> nieuwsbrief > 2006 - nr 4
Inhoud
Vooruitblik
op 2007
Naast de
publicatie van het Jaarboek Joris van
Severen – reeds het 11e in de rij! – zijn we in oktober
2007 tevens ook aan
ons 5e Colloquium Joris van Severen
toe. We hopen u in onze volgende
Nieuwsbrief alvast datum en plaats te
kunnen meedelen. Verder zien we uit naar aangekondigde de publicatie
van de
Universitaire van de definitieve Inventaris
van het Archief Joris van Severen dat berust binnen de Leuvense
Universiteitsbibliotheek.
Uit
een nalatenschap
kregen we volgende boeken ter beschikking tot spijziging van onze
vzw-kas. We
stellen ze op onze beurt graag ter beschikking van onze leden tegen de
vermelde
prijs (te verhogen met de verzendkosten):
1.4.
Luc Delafotrie
e.a., Hugo
Verriest –
Joris van
Severen, Wakken
Herdenkt, 1984, gen., ill., 161 pp.: 10 €
1.6.
Luc Delafortrie, Joris
van
Severen en De Nederlanden –
een levensbeeld, Oranje,
Zulte, 1963, geb., ill., 272 pp.:
20 €
1.8.
P. Meeus & M.
Cailliau,
Joris
van Severen –
Plus est en vous, Oranjejeugd,
Turnhout, 1986, geniet,
ill., 48 pp.,: 2 €.
1.9.
M. Cailliau
(ed.), Joris
van Severen spreekt. Gedenkboek, 1994,
NSDC,
Aartselaar, geb., ill., 352 pp., 10 €
1.10
Hendrik Elias, 25
jaar
Vlaamse Beweging –
1914-1939, DNB,
Antwerpen 1969, 4
boekdelen, gen.0, 948 pp.,: 50 €
1.11
Lode Claes, De
afwendbare
nederlaag, DF,
Leuven, 1986, gen –
128 pp., 3 €
1.12
Mark Vanvaeck, ’t
Pallieterke van Bruno de
Winter, De
Nederlanden, Antwerpen, 197, geb., ill., 168 pp., 10 €
1.13
Arthur de Bruyne
e.a., Bloemlezing
uit Rommelpot, Roerdomp,
Brecht, 1983, gen., ill., 144
p., 10 €
1.15
1.16
Johan Anthierens,
De
IJzertoren. Onze trots en onze schande, Leuven,
1977, gen.,
ill., 263 p.: 5 €
1.17
Vital Celen, Zóó
schrijven
de Fransch-Vlamingen, Wiek
Op, Brugge, 1943, gen., 232 p. 5 €
Verzendkosten:
1 boek:
2,30 €;
2 boeken 3;22 €;
3 boeken: 3,70 €;
4 en meer boeken:
7,40 €.
Bestellen met opgave van het gewenst
boeknummer, via overboeking van het verschuldigd bedrag verhoogd met de
verzendkosten
op rekening 000-1705814-69 t.n.v. Studiecentrum Joris van Severen, 8900
Ieper. Bestellingen
worden enkel na betaling uitgevoerd volgens de regel “wie
eerst komt, eerst maalt”.
Dé
biografie
De
Kortrijkse
historicus
Interessante
internetpagina
In
een van onze vorige
Nieuwsbrieven refereerden we reeds een paar maal naar de thesis van Tom
Cobbaert over In
het Nieuwe Europa. De Europese gedachte bij de Nieuwe Orde in
Vlaanderen.
De auteur liet ons weten dat zijn thesis thans opnieuw op het
internet na te lezen valt onder het adres:
http://www.ethesis.net/collaboratiebewegingen/collaboratiebewegingen_inhoud.htm
Toon Maes
Bouwkundige,
schilder, dichter en
politiek geëngageerde
Piet
Cassiman
Maes
als politiek geëngageerde
Hun bittere mond heeft het klagen
verleerd
en ‘t
praten in den wind;
hun diepe blik is naar ’t leven gekeerd
dat men zonder strijd niet wint
Zij gordden de oude wapens aan
vertrouwd met de kleur van het bloed
en uit verre dromen klom
‘t beloofde land hun tegemoet
Zij zullen verwoed den vijand slaan
slag op slag het land uit
zij zullen misschien den dood ingaan
zwart van ‘t kruit.
Maar in de wijding van den nieuwe dag
komt Oranje met stralen gelaat
en opent in heilige stilte
de poort van den Dietse Staat.
(Toon Maes, Vader Aarde. p. 8)
De jaren twintig werden gekenmerkt door de
nasleep van WO 1. Het lot der uitgeweken en gestrafte activisten
beroerde de
studentenwereld die streefde naar de vernederlandsing der
Rijksuniversiteit te
Gent. De verkiezingsstrijd rond Borms bracht woelingen en opstandige
taal.
Toon Maes (1911-1986), als jonge
Deinzenaar, kwam te Gent in de Rijksnormaalschool en sloot zich aan bij
het
Algemeen Vlaams Studentenverbond. In 1927 werd een maandblad gesticht ‘Opkomst’ als orgaan van dit verbond van
het Officieel Onderwijs. Toon Maes werd hoofdredacteur. Voorzitter van
dit
verbond was Renaat Merecy. Er bestonden afdelingen in athenea en
rijksnormaalscholen zodat Maes medewerkers had te Antwerpen, Brussel,
Gent,
Leuven, Brugge, Diest, Hasselt, Lier, enz.
De tijdsgeest tijdens zijn studentenjaren
moet de twintiger aangezet hebben om aan te sluiten bij het Dinaso van
Joris
van Severen.
Het Dinaso kreeg ook zijn aanhang te
Deinze, hoewel niet zoveel als het VNV (Vlaams Nationaal Verbond).
Wanneer het
in 1933 een aanvraag voor een manifestatie deed aan het Stadsbestuur,
besliste
de gemeenteraad in zitting van 02/12/1933 een verbod op te leggen om al
dan
niet in uniform op te treden: “zich in open lucht of in de
publieke plaatsen
in de wapens te oefenen, ontplooiingen, gezamentlijke bewegingen,
marchen en
andere operaties uit te voeren met het doel aan haar leden de
bestanddelen ener
militaire opleiding aan te leren.” (In 1896 was er
zo’n verbod geweest om
met een rood vaandel op straat te komen.)
Maes was vendelleider DMO (Dinaso
Militanten Orde) in Groep II Oost-Vlaanderen. De Dinaso Militanten Orde
was
verantwoordelijk voor de orde en de tucht bij elke manifestatie van het
Dinaso.
Beschermend optreden jegens de handtastelijkheden van tegenstrevers en
ordeverstoorders.
Wanneer Toon Maes in 1938 met zijn groep
Dinasoleden een door het stadbestuur toegelaten optocht hield, stuurde
onderzoeksrechter Jacquart bij de Rechtbank van 1e Aanleg te Gent, d.d.
21/1/1939 een schrijven aan de burgemeester waarbij hij vroeg of Toon
Maes wel
de toelating tot de optocht had gekregen. Burgemeester Van Risseghem
antwoordde
op 23/01/1939: “dat ik de toelating gegeven heb aan Maes
Antoon, om met zijn
groep enkele straten onzer stad te doortrekken op 11 december 1938,
hetgeen
dan ook zeer ordelijk gebeurd is.”
Maes werkte als medewerker aan het
partijblad ‘Hier Dinaso!’ en had
‘een
goede pen’. Hij was tevens een goed redenaar en actief militant
10 Mei 1940 viel Duitsland België
binnen.
Vreemdelingen, verdachte personen en politieke figuren werden
aangehouden,
opgesloten, en weggevoerd naar Franse kampen. Ook Joris van Severen,
leider van
het Verdinaso, werd te Brugge aangehouden en te Abbeville vermoord door
dronken
Franse soldaten.
Deze onthoofding van het Verdinaso leidde
in de eerste maanden na de Belgische capitulatie op 28 mei 1940 tot een
uiteenvallen dezer partij. Een gedeelte hield zich afzijdig van
politiek, een
ander gedeelte sloot in mei 1941 aan bij de eenheidsbeweging van VNV en
een
derde deel sloot aan bij de DEVLAG,
(Duits-Vlaamse Arbeidsgemeenschap) van 1935 tot dan een culturele
beweging
onder leiding van Jef van de Wiele.
Toon Maes was één van deze
derde groep die
resoluut partij kozen voor ongeremde collaboratie met de bezetter. Hij
stapte
over naar de Algemene SS Vlaanderen, later SS-Vlaanderen en van
01/10/1942 de
Germaanse SS in Vlaanderen. Hij ging in de Propagandadienst van de
DeVlag waar
hij adjunct-chef werd voor Vlaanderen in september 1943. Wanneer Jef
van de
Wiele het boek ‘Op zoek naar een
vaderland’ in 1942 publiceerde, moest op de postrekening van
Toon Maes de
verschuldigde 2Ofr. overgeschreven worden.
Vanuit de DeVlag hield Maes zich ook bezig
met de culturele uitwisseling tussen Vlaanderen en Duitsland, door
verkoop van
schilderwerken over de grenzen heen. In die functie trok Maes in
december 1940
reeds naar Berlijn samen met Servaes en andere Vlaamse schilders. Hij
bracht
een enthousiast verslag uit in het tijdschrift ‘DeVlag’.
Te Deinze werden de samenkomsten gehouden
in ‘De Pulle’ het socialtisch verenigingsgebouw in de
Stationstraat. Toon Maes
was er lokale voorzitter van de DeVlag. Het proza van de oorlogsjaren
bracht
Toon Maes, zoals hij zelf schreef, een ‘sappige’
terdoodveroordeling op, “meer
heb ik met de literatuur niet verdiend.”
Maes was ook aanwezig op de aanstelling
van burgemeester Dr. Jan Wannyn te Nevele op 29 juni 1941 en teAstene
bij de
aanstelling van Rudolf Versele in augustus 1941. Te Eke voerde hij het
woord op
17/08/1941 bij de huldiging van burgemeester-onderwijzer Gaston Lampens.
Enkele dagen vóór de aankomst
van de
Engelse troepen te Brussel op 3 september 1944, vluchtte Toon Maes naar
Duitsland, waar hij met Van de Wiele en andere gevluchtten een
Landsleiding
Vlaanderen stichtte in de Luneburger Heide. Deze werd ondergebracht in
het slot
Pyrmont, dat op 01/11/1944 moest ontruimd worden. Een school te
Hildesheim werd
dan ter beschikking gesteld van de Landsleiding. Voor Dr. C. Verschaeve
en Dr.
A. Borms werd een onderkomen gevonden in de omgeving van Aussig. Bij de
totale
ineenstorting op 8 mei 1945, dook ook Maes onder te Bergisch-Gladbach.
Wanneer de Belgische Politie hem daar wou
aanhouden, werd hij gewaarschuwd en vluchtte naar Zwitserland.
Met politiek was het gedaan. In Vlaanderen
woedde de repressie.
Toon
Maes werd veroordeeld tot de doodstraf door de Krijgsraad van Antwerpen
en werd
ontzet uit de Belgische nationaliteit op 12.07.1945. Hij werd uit het
1eger
uitgesloten door de gouverneur van Oost-Vlaanderen op 17/03/1947. Uit
het
register van de architecten van Oost-Vlaanderen werd hij geschrapt.
Maes
vroeg strafvermindering in 1953 en bij KB van 19/02/1969 werd de
doodstraf
omgezet in 20 jaar opsluiting.
_____________
Hoofdstuk Maes
als politiek geëngageerde, uit Toon
Maes. Bouwkundige, schilder, dichter en politiek geëngageerde,
door Piet
Cassiman, in: Bijdragen tot de
geschiedenis van de Leiestreek, jg. LXXII, 2005, pp. 147-150.
In
memoriam
Op 2 augustus overleed na een lang ziekbed op
73-jarige leeftijd in Koksijde Carlos
van Louwe (°1932). Zijn leven lang had hij een groot
respect
voor Joris van
Severen. Zijn bibliotheek bevatte nagenoeg alle publicaties van en over
het
Verdinaso. Hij was tevens de bezitter van een paar schilderijen en een
buste
van de Verdinaso-leider. Dat respect en eerbied voor Van Severen had
hij van
zijn vader, advocaat in Torhout en nadien vrederechter in Gistel,
meegekregen.
Luc van Louwe was niet alleen Vlaamsgezind maar ook geheim lid van het
Verdinaso.
Jarenlang was Carlos van Louwe directeur van
het
vakantiecentrum Het Reigersnest in
Koksijde, dat tevens een ontmoetingsplaats voor tal van Vlaamsgezinden,
met
vakantie aan zee, was. Op lokaal vlak was hij de organisator van tal
van
Vlaamsgezinde initiatieven. Hij was onder meer medestichter van de
lokale
afdeling van de Orde van de Prince. Achter de schermen droeg hij zijn
steentje
ertoe bij opdat het Van Severen-archief een veilig onderkomen zou
krijgen
binnen de muren van de Leuvense universiteit.Aan zijn familie wensen we
onze innige
deelneming te
betuigen.(PJV)
Antisemitisme
- andermaal
Rudy
Pauwels,
Deurle
In
afwachting dat een
grondig universitair werk van hem verschijnt, gaf Edouard Husson in
2005 bij
Perrin een samenvatting uit Nous
pouvons vivre sans les Juifs –
quand et comment ils deciderent de
Dit
boek toont
duidelijk aan hoe op 20 januari 1942
Wannsee
mogelijk
werd en sinds november 1941
voorbereid
werd.
Joris
van Severen,
uitgeleverd door België aan Frankrijk en neergeschoten door Franse
soldaten te
Abbeville op 20 mei 1940,
noch het daarna
ontredderde en mede onder Duitse druk vóór die data
ontbonden Verdinaso, konden
nog onmogelijk betrokken worden bij de “eindoplossing”
van wat het Jodenvraagstuk genoemd werd.
Men
verwarre de
geschiedenis van de Shoah
dus
niet met wat voorafging aan de Tweede Wereldoorlog, periode waar nog
gedacht
werd aan territoriale oplossingen van het vraagstuk: Madagascar en de
Conferentie van Evian van juli 1938.
Op dat ogenblik waren iets minder dan de helft van de
Duitse en Oostenrijkse joden uitgeweken, zonder dat voor hen een
bevredigende
internationale oplossing was gevonden. Ook daarover is het boek van
Husson
lezenswaard.
Joris
van
Severen en internet
Maurits Cailliau
Inleiding
“Joris
van Severen heeft nooit gecollaboreerd omdat hij daar de kans niet
heeft toe
gekregen, maar hij stond aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog,
met zijn
DMO helemaal klaar om de collaboratie aan te gaan met nazi-Duitsland.
Waar het
Verdinaso anders zou zijn geëindigd moest Van Severen niet
voortijdig zijn
omgekomen ligt voor de hand: hij zou 'zijn' Dinaso Militianen via de
voordeur
recht bij de Vlaamse SS hebben binnen-geleid en net zoals zijn
geestesgenoten,
Léon Degrelle van REX, Mussert van de NSB en Jef van de
Wiele van DeVlag, een hoge positie bij de SS hebben
verworven en het
wellicht tot SS-Generaal hebben geschopt.
Op
en opndergang van het Verdinaso
Het
Verdinaso kende een kortstondige bloei in het midden van de jaren 1930,
maar is
ten onder gegaan aan de innerlijke onmacht van zijn utopische
doelstellingen,
de vroegtijdige dood van zijn leider Van Severen op 20 mei 1940 en de
chaotische toestanden van het eerste oorlogsjaar (tot mei 1941). Een
deel van
de Verdinasoleden stapt in 1940-1941 de collaboratie binnen, een ander
deel
verkiest de kant van het verzet, nog anderen verlaten de politiek. Het
Verdinaso was een corporatistische, Groot-Nederlandse, fascistische en
antisemitische beweging. De antidemocratische evolutie van het
katholieke
Vlaams-nationalisme kadert in de opkomende fascistische stromingen in
Europa,
maar is ten dele ook te wijten aan een heropleving van de
ultramontaans-antiliberale traditie in de katholieke Vlaamse Beweging.
Joris van
Severen
Georges
van Severen
(hij zal zijn voornaam later 'vervlaamsen' naar 'Joris')
werd op 19 juli
In
september 1914 wordt hij opgeroepen voor het leger en levert strijd aan
het
IJzerfront. In maart wordt hij bevorderd tot sergeant en in januari
1917 tot
onderluitenant. Later wordt door Arthur de Bruyne genoteerd dat Van
Severen een
belangrijke rol zou hebben gespeeld bij de derde divisie waar de
frontbeweging
actief was, maar dat wordt nergens bevestigd. Het zal nog tot 1921
duren
vooraleer Van Severen daar belangstelling voor krijgt.
Na de
oorlog hervat Van Severen in 1919 zijn studies Rechten aan de
universiteit te
Gent maar hij zal die niet afmaken. Hij wijdt zich in hoofdzaak aan de
Vlaamse
strijd en is actief in verschillende Vlaamse verenigingen. Vanaf 1921
wijdt hij
zich vooral aan zijn eigen publicatie, het maandblad Ter
Waarheid, dat vanaf 30 januari 1921 verschijnt tot
ongeveer
eind 1924.
Op
aandringen van priester/dichter Cyriel
Verschaeve neemt hij
op 20 november 1921 deel aan de Algemene Verkiezingen
(parlementsverkiezingen).
Hij trekt de lijst voor de Kamer van het in 1919 opgerichte Vlaamse
Front, in de volksmond de Frontpartij
genoemd of de partij van de Fronters. Van Severen wordt verkozen als
volksvertegenwoordiger, samen met nog drie andere Fronters: Staf de Clercq
(die later het VNV zal stichten), de Antwerpse advocaat Henri Picard en de
onderwijzer Emiel Butaye uit Watou.
In 1925
worden Van Severen, Staf de Clercq en Emiel Butaye opnieuw verkozen
voor de
Frontpartij. Daarnaast werden er nog drie andere verkozen. (…)
Al gauw
evolueert Van Severen naar een fascistisch standpunt, met aanvankelijk
een
sterke nadruk op het katholicisme. Hij versmelt het grootneerlandisme
(de
politieke hereniging van Vlaanderen en Nederland) met het
antidemocratische
solidarisme en een pleidooi voor militievorming. Vanaf het midden van
de jaren
1920 saboteert Van Severen elke Vlaams-nationalistische samenwerking
waar
gematigden bij betrokken zijn.
Intussen
is hij vooral in West-Vlaanderen actief: hoofdman van het KVNV (Katholiek Vlaams
Nationaal Verbond) en uitgever van De
West-Vlaming. In 1921 heeft Van Severen Emiel Thiers leren
kennen die eveneens lid wordt van de Frontpartij. Van 1925
tot 1932 is Emiel Thiers provincieraadslid voor het KVNV en wanneer Van
Severen
het vanaf 1928 niet meer eens is met het KVNV en doelbewust op een
breuk
aanstuurt, steunt Thiers hem onvoorwaardelijk
Bij
tussentijdse verkiezingen in Antwerpen in 1928 wordt het
amnestievraagstuk
opnieuw actueel. Dr. August
Borms,
die op dat ogenblik reeds tien jaar in de cel zit wegens collaboratie
met de
Duitsers in de Eerste Wereldoorlog (het Activisme), en daarvoor ter
dood
veroordeeld werd, is kandidaat op de lijst van de Frontpartij in
Antwerpen.
(Dr. August Borms wordt verkozen als volksvertegenwoordiger maar zal
niet
zetelen. Hij wordt wel vrijgelaten uit de gevangenis.)
“
Ook in
het parlement leidt dit tot hevige discussies. Op 29 november 1928
houdt Van
Severen een vurig pleidooi voor amnestie in het parlement. Het slot van
zijn
redevoering is andermaal een pleidooi voor Groot-Nederland. "En
België
dan?" vraagt iemand in de Kamer, waarop Van Severen antwoord met de
vloek
van de Vlaamse soldaten aan het IJzerfront: "Belgiek, ontplof!" en
vertaalt dat voor sommige Kamerleden in het Frans als "
Zo
isoleert hij de pluralistische Antwerpse Frontpartij en verhindert hij
een
constructieve democratische politiek. Met de Algemene Verkiezingen van
29 mei
1929 loopt het verkeerd voor Van Severen. Alhoewel de Fronters veel
meer
stemmen halen dan in 1925 (van 84143 naar 131961) en zij van zes naar
tien
zetels klimmen alsmede vier senatoren, wordt Van Severen niet herkozen.
De
Diets-Nationaalsolidarist Wies Moens die zich kandidaat had gesteld
grijpt ook
naast een zetel. In hun plaats komen de Vlaams-Natio-nalisten Jeroom
Leuridan,
Victor Delille en Marcel van den Bulcke in het parlement.
Het feit
dat Van Severen niet herkozen werd met de parlementsverkiezingen van
1929 heeft
ongetwijfeld een rol gespeeld in zijn grondige afkeer voor de
parlementaire
democratie. Zo schrijft hij halverwege 1930 aan Carel Gerretson: "De echte Vlaams-nationale actie ligt
buiten het parlement en buiten het parlementarisme. Zij moet een staat
in de
staat vormen en wel op prefiguratieve wijze. Duizend mannen, geestelijk
geschoold door een solide en coherente doctrine, tuchtvol
aaneengesloten in een
falanks. Die duizend mannen zouden zulk een geweldige kracht uitstralen
dat
zijn in tien jaar er tienduizend van hun soort zouden gevormd hebben.
Alzo zou
daar staan, paraat en dynamisch, de jonge Vlaams-nationale aristocratie
die de
komende staat in handen zou nemen en die de staat zou leiden met een
gezag en
een beleid die overal bewondering zou afdwingen. Utopie? In geloof niet
aan
zulke dooddoeners. Kijk maar wat Mussolini
heeft gerealiseerd."
In het
voorjaar van 1931 komt het tot concrete plannen voor het op te richten
tot een
nieuwe Verbond met als grondbeginselen: Tucht, Hiërarchie en
Gezag. Aan de
besprekingen nemen vooral de schrijver/dichter Wies Moens deel,
die de ideeën van Van Severen in een programma moet uitschrijven,
en Juul Declercq de vakbondsleider van het NAS-West Vlaanderen
(Nationaal
Arbeidssyndicaat). Daarnaast nemen ook deel aan de gesprekken de
advocaat Emiel Thiers
en de accountant Pol van
Herzeele. Wies Moens had in
Oost-Vlaanderen een Vlaams Nationaal Verbond opgericht (een vroege
voorloper
van het VNV) en de Gentenaar Jef
François die daarvan
de secretaris was volgt zijn vriend Wies Moens naar het Verdinaso
Net zoals
Léon Degrelle in Wallonië laat Van Severen zich inspireren
door Mussolini en
Maurras. In 6 oktober 1931 is het zover en richten Joris van Severen en
Wies
Moens samen met Juul Declercq, het Verbond
van Dietse Nationaal-Solidaristen op dat later wordt
afgekort
tot VERDINASO.
De leiding van het Verdinaso wordt
samengesteld en behalve Van Severen, Wies Moens en Emiel Thiers wordt
Pol van
Herzeele aangeduid om de financies te beheren, verder Pol le Roy, Jef
François,
Leo Poppe die de jeugdformaties zal leiden, Jef Missoorten die in
Antwerpen de
Vlaamse Militie leidde, treed met zijn militie toe tot het Verdinaso en
wordt
commandant van de nieuw gevormde Dinaso Militie (zie
verder). Het Verdinaso wordt verder uitgesplitst in Gouwen en Gewesten
en staat
onder het locale bevel van Gouwleiders, Gewestleiders en Hoofdmannen.
In feite
heeft het woord solidarisme
helemaal niets met solidariteit
te maken. Hans de Witte omschrijft het solidarisme van Joris
van Severen in oktober
Arthur de
Bruyne,
die tot juli 1934 bij het Verdinaso militeerde, vatte het programma van
het
Verdinaso op 12 juni
“Een
pakje spijkers voor een concentratiekamp”
Naast de
politieke militie (de DM) krijgt de geschreven propaganda veel aandacht
voor
het Verdinaso. In december 1932 worden de twee bestaande
Dinaso-weekbladen De Vlag van Wies
Moens en De West-Vlaming versmolten tot
Hier
Dinaso!, dat De
Klauwaart van Ward
Hermans opslorpt.
Het
ledenaantal van het Verdinaso groeide langzaam aan. Eind 1932 werden er
al 2000
leden geteld, en op de Landdag van 10 september 1933 telde het
Verdinaso 3285
leden in 147 afdelingen. Het aantal leden zal echter nooit de 4000
overschrijden en na de nieuwe marsrichting van 1934 terug afnemen. Per
31
augustus 1939, een half jaar voor de Duitse inval, telde het Verdinaso
2453 leden.
In mei
1933 reist Van Severen samen met Ward
Hermans (die net
Dinaso-lid was geworden) af naar Duitsland, voor een ontmoeting met
kopstukken
van de Duitse Stahlhelm.
Met deze organisatie
van Duitse oorlogsveteranen van 14-18, knoopt Van Severen
onderhandelingen aan
om subsidies voor het Verdinaso los te krijgen. Maar die
onderhandelingen lopen
op niets uit. Na de nieuwe marsrichting in 1934 groeit het wantrouwen
van de
nazi’s tegenover het Verdinaso en tegen juli 1940 was het Duitse
militaire
bestuur helemaal gekant tegen het Verdinaso dat het kapittelde als 'politiek en moreel onbetrouwbaar'.
Met zijn
nieuwjaarstoespraak van 1934 kondigt Van Severen een algemene
financiële
mobilisatie aan. In 1934 moeten er zesduizend leden en vijftienhonderd
militanten
bijkomen en daar is geld voor nodig. Minstens 100.000 Belgische franken
die
vooral naar de Dietse Militie moeten gaan want 'die
moeten zich snel kunnen verplaatsen, in vrachtwagens en niet langer
per fiets.’ In Hier
Dinaso! worden de giften gepubliceerd en uit de
mededelingen van
sommige geldschieters kan men makkelijk de denkbeelden en verwachtingen
raden: De joden weg van de markten.
[Ontleend – met weglating van de
illustraties - aan: http://users.pandora.be/amarcord/selys/index.html
]
____________
Voor
één keer dan toch enige commentaar naar
aanleiding van de schandalige en totaal onhistorische
“inleiding” (eerste
alinea hierboven). Dit proza staat te lezen om de webpagina’s van
ene Baron
Jean de Sélys-Longchamps. Het zal wellicht niet de Jean van die
familie zijn,
die het presteerde om in 1943 als luchtmachtpiloot (RAF) het
hoofdkwartier van
de Gestapo te Brussel met zijn boordwapens te bestoken. Die zou wel
geweten
hebben hoe Joris van Severen op het einde van de jaren dertig
hooggewaardeerd
werd binnen de adel en zelfs leden van de oudste Belgische adel –
de Croÿ’s –
voor zijn beweging wist te winnen. Deze Jean – laten we hem
senior noemen – zal
ook wel geweten hebben dat het solidarisme van Joris van Severen
wortelde in de
sociale encyclieken en in die jaren een algemeen aanvaard alternatief
belichaamde voor de op de klassenstrijd berustende sociale doctrines.
De familie
De Sélys-Longchamps was
overigens recent
wel vaker het onderwerp van nieuwsitems. Sybille de
Sélys-Lonchamps, de moeder
van de buitenechtelijke dochter van Albert II – Delphine
Boël – is immers ook
een telg uit dat geslacht!
Alfons
van Opstal (†)
Waar wij tijdens onze wekelijkse colportage
met Hier
Dinaso! een exemplaar van het blad verkocht werd, noteerden wij
het adres.
Deze adressen werden in de daaropvolgende week vereerd met een
huisbezoek met,
zo mogelijk, een uitgebreid gesprek. De militant die het blad verkocht
had
diende aldus voor minstens drie opeenvolgende weken zijn
“klant” op te volgen. Onze
ervaring leerde immers dat deze propaganda van mens tot mens veruit de
meest
effectieve was.
Bij dat militantenwerk kwam er wel eens vaker
een kink
in de kabel. Zo ook toen wij twee vendels samentrokken voor een
propagandamars
in de Rupelstreek, waarbij Rumst, Terhagen, Boom, Niel aan de beurt
kwamen. In
Boom en Terhagen hadden we, alle verhoudingen in acht genomen, een
sterke
afdeling. De misgangers onder ons namen in groep deel aan de
eucharistieviering
van 8.00 uur in de hoofdkerk van Terhagen. Ook daar werd ons toen
– in 1934 -
de communie geweigerd. Na de mis werd met z’n allen gecolporteerd
aan het
kerkplein. De communieweigering had opzien gebaard onder de gelovigen
en werd
hèt onderwerp van gesprek in de herbergen en zelfs in het
socialistische Volkshuis.
De nieuwsgierigheid was gewekt en het werd, dank zij de onbedoelde
medewerking
van mijnheer pastoor, een vruchtbare colportage!
Vooraleer in groep fietsend het dorp te
verlaten namen
we eerst een broodmaaltijd in het Dinasolokaal. Daarna fietsten we
ordevol twee
aan twee in colonne richting Reet. Tussen Terhagen en Reet liep
destijds een
smalle kasseiweg tussen twee kleiwinningen van een steenbakkerij door.
In de
diepte lagen de drooginstallaties; wij fietsten er hoog boven langs.
Eens de
ganse colonne op de hooggelegen kasseiweg en goed zichtbaar, vielen we
voorwaar
in een soort hinderlaag. We werden als het ware een niet te missen
schietschijf
voor een regen van stenen. Jef Morael gaf bevel halt te houden en de
fietsen
twee aan twee tegen elkaar te zetten en tot de tegenaanval over te
gaan. We
daalden de hoogte af naar de steenbakkerijterreinen waar onze belagers
ondertussen een heenkomen gezocht hadden in en tussen de
drooginstallaties.
Zodoende hadden we zo goed als geen contact met de “vijand”
kunnen maken. Dan
maar weer de berm omhoog geklauterd naar onze fietsen toe. We waren
amper boven
toen het stenen werpen herbegon. Onze hernieuwde tegenaanval kwam nu
sneller
tot stand en leidde tot enkele kleine schermutselingen links en rechts.
Dit
scenario herhaalde zich tot driemaal toe, vooraleer we eindelijk de
droogloodsen voorbij geraakten. We hielden er enkele lichtgekwetsten
aan over –
een kwartbaksteen kan hard aankomen – waaronder Frans Paquet,
wiens gebit
deerlijk gehavend werd. Na het toedienen van de noodzakelijke EHBO
trokken we
met onze gehavende fietsen – ook die hadden in ons lot gedeeld
– en met veel
vertraging op ons schema verder. Het plaatselijke rode weekblaadje
kraaide
victorie en klopte het gebeuren op tot een heruitgave van de
Guldensporenslag,
waarbij de fascisten een smadelijke nederlaag geleden hadden! Het
verhaal kwam
naderhand ook in de nationale pers en bereikte aldus ook Joris van
Severen, die
om een meer waarheidsgetrouw verslag van de incidenten verzocht.
Erger was dat “rood” voortaan
zowat overal moed putte
uit het opgeklopte verhaal en het initiatief nam tot persoonlijke
aanvallen. We
woonden toen op het gehucht Kontich Kazerne, dat middendoor gesneden
werd door
de spoorweglijn Antwerpen-Brussel. Links van de spoorweg lag Lint,
rechts
Kontich. Onze straat, de Groeneweg, stond haaks op het station van
Kontich
Kazerne. Links fabrieksgebouwen, rechts twee werkmanshuisjes. Op een
zaterdagavond toen we reeds te bed lagen, kwam onze zus ons ontsteld
wekken.
“Er zitten twee mannen op het dak van de aanbouw,” luidde
haar boodschap. Half
wakker neemt mijn broer zijn revolver – een Colt van 1914 –
en we trekken naar
beneden, teneinde de belagers via de achterdeur te verrassen. Mijn
broer Jos
lost een revolverschot in de lucht en we horen voetstappen van een
overhaaste
aftocht in het donker.
Wat was er aan de hand? Kontich Kazerne had
niet zo’n
goede naam; er woonden nogal wat drinkebroers in die buurt. Flink boven
hun
theewater had een drietal onder hen zich voorgenomen om die Kajotterkes
Van
Opstal – het was ondertussen 1934, maar we hadden blijkbaar onze
faam ter zake
behouden – eens aan te pakken. De knal van onze Colt had nogal
wat indruk
gemaakt en tot een klacht bij de politie geleid, die ons met een
huiszoeking
vereerde. De revolver werd in beslag genomen, samen met onze
militiestokken en
de mare ging dat er een wapenarsenaal ontdekt was bij gekende
nazi’s!
Enige tijd later colporteerden wij op een
gewone
zondagvoormiddag in onze eigen buurt. Toevallig werd er omstreeks die
tijd een
vergadering beëindigd van de socialisten. Maar ten overstaan van
ons vergaten
socialisten en communisten hun onderlinge vetes om gezamenlijk tegen
ons op te
trekken. We waren slechts met zes militanten en poogden van deur tot
deur Hier
Dinaso! aan de man te brengen. Mijn broer en ikzelf werden op een
gegeven
moment zowat ingesloten. Ik hield mijn vuist gesloten in mijn broekzak,
de
indruk verwekkend dat ik een vuurwapen omknelde. Jos trad vastberaden
op hun
leider toe, zeggend: “Als hier iets gebeurt, u kennen we alvast
om naderhand
mee af te rekenen.” Hij speelde daarmee uiteraard hoog spel, maar
het lukte en
het bleef verder bij wat gescheld aan ons adres.
vervolg in volgend
nummer)
SPROKKELS
In deze
rubriek verwijzen we zonder veel commentaar
naar recente publicaties waarin Joris van Severen en/of het Verdinaso
vermeld
worden. We citeren de meest treffende passussen woordelijk zonder
daarin
volledigheid na te streven. We verzoeken onze lezers, met ons, uit te
zien naar
publicaties die voor deze rubriek 'stof' kunnen leveren en ons kopie
van de
betreffende passages toe te sturen.
Waardevolle
rariteit?
Kessels
Willy: Fakkeltocht aan de Graslei in Gent; originele foto,
afdruk van de
kunstenaar, ca. 1936, zilvergelatine afdruk op mat fotografisch papier,
18 x
Uniek
fotografisch- en tijdsdocument. Verso twee stempels van de fotograaf
“Foto W.
Kessels” en zijn toenmalig adres, wat toelaat de afdruk te
dateren! Prijs 300 €
[Uit het aanbod van het veilinghuis Cursief te Brugge
(géén
advertentie!).
De
hand aan de ploeg
“(…)
Voor
het Verdinaso bekleedde de landbouwproblematiek een niet onbelangrijke
rol in
haar corporatistische opvattingen. Dat het Verdinaso-embleem bestond
uit een
rad, een zwaard en … een ploeg, is in dat opzicht wel zeer
betekenisvol.
Daarenboven werd de Nieuwe Orde-administratie van de landbouwpolitiek
in de
oorlogsjaren, met name de Landbouw- en Voedingscorporatie, voor een
belangrijk
stuk gemodelleerd naar de Verdinaso-principes van de dertiger jaren en
werden
talrijke voormalige Verdinaso-leden er tewerkgesteld.
(…)”, (pp. 131-132)
________________
Bart
Coppein, De hand aan de ploeg, deel II, in: Wetenschappelijke
tijdingen, nr. 3/2005, pp. 131-148, met als illustratie de
brochure over De
Dinaso-Landbouw-politiek.
Katia,
Germaine, Rachel en de anderen
“Edwin
Truyens breekt de staf over de vrouwen rond Joris van Severen (Kort
Manifest, nrs 140/141). Legt hij dezelfde maatstaven aan over de
vrouwen
rond Johann Wolfgang von Goethe die hem tot meesterwerken inspireerden?
(…)”
_______________
Een terechte
vraag van R. van der Haeghen uit Hoogstraten in Kort Manifest,
nr. 142,
waarop alleen een antwoord naast de kwestie kwam.