> nieuwsbrief > 2021 - nr 2
Inhoud
          Mededelingen
Hernieuwen
            ledenbijdrage voor 2021
Voor wie wel al de
        ledenbijdrage van minimum 29 € vereffende, evenwel zonder in te
        tekenen op de biografie (waarover verder méér) kan dit alsnog
        doen tot 15 april a.s. Daar toe kan het aanvullend bedrag (57 €
        min het al betaalde bedrag) overgeschreven worden op
        onderstaande rekening, met de vermelding “suppl. Biografie”.
        Vereffening graag via onze rekening IBAN: BE71 0001 7058 1469 –
        BIC: BPOTBEB1 t.n.v. Studiecentrum Joris van Severen,
        Paddevijverstraat 2, 8900 Ieper. 
Namenregister
over
            de jaarboeken 1 - 25
Naast de uitgave van het 25e
        Jaarboek Joris van Severen plannen we voor 2021 ook de
        uitgave van een uitgebreid Register (120 pagina’s) van
        alle persoonsnamen die in de jaarboekenreeks 1 tot en met 25
        terug te vinden zijn. Dit Register zal – zonder meerkost - als
        bijlage bij het Jaarboek 25 (2021) aan alle leden toegestuurd
        worden. Teneinde zicht te krijgen op de benodigde oplage raden
        we iedereen aan z’n ledenbijdrage (zie hoger) zo vlug mogelijk
        te vereffenen. Naderhand – eens het Jaarboek 25 (2021)
        verschenen is – zullen we voor dit Register een (nog te
        bepalen) kostprijs dienen aan te rekenen. Het is dus zaak er
        tijdig bij te zijn, m.a.w. de ledenbijdrage zo spoedig als
        mogelijk te vereffenen. 
Nieuwe biografie van Joris van Severen
Samen met het Jaarboek
          Joris van Severen 25 zal ook de nieuwe biografie Joris
          van Severen – op leven en dood, letterlijk verschijnen bij
        Uitgeverij Doorbraak, waarvan Luc Pauwels de auteur is (zie
        verderop in dit nummer). In de boekhandel zal de prijs 35 € (ex.
        eventuele verzendkosten) bedragen. 
U kan deze nieuwe biografie
        via ons Studiecentrum bestellen in combinatie met het Jaarboek
        Joris van Severen en het Register, aan de ledenprijs van 57 €
        voor het totale pakket. Ook hier geldt evenwel de voorwaarde dat
        we uw intekening (en betaling) tijdig kunnen registreren. Dit
        aanbod geldt tot uiterlijk 15 april 2021. Zie ook verderop.
Herdenkingen 20 mei 1940 in Covid-tijden
Voor het tweede jaar op een
        rij dreigt de nog steeds heersende pandemie het gebruikelijke
        stramien van de jaarlijkse herdenkingsplechtigheden te Brugge en
        te Abbeville te doorkruisen. Bij het afsluiten van de redactie
        voor dit nummer tasten we hieromtrent nog in het duister.
Op de pagina’s 8 en 9
        verderop leest u de minimum-scenario’s die we momenteel hopen
        alsnog te kunnen handhaven voor 22 en 23 mei 2021. Wat daarvan
        mogelijk zal blijken is afhankelijk van de duur van de
        beperkingen op de erediensten en op het grensoverschrijdend
        verkeer. Dat zal de tijd ons leren. Zie verderop. 
      
      
Ten geleide bij het Jaarboek Joris van Severen 25 (2021)
Met dez
e aflevering zijn we aan het 25e Jaarboek Joris van Severen
        toe. Een mijlpaal in de werking van het Studiecentrum Joris van
        Severen, doch beslist nog geen eindpaal. Uitschieters in de
        jaarboekenreeks waren ongetwijfeld Die vervloekte oorlog,
        het integrale oorlogsdagboek van Joris van Severen, naast de
        grote en uniek te noemen Fotobiografie. Voldoende
        aanleiding vonden we om het thans al verrichte werk te
        inventariseren middels de publicatie van een overzichtelijk Register
        over de thans verschenen 25 jaarboeken, als annex bij deze
        editie.
Ook dit 25e jaarboek biedt
        weer behoorlijk wat nieuwe invalshoeken. We ordenden de
        bijdragen ietwat chronologisch op basis van de aan bod komende
        thema’s. Vooreerst leest u hoe Romain Vanlandschoot in De
          laatste weg alleen terugblikt op Van Severens politieke
        werkzaamheid in de periode tussen mei 1927 en mei 1929. Dit was
        de periode waarin de beruchte Bomsverkiezing plaats vond, doch
        in feite was hij toen de Rubicon al overgestoken en legde hij al
        volop de ideële grondvesten van z’n eigen beweging, het
        Verdinaso.  
In diezelfde periode roerde
        er ook in Nederland allerhande op politiek vlak. In Er moest
          wat nieuws komen bracht de Nederlandse historicus Willem
        Huberts daarover recent verslag uit. Dat in dat bonte wereldje
        van vernieuwings- of herstelbewegingen die zich door het
        fascisme lieten inspireren ook het nationaalsolidarisme gehoor
        vond, zal wel niemand verbazen. Docht dat in Nederland een met
        name ‘Verbond van Nationaal-Solidaristen’ werkzaam was nog
        vooraleer Joris van Severen in het Noorden het Verdinaso
        opstartte allicht wel. In Het Verbond voor
          Nationaal-Solidaristen in Rijks-Nederland: de groep Sinclair
          en de opbouw van het Verdinaso in Nederland (1931-1933) reconstrueert
        Tom Cobbaert dit gebeuren dat tot nog toe veelal tussen de
        plooien van de geschiedenis inviel en opgevolgd werd door de
        moeizame opstart van de Nederlands tak van het Verdinaso.
Met de daaropvolgende
        bijdrage van Ruud Bruijns blijven we binnen de Noord-Nederlandse
        tak van het Verdinaso. Ook daar bleken wel vaker broederparen
        geïnspireerd te worden door geïnspireerd te worden door de
        ideeën die het Verdinaso uitdroeg. Voor Vlaanderen stonden
        daarvoor de vier gebroeders Morael model. In Nederland geldt dit
        voor de gebroeders Stolte. Met De gebroeders Stolte en het
          Verdinaso schetst de auteur hun taak en
        verdiensten voor het Verdinaso en tevens ook hun
        maatschappelijke opgang.
Aansluitend
        op wat Ruud Bruijns eerder over het Verdinaso in de Romaanse
        gouwen publiceerde verdiepte Jan Creve zich in Jacques
          Boseret en de Waalse Dinaso’s in de levensloop en in de
        belangrijke rol die deze Luikenaar gespeeld heeft in de uitbouw
        van het Verdinaso beneden de taalgrens. Dat ook na het
        verdwijnen van het Verdinaso in 1941 de ideeën van Joris van
        Severen aldaar blijvend gepromoot werden is evenzeer zijn
        verdienste.
Luc
        Pauwels buigt zich andermaal over het containerbegrip fascisme.
        In Winston Churchill en Joris van
          Severen waren geen fascisten verwijst
        hij naar de Britse premier tijdens de Tweede Wereldoorlog, die
        zich een decennium eerder best kon vinden met de inzichten van
        Benito Mussolini, waarvan een Joris van Severen al eerder
        afstand genomen had. Verderop ontrafelt de auteur hoe het
        fascismebegrip dermate kon devalueren tot ‘een meid voor alle
        werk’ bij het diaboliseren van politieke tegenstanders.
Afsluiten
        doen we met de Kleine ballade voor Joris van Severen van
        T. de Graaf – dat opgenomen werd in het tijdschrift Aristo
        (nr. 3, jg. 1947) van Wouter Lutkie. De auteur konden we helaas
        niet met stellige zekerheid traceren, wel wie hij vermoedelijk
        was.
___________________
N.a.v. het 25e Jaarboek Joris van
              Severen (2015). Gen. 208 p., ill.,
        ledenprijs 25 €, boekhandelsprijs 35 €. ISBN 9789076057248.
      
      

S’il n’existait que
            dans un coeur, l’Ordre existerait encore (Henry
              de Montherlant)
Vik Eggermont
Tussen die twee data liggen
        meer dan 80 jaren, een gepaste gelegenheid om ons eens te
        bezinnen over een der eerste oorlogsmisdaden in het Westen
        (Polen in het oosten had de zijne al gekend), namelijk de
        moordpartij op 20 mei 1940 in het stadje Abbeville aan de Zomme
        (Somme), waarvan Joris van Severen, leider van het Verdinaso
        (Verbond van Nationaal-Solidaristen) en één van de “founding
        fathers” van onze politieke en intellectuele stroming, het
        slachtoffer werd. 
Stroming die op verre na niet
        in 1941, toen de Duitse bezetter zijn beweging verbood, haar
        einde gevonden heeft. Tijdens de bezetting hebben wij ons tot
        het uiterste ingespannen om zijn erfenis zuiver te bewaren. In
        de verwarde naoorlogse jaren hebben wij trouw onze vorst
        verdedigd tegen een bende usurpatoren. Nadien hebben wij ons tot
        het uiterste ingespannen om de oprukkende particratie een halt
        toe te roepen. Tot op de dag van vandaag. Wij, slechts een
        handvol getrouwen, zonder noemenswaardige steun of middelen… 
En
        om nog maar eens De Montherlant te citeren: “Nous avons
        peut-être construite dans l’immatériel une cathédrale de
        diamants.” 
Twee jaartallen bijgevolg die
        de moeite van een kleine overweging waard zijn. Ook voor ons.
        “There are more things in heaven and earth, Horatio, than are
        dreamt in your philosophy”, laat Shakespeare zijn Hamlet zeggen.
        
Een diepe levenswijsheid, die
        ons moet aanzetten dieper door te dringen tot de werkelijke
        betekenis der dingen, dieper dan de doorgaans oppervlakkige
        beschouwingen die wij te horen of te lezen krijgen.
        Oppervlakkig, of gewoon: schaamteloos vals. Lazen wij onlangs
        niet in Het Nieuwsblad dat Van Severen een der leiders
        was van de Vlaamse collaboratie?! 
In zijn daad schuilt
        inderdaad méér dan op eerste zicht lijkt. Over de hierboven
        aangehaalde feiten zijn al boekenkasten vol geschreven met
        artikels, essays en boeken en er zullen er ongetwijfeld nog
        volgen. Weinigen of geen echter drongen door tot de diepere
        betekenis van zijn persoonlijkheid, zij beperkten zich meestal
        tot de onmiddellijke en beperkte politieke betekenis en
        gevolgen, trachtten niet zelden Van Severen in te schakelen in
        hùn gedachtegang. Het “quos vult perdere Jupiter dementat prius”
        blijft nog altijd van tel. 
Toen Van Severen op die
        mooie, maar tragische en noodlottige lentemorgen de trap uit die
        duistere kiosk beklom, op weg naar de zon en zijn dood, in een
        hopeloze poging om het zinloze moorden daarboven te doen
        ophouden, heeft hij, zonder het wellicht te beseffen, niet
        alleen getracht zijn lotgenoten te sparen, dàt in de eerste
        plaats natuurlijk, maar heeft hij meteen DE EER van onze
        Avondlandse beschaving gered. Hij toonde dat Europa méér is dan
        de weg van de barbarij die we sindsdien zijn ingeslagen. 
Inderdaad, “there are more
        things…” Laten we deze levensles blijvend voor ogen houden. 
      
      
Herdenking
            20 mei 1940, te Brugge en te Abbeville
Ook dit
        jaar, einde maart, heerst er nog grote onzekerheid over de
        mogelijkheid of de traditionele herdenkingen op 22 mei (Brugge)
        en 23 mei (Abbeville) zullen kunnen/mogen doorgaan. In
        afwachting van meer duidelijkheid hieromtrent en onder
        voorbehoud van de haalbaarheid ervan, voorzien we niettemin:
·        
          De herdenkingsmis op 22 mei om
        10.15 uur in de Blindekenskapel, Kreupelenstraat te Brugge,
        indien op die datum de beperkingen op de erediensten dit
        mogelijk maken.
·        
          Het bezoek aan het graf van
        Joris van Severen en Jan Ryckoort op zondag 23 mei, met
        samenkomst om 11.30 uur aan het kerkhof te Abbeville, indien op
        die datum grensoverschrijdende verplaatsingen weer toegelaten
        zijn. Mochten de restaurants op die datum nog dicht zijn, dan
        blijft alsnog de mogelijkheid de meegebrachte pik nik ergens aan
        de boorden van de Somme te verorberen.
      
      
Joris van Severen
          krijgt nieuwe biografie
Joris van
        Severen moet de Vlaamse politicus zijn die allicht het meest tot
        de verbeelding spreekt. De notariszoon vocht aan het front
        tijdens de Eerste Wereldoorlog, waar hij met de Vlaamsgezinde
        Frontbeweging in contact kwam. Na de ‘Groote Oorlog’ werd hij
        Vlaams-nationaal volksvertegenwoordiger. Met de oprichting van
        zijn Verdinaso en de ‘Nieuwe Marsrichting’ draaide hij de
        klassieke Vlaamse beweging de rug toe, wat hem applaus opleverde
        in Franstalige en belgicistische kringen. Nog voor
        nazi-Duitsland België bezette, stierf hij door een Franse kogel.
Doorbraak-medewerker en historicus Luc
            Pauwels brengt in deze nieuwe biografie alle gekende en
            minder gekende feiten samen, en staat ook stil
        bij het privéleven van de Leider. De auteur is sinds 2020 ook
        voorzitter van het Studiecentrum Joris van Severen.
U kunt
        deze biografie nog tot einde april bestellen in combinatie met
        het Jaarboek Joris van Severen 25 (2021) en het Register
        over de 25 verschenen Jaarboeken Joris van Severen. Zie
        de gegevens daaromtrent op de vorige pagina’s van deze Nieuwsbrief.
            Joris van Severen (1894-1940)
            Vlaams-nationaal politicus: Doorgewinterde fascist of
            misbegrepen intellectueel?
Hoewel
        hij niet al te veel bekendheid geniet, vormt de persoon van
        Joris van Severen een van de meest moeilijk te plaatsen figuren
        in de Belgische politieke
            geschiedenis. De man zijn
        ideeën waren in zijn relatief korte leven onderhevig aan
        meerdere radicale koerswijzigingen.
Het
        flamingantisme dat hij op jonge leeftijd door de plaatselijke
        geestelijkheid leerde kennen, werd na zijn ervaringen in de Eerste
            Wereldoorlog aangevuld met
        een haast anarchistisch antimilitarisme. Gedurende de jaren 1920
        schoof hij ideologisch op naar de extreemrechtse zijde van het
        politieke spectrum. Van Severen richtte een eigen beweging op
        die de sterkste militie van België zou hebben gehad. Aan zijn
        leven en intellectuele zoektocht kwam bij het uitbreken van
        de Tweede
            Wereldoorlog een abrupt einde.
Jeugdig en romantisch flamingantisme
Joris
        van Severen behoorde vanaf zijn geboorte in 1894 tot de hogere
        middenklasse, als zoon van de dorpsnotaris in het West-Vlaamse
        Wakken. Zoals gebruikelijk in deze milieus ging de jonge Van
        Severen rechten studeren, een studie die hij nooit zou
        voltooien. Het voortijdig stopzetten van engagementen was in
        feite tekenend voor zijn gehele leven, zowel op relationeel als
        professioneel vlak. Rond deze periode gingen vele jongeren uit
        de Vlaamse burgerij zich in het flamingantisme interesseren, wat een
        nieuwe generatie van Vlaams-nationalisten opleverde. Zo kwam Joris in zijn studententijd in
        aanraking met de Vlaamsgezinde pastoor Hugo Verriest, die het
        flamingantisme aantrekkelijk maakte voor de jonge Van Severen.
        Daarnaast schopte hij het tot praeses van de ‘Rodenbachvrienden’,
        een ook al Vlaamsgezinde studentenvereniging. Het frappante aan
        zijn aantrekking tot de Vlaamse Beweging was dat Van Severen
        zowel van thuis uit als op school in het Frans werd opgevoed.
        Het aanbreken van de Eerste Wereldoorlog zou nog voor een
        verdere radicalisering van zijn gedachtegoed zorgen.
Radicalisering aan het IJzerfront
De
        ervaringen die Van Severen in de oorlog als frontsoldaat opdeed,
        hadden een grote impact op zijn denkwijze, net als bij vele
        andere intellectuelen van zijn generatie. Als soldaat maakte hij
        zich niet onverdienstelijk en schopte hij het al snel tot
        luitenant. Zijn gemoedstoestand tijdens de oorlogsjaren
        beschreef hij als volgt: “Echt en hevig rechtzinnig
          revolutionair (…), zo individualistisch en anarchist als ’t
          maar zijn kan.”
De
        overduidelijk linkse inslag van zijn ideologie op dat moment kaderde binnen de toenmalige Vlaamse Beweging die de Vlamingen onderdrukt zag en ijverde voor een
        revolutionaire strijd. De radicalisering van de luitenant uitte
        zich in het zich actief gaan engageren in de clandestiene
        Frontbeweging die ijverde voor gelijkheid van het Nederlands aan
        het Frans als militaire voertaal. Uiteindelijk werkte Van
        Severen zich op tot officier van het Belgisch leger, maar intern
        bleef hij worstelen met zijn intellectuele en persoonlijke
        gevoelens. Uit zijn dagboeken bleek dat de soldaat in 1917 de Russische Revolutie een warm hart toedroeg en onmiskenbaar
        hunkerde naar de opheffing van de volgens hem onzinnige
        Belgische staat. Na de wapenstilstand in
            1918 bleef Van Severen actief binnen de Frontbeweging die
        zich na de oorlog transformeerde tot de Frontpartij.
Intellectuele zoektocht tijdens het woelige
          Interbellum
Als
        lid van de Frontpartij werd Joris van Severen in 1921 tegen de
        verwachtingen in verkozen tot volksvertegenwoordiger in het
        parlement. Hijzelf was echter geen groot voorstander van
        partijpolitiek en verzaakte zijn parlementair werk dan ook
        geregeld. In de tussentijd richtte hij het tijdschrift Ter
          Waarheid op dat naar eigen zeggen voluit Vlaamsgezind en
        katholiek was. In de jaren daarop kreeg Van Severen een steeds
        groter wordende afkeer van de politiek en de parlementaire democratie. In deze periode kwam het Italiaans fascisme van Mussolini aan de macht dat hem enorm aansprak, en later het
        Duits nationaalsocialisme van Hitler waar hij eerder een dubbelzinnige houding tegenover
        aannam.
Door de politieke instabiliteit in het Interbellum
        zocht een groot deel van de
          bevolking naar een alternatief en kwam daarbij uit bij
          radicale ideologieën zoals het fascisme. Ook Van Severen was
          onderhevig aan deze gevoelens en richtte zijn eigen beweging
          op: het Verbond van Dietse Nationaal Solidaristen (Verdinaso).
          Deze streefde een organische ordening van de samenleving na
          die opnieuw orde in de maatschappij zou scheppen. Op
          geopolitiek vlak ijverde Van Severen en zijn medestanders voor
          de oprichting van ‘Dietsland’ waarbij Vlaanderen en Nederland
          één staat gingen vormen. De beweging hield grote bijeenkomsten
          waarbij de eigen militie in stoet paradeerde terwijl de leider
          Van Severen de toehoorders trachtte te begeesteren op zijn
          kenmerkende, rustige en gereserveerde stijl.
Tragisch einde in het Bloedbad van Abbeville
Het
        Verdinaso kreeg gedurende de jaren 1930 een grotere aanhang, wat
        voor angst zorgde bij het politieke establishment, dat de
        beweging vooral zag als een militaristische en ondemocratische
        groepering. Daarbij kon ze mogelijk een gevaar vormen voor het
        voortbestaan van België door haar radicaal Vlaams-nationalisme.
        De staatsveiligheid hield Van Severen en de rest van de
        organisatie dan ook nauwgezet in de gaten. Hierop reageerde de
        leider pragmatisch door de ideologische koers te wijzigen naar
        een vurig Belgicisme. Vanaf dat moment streefde hij op
        geopolitiek vlak naar de oprichting van een Bourgondische staat
        waar zowel België, Nederlands als Luxemburg deel van moesten
        uitmaken. Voor de Belgische koning Leopold III zag hij een
        positie weggelegd als leider van de natie met uitgebreide
        machten. De koning zelf stond niet weigerachtig tegenover een
        sterker regime dat volgens hem het antwoord kon bieden op de
        politieke instabiliteit van de tussenoorlogse jaren.
Muziekkiosk
          van Abbeville 
Tegen
        het einde van de jaren 1930 groeide de kans op een Duitse inval
        zienderogen, wat bij de staatsveiligheid voor een verhoogde
        waakzaamheid zorgde. Hoewel hij in 1940 nog zijn
        onvoorwaardelijke trouw aan België en koning Leopold III had
        betuigd, werd Joris van Severen in mei van dat jaar samen met
        enkele andere volgens de autoriteiten staatsgevaarlijke figuren
        opgepakt en per trein naar Frankrijk afgevoerd. Daar kwamen ze in de handen van een
        regiment Franse soldaten die bevreesd waren voor de Duitse
        bombardementen en daarom de gevangenen opsloten in een kiosk op
        een dorpsplein. Zonder enig voorafgaand proces executeerden de
        Franse soldaten 21 gevangenen, waaronder ook de leider van het
        Verdinaso. In wat later het Bloedbad van Abbeville werd genoemd
        vond Joris van Severen zijn tragische einde. Deze gebeurtenis
        behoort tot een van de minder bekende, maar daarom niet minder
        gruwelijke, bladzijden van de Tweede Wereldoorlog in België en
        Frankrijk.
______________________
Bron: https://historiek.net/joris-van-severen-vlaams-nationalist/136424/
Luc Versteylen,
        s.j. (11.9.1927 – 10.2.2021), de geestelijke vader van de
        “groene beweging” maakte ooit even deel uit van de Ridderschap,
        zijnde de jongerenbeweging van de door L. Gueuning aanvang de
        bezetting gestichte Joris van Severen Orde. Hijzelf zou dit
        korte lidmaatschap naderhand ten onrechte als lidmaatschap van
        het Verdinaso benoemen. Bij het uitbreken van WO.II was hij 12
        jaar.
        
        
        
        
        
          Enkele
            notities ontleend aan de Facebook-pagina ‘Joris van Severen’
25 oktober 2014
Een hoop gedoe in de pers vandaag over de aanwezigheid
        van bepaalde politici op het colloquium dat zich jaarlijks richt
        op de persoon Joris van Severen. Daarbij wenst men Van Severen
        weg te zetten als een schuimbekkende extremist.
Joris Van Severen, noch het Verdinaso past echter op
        geen enkel moment in de karikatuur die men wenst neer te zetten.
        In de jaren '30 kreeg Van Severen inderdaad bezoek van Duitse
        agenten van het Derde Rijk die zijn beweging wensten te
        financieren en zo te recupereren.
          Hij wees ze kordaat de deur met de mededeling dat ze volgende
          keer via het raam de woning zouden verlaten.
Toen Joris van Severen hoorde van de Duitse inval in
        de Lage Landen beval hij zijn Dinaso-militanten om zo snel
        mogelijk dienst te nemen in de nationale legers om de Duitsers
        tegen te houden. Onverfranst, maar ook onverduitst! Toen de
        Duitsers hun macht vestigden in West-Europa, viel het Verdinaso
        in drie kampen uiteen.
1) Het grootste deel wenste zich niet meer politiek te
        engageren vanwege het unieke karakter van het Verdinaso dat
        verloren ging toen de Duitsers de beweging omvormden tot een
        voor hen nuttig vehikel. 
2) Het tweede grootste deel ging in het verzet dat een
        solidaristisch en Diets-nationalistische invalshoek had. Zij
        zouden na de oorlog echter weggeschreven worden wegens niet
        bruikbaar voor de machtigen en elites.
3) Het kleinste deel ging de collaboratie in, met Jef
        François als bekendste figuur.
De priester Karel Dubois, stichter en gouwproost van
        KSA West-Vlaanderen, kwam echter ook uit de kringen rond het
        Verdinaso. Hij zou voor zijn KSA-gouw zich qua vormen en
        structuren laten inspireren door het Verdinaso.
Dit opmerken is niet vanuit één of ander distantiëren
        van standpunten of doeleinden van het Verdinaso dat een kind van
        zijn tijd was. Men hoeft zich niet te schamen om vast te moeten
        stellen dat de persoon Joris van Severen zich ver boven het
        Vlaamse provincialisme plaatste, zonder daarbij aansluiting te
        wensen bij Frankrijk of Duitsland of Engeland. Het Verdinaso, in
        tegenstelling tot romantische dwepers, durfde te handelen en dit
        zonder complexen voor hun eigen politieke identiteit en zonder
        angst voor de telkens aanwezig fysieke dreiging, inclusief
        vuurwapens, van links en extreem-links.
Laat de dwazen razen en de belachelijkaards maar doen.
        Geen schaamte, geen compromis!
2 oktober 2013
Men probeert wel eens om Joris van Severen en het
        Verdinaso te verbinden aan nationaalsocialistische organisaties
        zoals het VNV (Vlaanderen) en de NSB (Nederland). Dat het
        Verdinaso en het VNV absoluut geen goede vrienden waren, dat is
        ondertussen al genoeg aangetoond. De Mussert-bewering durft
        echter nog wel eens vaker op te duiken en zou volgens sommigen
        een rol hebben gespeeld in het uiteenzetten van de Nieuwe
        Marsrichting.
Laten we dus eens lezen wat Joris van Severen zelf schreef in zijn dagboek nadat
          Mussert hem onverwacht kwam opzoeken toen die "toevallig" in
          West-Vlaanderen was op 22 september 1933.
"13u35. Bezoek 'door puur toeval' van Anton Mussert
        via Motke (gewezen Hollandse officier die hier dicht bij mij is
        komen wonen). Hij blijft 45 minuten. Indruk: een zelfgenoegzaam
        klein bourgeois die niets begrijpt van de 'nieuwe tijd' en niet
        zal lukken."
Dit was ook het ENIGE persoonlijke contact tussen
        Joris van Severen en Mussert, ondanks andere beweringen.
________________
Bron:
        https://www.facebook.com/Joris-Van-Severen-25086389068/
Lezersbrieven aan ‘Het Nieuwsblad (2)
Ook Ruud Bruijns, ondervoorzitter van ons
            Studiecentrum, reageerde op deze blijk van historisch
            onbenul:
Vandaag
        vond ik in uw krant het interview met de kleinzoon van Léon
        Degrelle (dd. 24 november 2020: 
https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20201124_96364462),
wat
        ik met interesse heb gelezen. Als historicus ben ik blij dat u
        de moeite hebt genomen om dit interview af te nemen. Wat mij
        echter stoorde was de zinsnede waarin Joris van Severen werd
        opgevoerd als een leider van de Vlaamse collaboratie. Dit is
        namelijk feitelijk niet juist. Van Severen werd op de dag van de
        Duitse inval gearresteerd door de Belgische politie en zou
        tijdens zijn gevangenschap sterven. Zodoende heeft hij onder de
        bezetting geen enkele rol gespeeld, aangezien hij al overleden
        was voordat hij voor de keuze van collaboratie stond.
In dit
        tijdperk van fake news op het internet dienen we te kunnen
        vertrouwen op de gedrukte media als een bron van waarheid. Ik
        hoop dat het niet teveel is gevraagd om de zinsnede aan te
        passen in het artikel door bijvoorbeeld Joris van Severen te
        verwijderen of zijn naam te vervangen met die van Jef van der
        Wiele, een beruchte collaborateur.
Daar een redactioneel antwoord vanwege de
            krant uitbleef, kwam hij daarop terug op 3 december:
Sinds mijn
        bericht vorige week heb ik geen antwoord mogen ontvangen. Ik
        vond ook geen spoor van een erratum bij uw artikel.
Indien het
        aangedragen 'feit', namelijk dat Joris van Severen een leidende
        collaborateur was tijdens de Duitse bezetting, niet wordt
        gecorrigeerd, zal ik een klacht neerleggen bij uw ombudsman en
        indien noodzakelijk zal ik dit ook neerleggen bij
        beroepsorganisaties.
De pers
        boet in aan geloofwaardigheid als historische feiten niet goed
        worden weergegeven, of worden gecorrigeerd.
Ook die herinnering bereikte bij de redactie
            van Het Nieuwsblad klaarblijkelijk slechts dovemans-oren,
            waarop Ruud klacht neerlegde:
Hierbij wil
        ik een klacht neerleggen over de journalistiek in de krant 'Het
        Nieuwsblad'. Het betreft een artikel dat verscheen op 24
        november van de hand van Pieter Lesaffer:
https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20201124_96364462
In dat
        artikel wordt Joris van Severen opgevoerd als een leider van de
        Vlaamse collaboratie: "Het is dan ook geen wonder dat hij in het
        buitenland bekender is dan de leiders van de Vlaamse
        collaboratie, zoals Staf De Clercq en Joris Van Severen." Dit is
        feitelijk onjuist, aangezien Joris van Severen nooit heeft
        gecollaboreerd vanwege het eenvoudige feit dat hij in de
        meidagen van 1940 door Franse soldaten in gevangenschap is
        gedood en zodoende nooit een dag onder Duitse heerschappij heeft
        doorgebracht.
Op 26
        november heb ik een beleefd bericht gestuurd met het verzoek tot
        rectificatie. Ik heb daarbij duidelijk gemaakt dat ik historicus
        ben en waarde hecht aan betrouwbaar nieuws met respect voor de
        feiten. Ik kreeg echter geen enkel antwoord en ook op mijn
        daaropvolgende schrijven op 3 december jongstleden kreeg ik geen
        antwoord van de redactie. Ik verwijs gemakshalve naar de
        correspondentie onder aan het bericht. Hierdoor heb ik alle
        middelen uitgeput om via de redactie een rectificatie van het
        artikel te bewerkstelligen. Daarom richt ik mij tot u met deze
        klacht over de foutieve berichtgeving en de wijze waarop mijn
        klacht is afgehandeld door 'Het Nieuwsblad'.
Als lid van
        en redacteur voor het Studiecentrum Joris van Severen heb ik ook
        een persoonlijk belang dat de feiten juist worden weergegeven.
        Er is in de geschiedschrijving een ruime marge om van mening te
        verschillen, maar het mag niet zo zijn dat een persoon wordt
        beticht van een strafbaar feit dat hij aantoonbaar niet heeft
        gepleegd. Mijn enige wens is dat het artikel op dat punt wordt
        aangepast door de verwijdering van de naam van Joris van
        Severen, zoals ik reeds hieronder in mijn schrijven aan de
        redactie heb voorgesteld. Dit kan in principe heel discreet.
In
        afwachting van uw antwoord, verblijf ik. Mocht u nog vragen
        hebben, aarzel dan niet om mij aan te schrijven of te bellen.
Met
        vriendelijke groet,
drs. R.A.B.
        Bruijns
Op 7 december 2020 ontving Ruud vanwege de
            ombudsman volgend antwoord, waaruit blijkt dat de redactie
            van Het Nieuwsblad als het ware ‘dievelings’ de blunder op
            haar digitale uitgave rechtzette, zonder  Ruud daarvan op de
            hoogte te stellen:
Geachte heer Bruijns,
Bedankt voor uw mail en uw
        vertrouwen in de Raad voor de Journalistiek. Ik zie in het artikel
        waarnaar u verwijst de betrokken zin: ("Het is dan ook geen
          wonder dat hij in het buitenland bekender is dan de leiders
          van de Vlaamse collaboratie, zoals Staf De Clercq en Joris Van
          Severen.") echter niet staan, noch enige andere verwijzing
        naar Joris van Severen. Mogelijk heeft de redactie het artikel
        aangepast, zoals u in uw mail gevraagd had, zonder u daarvan op
        de hoogte te brengen. Mij lijkt uw vraag/klacht hiermee
        opgelost. Mocht dat niet het geval zijn, dan kunt u me dat
        uiteraard laten weten.
Met vriendelijke groeten,
Pieter Knapen,
Secretaris-generaal en
        ombudsman Raad voor de Journalistiek
In
          deze rubriek verwijzen we zonder veel commentaar naar recente
          publicaties waarin Joris van Severen en/of het Verdinaso
          vermeld worden. We citeren de meest treffende passussen
          woordelijk zonder daarin volledigheid na te streven. We
          verzoeken onze lezers, met ons, uit te zien naar publicaties
          die voor deze rubriek 'stof' kunnen leveren en ons kopie van
          de betreffende passages toe te sturen.
Het stadsarchief van
        Sint-Niklaas heeft het uitgebreide persoonlijke archief van
        oud-burgemeester Frantz van Dorpe gekregen. “Onder zijn bestuur
        onderging de stad een metamorfose”, zegt huidig burgemeester
        Lieven Dehandschutter (N-VA).
“Frantz van Dorpe
        (1906-1990) groeide op in Kortrijk, waar hij de Eerste
        Wereldoorlog meemaakte. Later werd hij lid van de met fascisme
        verwante politieke groepering Verdinaso, ging tijdens de Tweede
        Wereldoorlog in het verzet.”
_______________