Joris van Severen en de avant-garde in de spiegel van Ter Waarheid (1921-1924): Van "stem van de klassenloze mensengemeenschap" naar "de alles ordenende en beheersende Roomsch-Katholieke waarheid".

Kurt Ravyts, Brugge

Dit referaat bevat enkele resultaten van mijn onderzoek i.v.m. de verhouding van Joris van Severen tot de avantgarde zoals die in zijn tijdschrift Ter Waarheid naar voor kwam. Het is immers ontegensprekelijk zo dat van Severen zich gedurende zijn gehele leven aangetrokken wist tot de artistieke en literaire avantgarde, hoewel hij deze belangstelling na 1925, ongetwijfeld bij gebrek aan geïnteresseerde en onderlegde gesprekspartners in de door hem geleide politieke bewegingen, enkel nog in zijn privé-leven cultiveerde.
Het waren dan ook slechts enige intimi die zich realiseerden dat van Severen o.a. tijdens de Verdinaso-periode slechts één facet van zijn bijzonder complexe persoonlijkheid openbaarde. Voor de Dinasoleden en zeker voor de militianen was slechts één Van Severen relevant, deze die hen als politieke leider en "maître à vivre" een glorievolle Dietse toekomst voorspiegelde en hen etappegewijs naar het Dietse Rijk zou leiden. Het was bijgevolg wachten op Rachel Baes, niet toevallig zelf een kunstenares èn intieme vriendin van de Wakkenaar, die met Joris van Severen. Une âme voor het eerst uitgebreid aandacht besteedde aan deze "verborgen" van Severen. Waar Arthur de Bruyne in zijn biografie Joris van Severen. Droom en daad nog enigszins aarzelend een tipje van de sluier oplichtte ging zij dieper in op de literaire en artistieke voorkeuren van de Verdinaso-leider.
Mijn bedoeling was om het door Baes ingeslagen pad verder te betreden en aldus ook ietwat dieper door te dringen in de gevoels- en belevingswereld van deze merkwaardige man die zijn ganse leven lang geklemd bleef tussen moderniteit en traditie.
Het was echter niet de bedoeling u een exhaustieve studie van Ter Waarheid aan te bieden. Dit zou immers een ver doorgedreven onderzoek vergen en is ongetwijfeld het geknipte onderwerp voor een ernstige licentiaatsverhandeling. Zo ben ik voorbijgegaan aan de Oost-Europese, Italiaanse en Angelsaksische literatuur in Ter Waarheid. Om de vraag in hoeverre het blad al dan niet tot de avantgarde behoorde op een zinvolle wijze te kunnen beantwoorden koos ik voor een volgens een aantal items gestructureerde steekproef van de in Ter Waarheid gepubliceerde bijdragen. Deze items waren de invloed van het expressionisme, de betekenis van avant gardistische bladen zoals L'Art Libre, Van Severen en de Franse literatuur, Ter Waarheid en de moderne architectuur, Ter Waarheid en de moderne film en danskunst, Ter Waarheid en de moderne muziek en tenslotte Ter Waarheid en de moderne schilderkunst/beeldende kunst". Binnen de onvermijdelijk beknopte tijdsduur van mijn referaat zag ik mij, behoudens een oriënterende inleiding en de eindconclusies van mijn onderzoek, echter verplicht u enkel de invloed van de Franse literatuur op van Severen voor te stellen. Het volledige onderzoek wordt integraal in één van de volgende jaarboeken van het Studie- en Coördinatiecentrum Joris van Severen gepubliceerd.