaso en voor
de stukken betreffende Louis Gueuning tot elf november tweeduizend éénenveertig.
-
De bezoekers dienen zich aan te melden in de studiezaal van het Universiteitsarchief
en het leeszaalregister in te vullen.
-
De stukken uit de archieven en verzamelingen van Rudy Pauwels, die zich
bevinden in het Museum Verriest-Van Severen van de vzw Wakken Herdenkt
te Wakken, maken integraal deel uit van onderhavige schenking. Het Universiteitsarchief
zal, in overleg met de schenker, bepaalde stukken in langdurige bruikleen
geven aan dat museum met het oog op zijn instandhouding. In dezelfde voorwaarden
kunnen bepaalde stukken van het Universiteitsarchief in tijdelijke bruikleen
gegeven worden en kan het Universiteitsarchief medewerken aan andere initiatieven
die een bredere visualisering beogen. Het Universiteitsarchief zal waken
over de verzekering en bewaring in goede omstandigheden van al de toevertrouwde
stukken. Indien nodig voor hun behoud, kunnen van de originelen kopieën
worden tentoongesteld.
-
De rechten van de schenkers, zoals bepaald in de hiervoor vermelde punten
4, 5, 6 en 8 gaan na hun overlijden over op de fysische persoon die zij
hierbij aanduiden, namelijk:
-
voor de heer Rudy Pauwels: prof. dr. Matthias Storme, wonend 9030 Gent
-
voor de heer Jef Werkers: de heer Maurits Cailliau, wonend te 8900 Ieper.
-
Indien derden de K.U.Leuven in gebreke stellen of dagvaarden met betrekking
tot hun vermeende aanspraken op auteursrecht, een persoonlijkheidsrecht
of enig ander recht dat zij zouden menen te hebben in verband met de publicatie
van uit de schenking afkomstige tekst(en) en/of iconografisch materiaal,
dan kan de K.U.Leuven tegen de schenkers geen enkele vrijwaringsvordering
en/of andere rechtsvordering instellen.
-
Indien deze schenking aanleiding zou geven tot schenkingsrechten en/of
andere fiscale lasten, dan zal de begiftigde de schenkers hiervoor volledig
vrijwaren.
Verklaring pro fisco (...) // Bevestiging identiteit (...). Waarvan akte.
Verleden op voormelde plaats en datum. En na integrale voorlezing,
hebben partijen samen met mij, notaris, getekend.
(get.) R. Pauwels, J. Werkers, A. Oosterlinck, V. Goedseels, G. Daniels.
In memoriam
Palmer Ruysschaert (Tiegem 16.10.1905-Veurne 25.9.2000) was met z'n hoge
leeftijd wellicht de nestor van de Vlaamse en Groot-Nederlandse beweging.
Als jong student trok hij naar de normaalschool van Torhout en eindigde
z'n loopbaan als taalinspecteur Nederlands voor het zeer delicate gebied
van Komen-Moeskroen. Hij was een man met stijl die steeds en overal voornaamheid
uitstraalde. Moeten we aan toevoegen dat hij een overtuigd lid van het
Verdinaso was? Hij publiceerde ook enkele boeken op het terrein van de
Nederlandse integratie, o.a. Standpunten en Drie Vlaamse pionniers
en was nauw betrokken bij de activiteiten ten bate van Frans-Vlaanderen.
(KvK en MC)
Jos Hendrickx (Antwerpen 17 januari 1921-Wavre 2 november 2000) heeft weliswaar
niet tot het Verdinaso behoord, maar was lid van de Ridderschap van de
door Louis Gueuning opgerichte Joris van Severen-Orde die in de jaren 1940-45
onverdroten inspanningen leverde om de leer van Joris van Severen gaaf
te bewaren. Ook in de jaren na WO.II stond Jos aan Gueunings zijde - inzet
die tijdelijk onderbroken werd door zijn verblijf als planter in de toenmalige
Belgische kolonie, waar hij zijn opleiding als landbouwkundig ingenieur
in praktijk bracht. Later werd Jos directeur van de landbouwschool te Herve
en toen hij op pensioen ging volgde hij opnieuw cursussen aan de Leuvense
universiteit en in Louvain-la-Neuve. Bij het overlijden van Roger Liefooghe
nam hij het hoofdredacteurschap van het blad Kenmerk-l'Accent voor
zijn rekening. Zijn zorg om de gaafheid en de eenheid van de Nederlanden
dragen allen met zich mee die het voorrecht gehad hebben hem te mogen kennen.
Onze vzw verliest met hem een van haar stichtende leden.
MC
Herinneringen....(10)
Alfons van Opstal, Schilde
Alfons van Opstal heeft in het Verdinaso en meer bepaald in de Dietse
Militantenorde - en haar voorgangers - een belangrijke rol gespeeld. Sedert
kort zette hij zich aan het neerschrijven van zijn herinneringen aan de
jaren van het interbellum. We meenden er goed aan te doen fragmenten daarvan
te publiceren. Zij dragen er immers toe bij de tijd van toen te ontsluiten
en toegankelijker te maken voor de jongere generaties. Na zijn bezinning
n.a.v. de bedevaart naar Abbeville ('Herinneringen 9') sluit dit vervolg
aan op 'Herinneringen 8' als verschenen in de 'Nieuwsbrief' nr. 2 van de
vorige jaargang.
Met onze naweekdienst in Turnhout-Ravels hadden we onze mensen aldaar
beslist een riem onder het hart gestoken. Ze hadden niet slechts de smaak
voor maar vooral de geest van het Verdinaso voor goed te pakken. Een paar
maanden na ons bezoek organiseerden ze op eigen kracht een werfvergadering,
waarvoor ze met strooibiljetten een oproep hadden verspreid. Op de fabrieken
werd evenwel bekend gemaakt dat er bij de marxisten tot een tegenbetoging
was opgeroepen. En die lui daar, in de traditioneel katholieke Noorderkempen,
hadden harde koppen; wie zich toen in die streek openlijk tot het socialisme
bekende moest wel een overtuigd iemand zijn en voor geen kleintje vervaard.
Dat hadden we overigens reeds voorheen ondervonden, toen we met enkelen
in het stadscentrum colporteerden en ons plots omsingeld zagen door een
dreigende links-geïnspireerde bende. Als steeds poogden we een nakend
straatgevecht te voorkomen, temeer daar we er onze groeiende afdeling in
dat burgerlijk ingestelde stadje niet met het odium van "vechtersbazen"
wilden belasten. De aanhoudende roddel en leugen op dit vlak, voortspruitend
uit onze vaste wil om waar nodig spreekrecht af te dwingen, had onze beweging
reeds vaker parten gespeeld.
Ook te Turnhout hadden we ons toen rustig verder colporterend teruggetrokken,
op de voet gevolgd door een tierende meute die dreigde met knuppels en
stenen, tot we ter hoogte van de woning van dr. Jan Vogels gekomen waren.
Precies op dat moment - de positie van dr. Vogels in onze beweging zal
hen niet onbekend geweest zijn - dreigde een stormloop ons onder de voet
te lopen.
Vooraleer de meute kon toeslaan had dr. Vogels evenwel z'n huisdeur
ontsloten en een schot gelost met z'n alarmpistool. De algemene verwarring
die intrad bood ons de kans rustig z'n huis binnen te gaan en te ontsnappen
aan de kasseien die ons achterna rolden. Het straatrumoer hield nog even
aan, waarbij een kassei door een raam werd gegooid vooraleer we kans zagen
de rolluiken neer te laten. Eerst toen de sterke arm der wet, in de persoon
van twee rijkswachters, opdaagde viel alles weer in z'n rustige zondagse
plooi.
Die ervaring van vroeger vormde reden genoeg om de nieuwe werfvergadering
buiten het stadscentrum te beleggen, temeer daar herrieschoppers van dat
allooi niet direct tot grote inspanningen bereid bleken te zijn. Niettemin
had Jef Missoorten - onze 'kolonel' in de Vlaamse Militie - het zekere
voor het onzekere genomen en een 20-tal mannen gemobiliseerd. Wij vertrokken
aan het Antwerpse St.-Jansplein met een te grote groep voor de te kleine
camion waarover we konden beschikken. Het werd dus een rechtstaande tocht
waarbij we over de toenmalige oubollige kasseien schommelden en waarbij
iedereen aan elk steun moest geven teneinde overeind te blijven. Nauwelijks
vertrokken weerschalde niettemin reeds ons lijflied: Wij mannen van het
Verdinaso veroveren iedere gouw... In de te kleine laadbak vormde ons lied
een luid schallend koor, en precies daarom gaf Missoorten de chauffeur
opdracht om een paar straten van de toen reeds beruchte Seefhoek te doorkruisen
alvorens langs de Schijnpoort de stad te verlaten. Ook bij het doorkruisen
van Deurne weerschaalde een lied. Uitzonderlijk verliep de reis verder
zonder oponthoud en omstreeks 10 uur doorkruisten we zingend Turnhout om
een half uur later in Ravels aan te komen. We waren ruim op tijd aangezien
de werfvergadering eerst om 15 uur zou aanvangen. Achteraf bekeken hadden
we de resterende tijd wellicht beter kunnen gebruiken om in de stad en
de omliggende dorpen propaganda te gaan voeren, temeer daar ons steunpunt
in de streek nog maar over weinig mensen kon beschikken. Missoorten verkoos
echter, naar oude gewoonte, met ons naar de bossen van Arendonk te trekken
om er, in afwachting van het middagmaal, mars- en orde-oefeningen te houden.
Dat deze "drill" weinig met cadaverdiscipline te maken had en het ludieke
element de boventoon voerde, zal blijken uit het vervolg van dit verhaal,
waarbij uiteraard ook een verslag van het verloop van de werfvergadering.
Sprokkels
In deze rubriek verwijzen we zonder veel commentaar naar recente publicaties
waarin Joris van Severen en/of het Verdinaso vermeld worden. We citeren
de meest treffende passussen woordelijk zonder daarin volledigheid na te
streven. We verzoeken onze lezers, met ons, uit te zien naar publicaties
die voor deze rubriek 'stof' kunnen leveren en ons kopie van de betreffende
passages toe te sturen.
De Lampaerts
"(...) Senior [Lampaert] trok zich een hele tijd geen politiek meer aan
tot hij in 1930 bekoord werd door de politiek van het Verdinaso dat de
eenheid van Dietsland nastreefde en fascistisch getint was. Hij en zijn
kinderen begonnen letterlijk te dwepen met de leider van dit verbond, Joris
van Severen, een zeer gepleegd en intelligent man met een nobel voorkomen.
Joris was zeer dikwijls bij de Lampaerts op bezoek. (...) Tot in mei veertig
Joris van Severen door het Belgisch gerecht aan de Franse soldateska werd
uitgeleverd en door deze laatste in Abbeville werd vermoord. Dit sloeg
bij de Lampaerts in als een bom. Hun afgrijzen en woede voor deze laffe
moord van hun vriend en idool Joris waren overweldigend.(...)"
_________________
Andreas van Wambeke, De tragedie van een familie,
in: Pieter Jan Verstraete (ed.), De Zaak Lampaert. Vader en zoonsamen
voor het excecutiepeleton, p. 53-54. Uitgave Groeninge, Kortrijk, ISBN
90-71868-38-9.
De democratie is niet in gevaar
meent prof. em. Lode Wils, in een bijdrage over Extreem-rechts
in de jaren dertig en vandaag. "Tot slot is er [ook vandaag nog] de vaak
onderschatte factor van elementen uit vroegere perioden die nu nog nawerken.
Onder meer Joris van Severen, de belangrijkste theoreticus van rechts in
de jaren dertig, bouwde verder op de antidemocratische opstelling die in
kerkelijke milieus leefde. In de jaren '70 werd duidelijk dat die antidemocratische
stroming nog sterk leefde in kringen van de gewezen collaboratie", meent
hij.
__________________
Tertio, nr. 2, 23 februari 2000, p. 7.
Moedwil of domheid
"Faam verwierf hij [de fotograaf Willy Kessels] door zijn reportagefoto's
op de filmset van Misère au Borinage, maar schande werd zijn deel
toen hij door zijn vriendschap met Verdinaso-leider Joris van Severen in
het vaarwater van de collaboratie terecht kwam." Of met andere woorden:
Kessels volgde Van Severen in de collaboratie. Moedwil of domheid? We houden
het op dit laatste. (MC)
___________________
Jan Braet, Een politiek proces, in, Knack,
1 maart 2000, p. 68.
Een tekeningetje graag!
"(...) Het 'onstandvastig' karakter van Van Severens ideeëngoed is
geen goed argument om hem niet in een bepaalde ideologische context van
het interbellum te plaatsen die afwisselend kan omschreven met begrippen
als Nieuwe Orde, rechts radicalisme of (pre-)fascisme. Het is immers al
op verschillende plaatsen uitputtend nagegaan en beschreven hoe hybridische
en bijwijlen kameleonachtige denkwijzen juist de kenmerken par exellence
zijn van een rechts-radicale of fascistische Weltanschauung. Schijnbare
ideologische contradicties, zoals de glijdende overgang van een bewondering
voor de bolsjevistische revolutie naar een aristocratisch elitedenken,
zijn niet in tegenspraak maar juist een bevestiging van dit gegeven. Telkens
weer hebben rechts-radicale denkers een soort wereldbeschouwelijke osmose
bewerkstelligd met de nationale context waarin ze opereerden. (...)" Nvdr:
wie kan volgen mag z'n vinger opsteken.
_____________________
Georgi Verbeeck in z'n recentie van Luc Pauwels, De
ideologische evolutie van Joris van Severen (Jaarboek 3), in Wetenschappelijke
Tijdingen, jg. LIX/2 (juni 2000, p. 110-112.
Landdagen nieuwe stijl
"De eerste landdag van het Verdinaso greep plaats in het Vlaams Huis van
Roeselare op 10 juli 1932. Ook de landdagen van 10 september 1933 en 7
oktober 1934 vonden plaats in een eerder bescheiden zaal, nl. het Vlaams
Huis van Tielt dat sedert de stichting van het Verdinaso een dinasohuis
of groenhuis werd genoemd, naar de kleur van de hemden van de Dietse Militie
(DM), die sedert de wet op de private milities (29 juli 1934) werd omgevormd
tot Dietse Militanten Orde (DMO). Dat de kleur van het uniformhemd de naamgeving
beïnvloedde duidt al op het belang van de militie in het Verdinaso.
Joris van Severen pleitte al vele jaren voor een radicale stijlverandering
in de schoot van het Vlaams-nationalisme. Hij wilde gedisciplineerde milities
vormen die klaargestoomd werden om gewapenderhand een staatsgreep te plegen
om aldus de Belgische staat te vernietigen en de Dietse staat te realiseren.
Zelf zag Van Severen zich als de Leider wiens bevel wet was. Elk overleg
met andersdenkenden werd van de hand gewezen. Deelname aan verkiezingen
en parlementaire politiek werd om die redenen van de hand gewezen. De landdagen
moesten het visitekaartje zijn van deze nieuwe orde. Er werd dan ook zeer
veel aandacht besteed aan de organisatie ervan. Om die reden werden de
landdagen van 4 augustus 1935 en 9 augustus 1936 georganiseerd in open
lucht op een groot terrein te Sint-Kruis nabij Brugge. Bedoeling was te
imponeren met een militaristisch vertoon dat de slagkracht van de beweging
verzinnebeelde. Centraal in het hele gebeuren stond Van Severen wiens redevoeringen
de koers bepaalden. Op de landdag van 1934 maakte hij zijn volgelingen
diets dat de Walen geromaniseerde Dietsers waren en dat dit inzicht tot
een nieuwe marsrichting noopte waarbij België niet langer vernietigd
wel maar veroverd moest worden. Dat betekende een breuk met het anti-Belgische
Vlaams-nationalisme. Op de landdagen van 29 augustus 1937 in Antwerpen
en 11 september 1938 in Gent werd de pro-Belgische lijn voortgezet. In
Antwerpen wapperde voor het eerst de Belgische driekleur naast de Nederlandse.
Van Severen sprak er in de twee landstalen. Dit maakte een opening naar
antidemocratische Belgische milieus, maar sloot de recrutering in het Vlaams-nationalisme
definitief uit. Het Verdinaso bleef een kleine beweging. Op de landdag
van 1938 waren zo'n 7000 aanwezigen. De achtste landdag was voorzien op
10 september 1939 in Brussel maar ging niet door wegens het uitbreken van
de Tweede Wereldoorlog.
De stichting van het Verdinaso was een belangrijk moment in de crisis
van het Vlaams-nationalisme. Niet weinigen waren het eens met Van Severens
ideeën over het politieke bedrijf, terwijl Dietsland algemeen aanvaard
werd als het logische einddoel van de Vlaamse strijd, maar daarom niet
als politiek programmapunt.De meeste Vlaams-nationalistische leiders aanvaardden
het leiderschap van Van Severen niet terwijl ze ook hun parlementaire mandaten
niet op de tocht wilden zetten.(...)"
___________________
Bruno de Wever, Vlaams-nationalistische landdagen
tijdens het interbellum, in: Vlamingen komt in massa. De Vlaamse
beweging
als massabeweging, p. 79-80. Uitg. Provinciebestuur Oost-Vlaanderen
& Archief en Documentatiecentrum van het Vlaams-nationalisme, 1999.
ISBN 90-76686-03-3, prijs (ex. verzendkosten) 750 BEF.
De Lage Landen
"In 1931 werd reeds het Verbond van Dietse Nationaal Solidaristen [Verdinaso]
opgericht. Als leider trad naar voren Joris van Severen (1894-1940). Deze
exparlementariër voor de Frontpartij en charismatische man blijft
een wat enigmatische figuur. Hij was zowel een groot lezer van Proust als
een bewonderaar van Charles Maurras (1868-1952), stichter van de Action
Fran-çaise, en van Salazar. In 1921 had hij het tijdschrift Ter
Waarheid met het Gedachtenleven in Vlaanderen en in de Wereld uitgegeven
dat in een barokke stijl een heel programma ter verheffing van de mens
aankondigde. Vindt men in deze teksten nog een bonte mengeling van allerlei
ideologiën - ook socialistische - dan zal dit vanaf 1926 grondig veranderen.
In Vlaanderen verwierp hij als eerste verkondiger van een fascistische
ideologie het parlementair systeem. Hij droomde van een autoritair geordende
staat, weliswaar los van nazi-Duitsland. Bij dit alles kwam hij naar voren
als een geboren leider, een aanvoerder van een elite die hem onvoorwaardelijk
wilde volgen. Ook toen hij in 1934 zijn volgelingen het ideaal van de 16e-eeuwse
Bourgondische Kreits voorhield! Dat het Verdinaso Joris van Severen was,
bleek na zijn dood in Abbeville waar hij werd vermoord door dronken Franse
soldaten. In feite stierf de beweging op dezelfde dag."
____________________
Raoul Bauer, De Lage Landen een geschiedenis in de
spiegel van Europa, Lannoo, Tielt, 1994, p. 265. [ISBN 90 209 2354
4]
Andermaal: begrip en onbegrip
"(...) Groot-Nederland en een fascistische orde werden geïntegreerde
doelen. Van Severen trachtte ook effectief het Verdinaso in Nederland uit
te bouwen. Begin 1934 maakte hij er een tournee. Het succes was uiterst
beperkt. Meer dan enkele honderden Nederlanders kon de Leider niet in vervoering
brengen. Toch was het Van Severen ernst met zijn poging in Nederland voet
aan de grond te krijgen. Hij probeerde ten minste de Groot-Nederlandse
doelstellingen enige praktische consequentie te geven.
Dat het nationale doel nochtans in functie bleef staan van het fascistische
machtsstreven bleek uit het gemak waarmee Van Severen al in 1934 het nationale
territorium van Groot-Nederland wijzigde. De 'Nieuwe Marsrichting' bepaalde
dat het Verdinaso de macht zou grijpen in de 'Belgische ruimte'. De Walen
werden beschouwd als 'romaanse Dietsers' en nog even later bouwde het Verdinaso
een Belgisch patriottisch imago uit. Die evolutie was een totale ommekeer
voor de radicale anti-Belgische Dietsers die hun heil hadden gezocht in
het Verdinaso. Jarenlang hadden ze anti-Belgische pap gelepeld en nu werd
hen plots een bord Belgische pap voorgeschoteld. Het verrassende is dat
het overgrote deel van de ca. 3000 leden zonder morren begon te lepelen.
Dissidenten waren er nauwelijks. Moens en Hermans waren de uitzonderingen.
Daaruit valt af te leiden dat zowel het Groot-Nederlands radicalisme als
het anti-Belgicisme voor het gros van de Dinaso's geen essentiële
afgeleiden waren van een rechts-revolutionair gedachtengoed. (...)
De 'nieuwe marsrichting' van het Verdinaso betekende een breuk met
het traditionele taalnationalisme en dus met het Vlaams-nationalisme. Het
idee van een meertalige Dietse natie botste met het fundament van het Vlaams-nationalisme.
Van Severen was verplicht om andere funderingen te leggen. Hij zocht ze
in het Bourgondische verleden, in racistische theorieën en in de Belgische
dynastie.
Over de drijfveren van Van Severen om zijn beweging te verzoenen met
de Belgische staat werden al boeken vol geschreven. Essentieel is het feit
dat hij een pragmatische oplossing zocht voor twee problemen. Ten eerste
wilde hij de maatregelen die de Belgische staat tegen het Verdinaso nam
neutraliseren. Ten tweede wenste hij een ideologische barrière op
te werpen tegen een concurrent die de oorspronkelijke Dinaso-doelstellingen
recupereerde."
______________
Bart en Bruno de Wever, Groot-Nederland als utopie en voorwendsel,
in: Kas Deprez & Louis Vos, Nationalisme in België. Identiteiten
in beweging. 1780-2000, Houtekiet, Antwerpen, 1999, pp. 149-150.
Inzicht
"Tegen de massawerking die zo typisch was niet enkel voor de ideologie
maar vooral voor de praktijk van het fascisme werden door anderen afwijkende
waarden gesteld: bij de Verdinaso-leider Joris van Severen zou de vorming
van de persoonlijkheid binnen de gemeenschap een rol hebben gespeeld en
waren zelfs personalistische invloeden te onderkennen, al heeft hij vanaf
een bepaald ogenblik zich wel degelijk fascistisch opgesteld." (p. 52).
"[Victor] Leemans' 'ridder-monnik', die het bekende portret oproept
dat de fotograaf Willy Kessels van Joris van Severen maakte en dat wel
vergeleken is met de portretten van Memling, hield zich niet bezig met
"tijdverkwistende discussies" en had slechts misprijzen voor de invloed
van de massa." (p. 143)
___________________
Olivier Boehme, Revolutie van rechts en intellecturelen
in Vlaanderen tijdens het interbellum. Acco, Leuven, 1999. ISBN 90-334-4384-8.
Stropers?
"Aan Anton Mussert spiegelen zij zich niet. Mussert immers, heeft het eigenbelang
laten prevaleren boven dat van Dietsland. Nee, hun ideologische leidsman
heet Joris van Severen: de grote roerganger van het (Vlaams) Verbond van
Dietse Nationaal-Solidaristen (Verdinaso). En nationaal-solidarisme is
wezensvreemd aan het nationaal-socialisme.(...)"
________________
Sander van Walsum, Dietse Nationaal-Solidaristen op
strooptocht in het Nederlandse dagblad Volkskrant van 10 februari 2000,
naar aanleiding van een bijdrage over het Landelijk Actieplatform Nationalistische
Studenten (LANS).
.