> niewsbrief > 5e jaargang, 4e trimester
2001
Tip: door uw venster te versmallen
zult u gemakkelijk de teksten kunnen lezen.
U kunt daartoe de rechter scrollbar
verslepen (als u met de muis boven de rechterrand zweeft).
MEDEDELINGEN
51e Bedevaart naar Abbeville afgelast
Na de herrie ontstaan naar aanleiding van de viering van het Sint-Maartensfonds
te Antwerpen, een week later gevolgd door de commotie rondom de herdenking
van Cyriel Verschaeve te Alveringem, besloot de vzw. Abbeville om niet
in de val te trappen van eventuele provocateurs en werd de busreis naar
Abbeville geannuleerd. Een juiste beslissing? Dat zal vermoedelijk wel
voor altijd koffiedik-kijken blijven - zoals het maandblad Delta terecht
vaststelde.
Een 15-tal mensen die op eigen kracht, los van de geplande busreis,
naar Abbeville togen, kregen aldaar het gezelschap van een 30-tal mensen
van de Frans-Vlaamse tak van de beweging Terre et Peuple (en het gelijknamige
blad). Dank zij hen bleef het dubbelgraf van Joris van Severen en Jan Rijckoort
op die dag niet zonder bloemen getooid. Later op de dag werd ook nog door
enkele jongeren van de Delta-redactie een bloemstuk neergelegd op beide
graven.
Bij het initiatief van Terre et Peuple hadden zich ook Les amis de
Drieu La Rochelle aangesloten en in hun Bulletin van april 2001 tot deelname
opgeroepen. In datzelfde Bulletin werd trouwens ook een biografische schets
over Joris van Severen gepubliceerd (die we overnemen in de rubriek Sprokkels).
Deze Franstalige belangstelling voor Joris van Severen mag in zekere zin
merkwaardig genoemd worden en biedt hopelijk toekomstperspectieven. (In
Renaissance Europ‚enne, nr. 48, zomer 2001, lazen we 'n kort verslag met
foto's, onder de titel P‚lerinage Van Severen.)
De traditionele Eucharistieviering, ingericht door de Stichting Joris
van Severen, in de abdijkerk van Steenbrugge, ging wel normaal door. De
homilie van E.H. Adrien D'hooge vindt de lezer verderop in deze Nieuwsbrief.
Op het gezellig samenzijn achteraf werd o.m. de nieuwe studie van Antoon
van Severen over De ondergang van het Verdinaso - waarover meer verder
in dit nummer - voorgesteld. Ook de traditionele boodschap van Alfons van
Opstal namens de oude getrouwen - eveneens in dit nummer opgenomen onder
de rubriek Herinneringen - kon daar (in plaats van op de bus) aan bod komen.
De Nederlanden: perspectieven voor morgen
Zo luidt de titel van de nieuwe Oranjejeugd-uitgave. In de bijliggende
folder wordt ze u voorgesteld. Ze bundelt 'n 12-tal studies vanuit de meest
verscheiden gezichtshoeken waarbinnen de bekommernis omtrent het Nederlandse
eenheidsstreven leeft. U kunt ze rechtstreeks bij de uitgever bestellen
d.m.v. de bestelstrook; desgevallend ook op ons adres mits overschrijving
van 300 BEF op postrekening 000-1705814-69 (met de vermelding 'De Nederlanden').
Jaarboek Joris van Severen 5 (2001)
-
"Zijn historici ook moralisten?" vraagt 'n lezer - die niet streeft naar
een historiografisch schrijn voor Van Severen - zich af. (C.v.L., Koksijde).
-
Een paar lezers merken op dat niet Joris, maar wel Jan Sleurs een schoonzoon
was van VU-voorman Leo Wouters (cf. p.147 jaarboek). (R.P., Merksem en
W.A., De Pinte).
-
De meest grondige en beredeneerde opmerkingen (van P.d.B., Rijmenam) m.b.t.
de bijdrage van drs. Bart de Wever nemen we verder in dit nummer integraal
op onder de titel De Schaduw van de Leider.
-
A.C., St.-Niklaas, kleinzoon van DMO-militant Roger Deschamp, merkt op
dat er naast de arduinen uitvoering van het beeldhouwwerk van Emiel Poetou
(dat de kaft van het nieuwe jaarboek siert) ook minstens 'n drietal bronzen
exemplaren gegoten werden - waarvan er een in zijn bezit is. Verder verwijst
hij naar de in 1986 verschenen studie Emiel Poetou, Gent 1885-1975, waarin
over de portretkoppen van de kunstenaar terecht gezegd wordt dat hij "via
de de evolutie van een naturalistische weergave naar een geabstraheerde
vorm trachtte het karakter van zijn model te vatten".
Joris van Severen en de neutraliteitspolitiek van Leopold III
Zoals reeds aangekondigd in het voorwoord van het 5e Jaarboek Joris van
Severen diende het referaat van Ere-Notaris Rudy Pauwels - gehouden op
het 2e Colloquium Joris van Severen (Wakken 16 september 2000) - over Joris
van Severen en de Neutraliteitspolitiek van Leopold III omwille van plaatsgebrek
verschoven te worden. Het zal bij voorrang gepubliceerd in het eerstvolgend
jaarboek, zodat men voor de volledige 'handelingen' van dit colloquium
de beide jaarboeken 5 en 6 zal dienen te raadplegen.
Statutaire Algemene vergadering vzw
Op 20 juli jl. vond de jaarlijkse Algemene Vergadering van de "effektieve"leden
plaats, waarbij Paul Meeus en Luc Vanhauwere opgenomen werden, ter vervanging
van Jos Hendrickx (overleden) en Jan Creve (ontslagnemend). Meeus is voorzitter
van de vzw. Abbeville; Vanhauwere is lid van de beheerraad van de vzw.
Stichting Joris van Severen. Dank zei hun actief lidmaatschap van onze
vzw zal de practische coördinatie tussen de verschillende initiatieven
rond de naam van Joris van Severen ongetwijfeld vlotter kunnen verlopen.
Op die vergadering werd ook beslist dat het 3e Colloquium Joris van
Severen zal doorgaan op zaterdag 21 september 2002 te Izegem. Als hoofdthema
van de referaten zal het sociaal project van het Verdinaso centraal staan.
We komen hier uiteraard uitgebreid terug in de volgende Nieuwsbrief.
Een derde belangrijk besluit betreft de uitgave van de Oorlogsdagboeken
van Joris van Severen. Terzake werd een werkgroep samengesteld die zal
instaan voor een wetenschappelijk onderbouwde annotatie die de dagboeken
toegankelijk moet maken voor de lezer van vandaag. Een eerste deel zal
de dagboeken 1914 tot einde 1916 bevatten.
Joris van Severenlaan
Uit Pieter Jan Verstraetes De familie De Lille en de Vlaamse Beweging (Uitg.
Groeninghe, Kortrijk, 2001, p. 77) blijkt dat ook Maldegem in 1942 een
Joris van Severenlaan kreeg. Na de oorlog werd het opnieuw de Lippensstraat.
Ruilbeurs Nijlen
Op zondag 21 oktober a.s. organiseert de Vlaamse Verzamelaarskring haar
5e ruilbeurs die doorgaat van 9 tot 16 uur in de feestzaal Nilania, Kesselsesteenweg
52 te Nijlen. Met de opbrengst van de beurs worden behartenswaardige initiatieven
gesteund. In 1999 deelden wij overigens, samen met Euvo, in de opbrengsten
van dit initiatief. Onze vzw zal ook op deze 5e beurs een stand verzorgen.
We hopen er u te mogen begroeten.
Het Genootschap Joris van Severen
We beschikken nog over enkele gebonden exemplaren van Luc Delafortries
Het Genootschap Joris van Severen. Dinasoactie tijdens de bezetting, dat
in 1989 verscheen bij Uitgeverij De Nederlanden. Het boek telt 128 p. +
illustraties. Bestellen kan mits overschrijving van 380 BEF (inclusief
verzendkosten) op rekening 000-1705814-69 t.n.v. Studie- en Coördinatiecentrum
Joris van Severen, 8900 Ieper, met de vermelding "Genootschap".
De Schaduw van de Leider
Paul de Bois, Rijmenam
Ik ontving het vijfde jaarboek en, zoals steeds, las ik het onmiddellijk.
Evenals de vorige edities is het weer bijzonder verzorgd en bevat het waardevolle
bijdragen. Vandaar een welgemeend proficiat. Ik hoop dat u deze taak kan
blijven verder zetten, teneinde aan de komende historici een onbetaalbare
bron van informatie te verschaffen.
In dit verband heb ik het nu echter wel wat moeilijk gehad met de bijdrage
van Drs. Bart de Wever. Er is onbetwistbaar een indrukwekkende massa materiaal
bijeengebracht en veel opzoekwerk verricht. Ik bewonder dit en wil niet
redetwisten over de aangehaalde feiten.
Bij het lezen kreeg ik wel regelmatig het gevoel dat het niet enkel
de bedoeling was om feiten historisch te reconstrueren, maar ook om een
op voorhand aangenomen redenering te bewijzen. Petitio principii noemt
men dat in de logica: een redenering die vertrekt van datgene wat zij wil
bewijzen. Naargelang men verder leest wordt het steeds duidelijker dat
er moet bewezen worden wat een droevige mislukking heel het Dinaso-opzet
eigenlijk geworden is. Ik moet eerlijk bekennen dat deze bijdrage mij in
het verkeerde keelgat geschoten is.
Daarom wil ik trachten om kort (In der Beschrönkung zeigt sich
der Meister, zei Goethe) de stem te laten horen van iemand die er bij was
(sinds 1935).
Het Verdinaso hield op te bestaan op 20 mei 1940!
De meeste Dinaso's, waaronder ondergetekende, beseften dit duidelijk.
Sommigen hebben getracht iets te redden in het begin en vlak nà
de oorlog. Dat bleek heel snel echter wishful thinking te zijn. Dat er
nadien sommigen plots Joris van Severen ontdekt hebben (vrij laat overigens)
had in feite voor de betekenis van Joris van Severen niet veel te betekenen.
Integendeel zelfs. Die "neo-dinaso's", zoals schrijver ze noemt, waren
een allegaartje van mensen die van Joris van Severen niet veel begrepen.
Te vergelijken met de neo-nazi's/neo-fascisten van nu, die ook niet weten
wat het nationaalsocialisme en het fascisme in feite was. Het belang dat
er in dit artikel aan gehecht wordt is dus minstens fel overdreven. Trouwens,
op p. 193 zegt schrijver zelf dat het er nooit méér dan enkele
tientallen waren. Ik ga dus niet verder in op het relaas van de feiten,
zoals ik al zei.
Op het einde van de bijdrage (pp. 193-195) worden de ideeën van
Joris van Severen, zoals het artikel al deed vermoeden van bij het begin,
op de vuilnisbelt gegooid.
-
"De Tweede Wereldoorlog plaatste politiek corporatisme buiten de democratische
consensus" (p. 193). Corporatisme is zo oud als de mensheid. Het heeft
in de loop der geschiedenis steeds opnieuw de kop opgestoken en zelfs vooral
in democratische context. Denken we maar aan onze Vlaamse gemeenten, aan
de encyclieken Rerum Novarum van Leo XIII en Quadragesimo Anno van Pius
XI. Het corporatisme is even oud als de dictatuur en de democratie. Voor
de schrijver is het een hopeloos verouderd schema.
-
En hij gaat verder: "De parlementaire democratie wordt niet meer in vraag
gesteld." Hier word ik stil van... Als er iets op dit ogenblik in vraag
moet gesteld worden omdat ze zo vaak verkracht wordt, dan is het wel de
democratie. Wat betekent dat woord nog? We leven in een wereld waarin Nietzsches
Umwertung aller Werten hoogtij viert, waarin de betekenis van tal van woorden
verdraaid en vervalst wordt, waar de media, op aangeven en bevel van politici,
ons vertellen wat en hoe wij moeten denken, wat wij moeten geloven en doen,
wat er gebeurt in de wereld, wie de goeden en de slechten zijn, hoe goed
onze regering wel is, enz... Onze beroemde Griekse Deimokratia is er nog
nooit zo belabberd aan toe geweest. Men kan Nessesary Illusions van Noam
Schomsky lezen, of het laatste boek van Vladimir Volkoff Désinformation,
flagrant délit. Om er maar een paar te noemen. Big Brother bepaalt
nu wat democratie is en hoe wij daarover mogen denken.
-
Op nationalistisch vlak (p. 194): Joris van Severen besefte zeer goed dat
een hereniging van de Nederlanden een zeer lange evolutie zou zijn. Daarom
ook zijn "eerst orde in België". De Benelux-idee is na de oorlog onmiskenbaar
een eerste stapje geweest dat uiteindelijk nog in de lijn lag van de politiek
van koning Leopold III en koningin Wilhelmina, van voor de oorlog. Door
de rampzalige evolutie van de communautaire geschillen gedurende de decennia
na de oorlog, is de Benelux-idee in de diepvries geraakt, met alle negatieve
gevolgen van dien. Denken we maar aan de hopeloze discussies tussen beide
regeringen waardoor heel wat mogelijkheden voor de havens van Antwerpen
en Rotterdam verloren gingen.
Maar er is meer. De Europese Unie. Met onze 26 miljoen inwoners en
enkele degelijke politici (maar waar zouden we die halen?) zouden we w‚l
ons woordje kunnen meepraten in Europa. Maar ja: sommige Walen willen bij
Frankrijk, anderen willen België behouden omdat zij er financieel
voordeel in zien, sommige Vlamingen dromen van een Vlaamse republiek, heel
veel mensen liggen er al lang niet meer wakker van, en... de Brusselaars
zijn zo fier dat ze de hoofdstad van Europa zijn.
Het sprookje van Kamiel van Baelen, in de bijdrage van Maurits Duyck...
Zullen onze mensen ooit eens ontdekken waar de echte zon staat? Madeliefjes,
die het weten, zijn er ook al niet zoveel meer.
-
En dan de laatste woorden van de epiloog: "in afwachting van het onvermijdelijke."
Eerlijk gezegd zijn die woorden mij niet duidelijk. Zou het kunnen (ik
kan me uiteraard vergissen) dat schrijver bedoelt: zodra de laatste oudjes,
die maar blijven doordrammen over Joris van Severen, overleden zijn, kunnen
wij hem eindelijk opbergen in een schrijn, en zijn wij er van af.
Echter, zelfs als de laatste Dinaso er niet meer zal zijn, en spijts
het feit dat weinigen de betekenis van Joris van Severen echt begrepen
hebben, zal de idee van deze man, zelfs vanuit dat historiografisch schrijn,
mensen blijven aanspreken en beïnvloeden. Zo is het ook gegaan met
zijn twee voorgangers Jacob van Artevelde en Willem de Zwijger. Daarover
zal de "echte" geschiedschrijving oordelen, hopelijk op een eerlijke en
verstandige manier.
Rachel Baes heeft het mooi gezegd in haar boek Joris van Severen,
une âme: "Il ‚tait unique et son aventure, qui fut avant tout une
aventure de l'âme, fut unique dans l'histoire des Pays-Bas-Belgiques."
Bij een brief: Elias portretteert Van Severen
Pieter Jan Verstraete, Kortrijk
Midden december 1965 zond Hendrik Jozef Elias aan Jozef of Seppen
Hosten (1913-1988) een geleend boek terug. Het betrof het boek van Rachel
Baes Joris van Severen: une ƒme dat in de zomer van hetzelfde jaar bij
Oranje Uitgaven van Staf Vermeire (1926-1987) verschenen was.
In zijn navolgende dankbrief van 20 december 1965 maakte Elias van
de gelegenheid gebruik om zelf het begin van een portret te schetsen van
de Verdinaso-leider. Beiden waren in de jaren dertig furieuze tegenstanders
geweest. De gewezen leider van het VNV (Vlaams Nationaal Verbond) en historicus
was op dat moment (1965) druk doende met de voorbereidende werkzaamheden
voor wat later zijn 25 Jaar Vlaamse Beweging, 1914/1939 zou worden. We
geven de handgeschreven brief, bestaande uit twee bladzijden, in z'n geheel
weer:
"Ik heb het boek - zoals ook gij het gedaan hebt - met zeer veel belangstelling
gelezen. Van Severen gezien door een artistieke vrouw die in de laatste
drie of vier jaren in zijn leven zonder twijfel een grote rol gespeeld
heeft. Hij had hier zijn 'Parisienne' gevonden waarvan hij droomde. Het
beeld van een vrouw zoals hij dit wel niet zal gezien hebben in de Verdivro
(Verdinaso-vrouwenorganisatie). Of Rachel Baes haar aanbeden Georges met
dit boek een dienst bewezen heeft durf ik betwijfelen. Dit zou wel het
geval geweest zijn indien Van Severen alleen een kunstenaar, een estheet
geweest was, maar zij wil toch blijkbaar ook de nadruk leggen op zijn grote
politieke gaven en op zijn staatsmanschap. En hier twijfel ik er zeer sterk
aan of dit het geval zal zijn.
Het is toch spijtig dat Vlaanderen zo klein is en het aantal van onze
intellectuelen - ik bedoel, denkenden en schrijvenden - zo klein, want
ik stel mij voor dat een boek dat zo uitdagend 'une âme' als titel
draagt, ook anders dadelijk de aanleiding zou geworden zijn voor
een psycholoog of een psychiater om 'het geval Van Severen' van dit standpunt
uit te onderzoeken. Ik geloof dat destijds de jonge Karel van Acker hier
wel stof zou gevonden hebben voor een dieper gaande psychologische ontleding
dan deze van de door liefde verblinde vrouw. Gespletenheid, schuchterheid,
twijfel, mystieke bevliegingen, sentimentaliteit en dan de uiterlijke opbouw
van een absolute affirmatie en van een verheerlijking van het soldateske
die dagenlang vergaan in dromerijen en in... dagdieverij. Is er dan geen
jonge kracht te Gent [J. Hosten was als dokter werkzaam in het Gentse]
die in dit boek inspiratie zou vinden?
Ik zal zelf, in mijn nieuw boek, tot een politiek portret van Van Severen
moeten komen. In tegenstelling tot mijn vroeger boek [Geschiedenis van
de Vlaamse Gedachte, Antwerpen 1963-1965] zal het hier niet uitsluitend
gaan over het gedachtentype, maar over de ganse mens. Van Severen is in
dit opzicht wel een zeer merkwaardige verschijning, al heeft de lectuur
van A. de Bruyne [Joris van Severen: droom en daad, Zulte, 1961] en thans
van R. Baes mij overtuigd dat hij bij vergissing in de politiek terecht
kwam. Ik zou, bij gelegenheid, wel eens graag uw mening hierover willen
kennen.
Zeer hartelijk uw,"
Het uiteindelijke portret vinden we terug in Elias' derde deel van 25
Jaar Vlaamse Beweging, 1914/1939, p. 94-101.
Homilie te Steenbrugge op 19 mei 2001
E.H. Adrien D'hooghe
Bij mijn weten is er nooit van enige officiële instantie, hetzij
van België, hetzij van Frankrijk, een eerherstel, laat staan verontschuldiging
gekomen voor het onrecht dat Joris van Severen en Jan Rijckoort werd aangedaan
in mei 1940 in Abbeville.
Wij houden zijn gedachtenis in ere en dragen voor hem en zijn overleden
volgelingen deze eucharistie op, het genadevolle offer van Christus dat
bron is van eeuwig leven met de Vader. Wij houden Joris van Severens gedachtenis
in ere, blijven ervan getuigen dat hem groot onrecht werd aangedaan, dat
hij onschuldig en onverdiend werd gedood. We willen ervan getuigen dat
woorden, betrachtingen en visies van hem nog steeds verhelderend en inspirerend
zijn; verhelderend en inspirerend voor een groot menselijk zijn, voor een
waardevol denken over mens en maatschappij, over land en volk. We hebben
nood aan een woord en een inspiratie die ons mensen en onze samenleving
optilt uit het egocentrisch individualisme, uit de waardeloze navelkijkerij
van vele zogenaamde BV's of "bekende Vlamingen".
"Plus est en vous!" zou de meester gezegd hebben. We hebben nood aan
een woord en een inspiratie die ons zeggen dat mens en maatschappij er
voor méér zijn dan voor het enge eigenbelang, en wel voor
een persoonlijke en solidaire samenhang; een woord en een inspiratie die
wijzen op de blijvende waarde van gezag en traditie en op de nood aan persoonlijke
verantwoordelijkheid.
En wat een weg en werk ligt er niet nog voor de boeg vooraleer Europa
gevormd kan worden, niet als een anonieme verspillende bureaucratie, maar
tot een waarachtige eenheid in verscheidenheid van volkeren en talen.
We hebben woorden nodig, we hebben inspiratie nodig. We hebben groepen
en geledingen nodig om mens te kunnen zijn, om onze roeping en zending
als mens te kunnen waarmaken, om lief te hebben wat de moeite waard is
om bemind te worden, om te eren, om te geven, om te streven. Christus heeft
ons zijn woord gegeven. Hij heeft ons zijn woord en zijn voorbeeld gegeven;
zijn woord, het woord van de Vader en de beleving ervan. Ze zijn bron van
leven, ook al vragen ze veel, precies omdat ze veel vragen. Maar Christus
heeft ons niet alleen zijn woord en zijn voorbeeld gegeven. Hij heeft ons
ook zijn geest, de Heilige Geest, gezonden als een blijvende Helper en
Trooster, een blijvende, levende aanwezigheid met ons en in ons. "Hij zal
u alles leren en u alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb." Wij
kunnen vandaag steeds ruimte geven aan de Geest die leeft met ons en in
ons. Gods geest die bezieling, moed en vrede geeft.
De ondergang van het Verdinaso
Zo luidt de titel van de nieuwe studie van de hand van Antoon van Severen.
De studie vormt een waardevolle aanvulling op het tweedelig werk van dezelfde
auteur, dat onder de titel Joris van Severen. Het verhaal van een leven
respectievelijk in 1995 en 1998 gepubliceerd werd.
De auteur gaat vooreerst in op de gebeurtenissen tijdens de wondere
zomer van 1940 met de soms razendsnelle evoluties van figuren als Leopold
III, Hendrik de Man en enkele kopstukken uit de "nieuwe orde"-bewegingen
als Rex en het VNV. Deze situatieschets is zeker niet overbodig. Ze baant
de weg naar het hoofdstuk over het Verdinaso zonder Joris van Severen.
Eerst tegen einde juni '40 had men zekerheid over het lot dat Joris
van Severen overkomen was. Toen E. Thiers op 13 juni de leiding bijeenriep
had men daaromtrent dus nog geen kennis. Een paar tenoren uit de beweging
ontbraken bovendien op het appel: P. le Roy zat als weggevoerde ergens
in een Frans kamp, terwijl J. François in datzelfde Frankrijk vastzat
als gemobiliseerde. Mede daardoor boette de "militaire" vleugel aan gezag
in ten voordele van de "burgerlijke" vleugel, in de nieuw samengestelde
leiding van het Verbond. Niettemin verkreeg Thiers van de bezetter toelating
om de Verdinasowerking te hernemen. In z'n memorandum über Entstehen
und Entwicklung der Dietsch Nationalsolidaristischen Bewegung tekende hij
aanvang augustus de krijtlijnen waarbinnen hij hoopte met de bezetter tot
een modus vivendi te komen en zette hij de verdiensten van de beweging
in de verf. In een volgende paragraaf - de kerk meldt zich aan - komen
de toenaderingspogingen vanwege de katholieke actie ter sprake. De volgende
paragraaf - collaboreren, maar hoeveel? - handelt over wat binnen en wat
buiten de door Thiers getrokken krijtlijnen liep. In het spoor van Van
Severen diende voor Thiers ook in deze de houding van Leopold III als maat-
en richtinggevend gezien te worden. Hij werd daarin gesteund door P. Persyn,
F. van Dorpe, J. van Bilsen e.a.m. Naarmate de zomer overging in de herfst
- en toen waren Le Roy en François reeds terug opgedoken - werd
aan Thiers krijtlijnen getornd door de "militaire" vleugel, waarvan Fran‡ois
de vanzelfsprekende woordvoerder was. Mede op aandringen van de bezetter
diende men tevens op zoek naar eenheid te gaan onder de verschillende "nieuwe
orde"-bewegingen. Voor Thiers diende dit zoeken niet direct een met het
VNV in zee te betekenen - hij had overigens reeds een overeenkomst gesloten
met het Nationaal Legioen; voor Fran‡ois lagen de kaarten anders en Le
Roy hield voorlopig z'n troeven in de mouw.
Tussendoor besteedt de auteur aandacht aan wat hij onschuldig tijdverdrijf
heet, nl. de oprichting op 5 oktober '40 van het Joris van Severenherdenkingscomit‚.
Hoe ook, tegen einde '40 was het begin van het einde in zicht. De scheuring
kwam er na de dramatische bijeenkomst ten huize Thiers op 28/29 januari
'41, toen Thiers weigerde in te gaan het ultimatum van François
en cs. Hij week als leider terug tenoverstaan van de feitelijke machtsgreep
van de "militairen".
Aansluitend op deze scheiding van de wegen komt ook het geval F. van
Dorpe aan bod, vooraleer ingegaan wordt op de twee Verdinasos. Met het
aftreden van Thiers was immers geen einde gekomen aan de tweespalt. De
Leopoldisten-avant-la-lettre hadden immers als tegenzet een Directorium
opgericht waarbinnen François' opposanten gebundeld werden. Op 5
mei '41 kwam dan uiteindelijk de Eenheidsbeweging tot stand, waarbij het
Verdinaso-François zich aansloot en haar leider zich tevreden moest
stellen met de rol van adjunct van R. Tollenaere!
Ook het einde van het Directorium bleef niet uit. Het evolueerde onder
impuls van L. Gueuning tot het Verbond Joris van Severen dat even later
als Joris van Severen-Orde in de clandestiniteit ging. L. Delafortrie,
eens de rechterhand van François, zag slechts heel kort heil in
de Eenheidsbeweging. Hij trad er uit en bewerkte z'n Verdinaso-kameraden
tot eenzelfde stap. Met het door hem opgerichtte Genootschap Joris van
Severen poogde hij de nagedachtenis van Joris van Severen en diens ideeën
veilig te stellen, waarmee hij in zekere zin aansloot bij de werkzaamheid
van Gueuning.
PS: de cursief gedrukte tekstgedeelten verwijzen naar de opeenvolgende
hoofdstukken van de studie.
Maurits Cailliau
_________________________
N.a.v. Antoon van Severen, De ondergang van het Verdinaso, Uitgave
Stichting Joris van Severen, Meensesteenweg 191, 8870 Izegem. 80 p, 24
x 16, 300 BEF.
Gedenkboek Joris van Severen 1894-1994
In 1994 publiceerde het Documentatiecentrum Joris van Severen, naar aanleiding
van zijn 100e geboortedatum het rijk ge‹llustreerde Gedenkboek Joris van
Severen (gebonden, 352 p. - waarvan 16 p. in kleur -, formaat 25 x 17).
In dit boek komen drie generaties aan het woord: mensen die Van Severen
nog gekend hebben, mensen die vlak voor of tijdens de Tweede Wereldoorlog
geboren zijn en jongeren voor wie de jaren van het interbellum reeds tot
de geschiedenis behoren. Allen hebben ze gemeen geboeid te zijn door de
figuur en de inspirerende gedachten van de uitzonderlijke persoonlijkheid
die Joris van Severen geweest is.
Ze schreven elk vanuit een andere invalshoek een boek dat met zijn
verscheidenheid van onderwerpen uitgroeide tot een boeiend palet.
Inhoudsopgave:
-
Jef Werkers: Ten geleide
-
Pieter Jan Verstraete: Joris van Severen en de Vlaamse Beweging
-
Vik Eggermont: Joris van Severen en het tijdschrift 'Ter Waarheid'
-
Jan D'Haese: Joris van Severen in de beeldende kunst
-
Alfons Sengier: Joris van Severen in de literatuur
-
Maurits Cailliau: Joris van Severen en de katholieke leer
-
Maurits Duyck: Het maatschappijbeeld van Joris van Severen
-
H. de Bois & L. Pauwels: Joris van Severen en de Konservatieve Revolutie
-
Ward Kennes: De nationale visie van Joris van Severen
-
Hadewich Cailliau: Joris van Severen in de geschiedschrijving
-
Paul Meeus: De mens Joris van Severen in de visie van Louis Gueuning
Van deze merkwaardige uitgave restten nog een tiental exemplaren.
Ze worden thans aangeboden voor de prijs van 250 + 120 BEF (verzending)
= totaal 370 BEF. De oorspronkelijke prijs bedroeg 1330 BEF. Bestellen
via overschrijving op rekening 320-0464505-42, t.n.v. Documentatiecentrum
Joris van Severen, G. Gezellestraat 18, 2630 Aartselaar, met de expliciete
vermelding "Gedenkboek JvS".
In Memoriam
Rudy Reusens. Op 27 mei 2001 is Rudi Reusens overleden. Wat hij op beroepsvlak
betekende is enkele jaren geleden nog vakkundig belicht in de VRT waar
hij een echte pioniersrol heeft vervuld. Wie goed de beelden heeft bekeken
moet gezien hebben dat achter de zetel, van waaruit hij vertelde, Joris
van Severen mee luisterde. Rudi trad, in het spoor van z'n vader, Bob,
lid van het Verdinaso, toe tot het Jongdinaso. Naast anderen ontmoette
hij, op het Antwerpse Jezu‹etencollege o.m. de toenmalige jeugdleider Ast
Fonteyne, tot die wegens die functie ontslag kreeg. Toen we later met hem
in contact traden ontstond er een vruchtbare samenwerking die o.m. resulteerde
in de video Eindpunt en Opdracht waarvoor hij met een volledige ploeg medewerkers
naar Abbeville trok. Een realisatie die het Joris van Severen-centrum nooit
had kunnen verwezenlijken zonder zijn vakkundige en financiële inbreng.
Alhoewel zijn gezondheid de laatste tijd wel problemen opleverde waren
er nog verdere plannen in het vooruitzicht gesteld. Het mocht niet zijn.
Hij overleed op 74-jarige leeftijd.
Jos Wouters. Geboren te Duffel op 9 september 1908, kunstschilder en
glazenier, tot zijn pensioenleeftijd professor aan de Koninklijke Akademie
voor Schone Kunsten te Antwerpen, overleed hij op Guldensporendag 2001
te Hove. Jan Wouters! Welke herinneringen roept die naam niet op! We leerden
elkaar 70 jaar geleden kennen. In de Gratiekapelstraat te Antwerpen waar
hij toen met z'n ouders verbleef ontmoetten we niet alleen 'n stel goede
vrienden, kunstenaars zoals Jan, maar ook een aantal leden van het Verbond
van Dinaso-Corporaties. Jans lidkaart, getekend door Lode Rosquin, droeg
het nummer 4. Alhoewel hij als glazenier meer actief was op het gebied
van de kerkelijke kunst bleef het volkse hem steeds bekoren en vergat hij
nooit zijn jeugdidealen. Met een klein glasraam: het dubbelportret van
Willem de Zwijger en Joris van Severen, bedacht hij enkele van z'n vrienden.
Jaren geleden maakte hij voor het Joris van Severencentrum ook een ontwerp
voor een glasin-lood creatie: Joris van Severen met op de achtergrond de
torens van de Lage Landen. Het zou een late hulde aan zijn leider worden
en een bewijs van solidariteit met degenen die de leer van Joris van Severen
verder uitdragen. Tot een uitvoering kwam het jammer genoeg niet meer.
Jef Werkers
Herinneringen....(13)
Alfons van Opstal, Schilde
Alfons van Opstal heeft in het Verdinaso en meer bepaald in de Dietse
Militantenorde - en haar voorgangers - een belangrijke rol gespeeld. Onlangs
zette hij zich aan het neerschrijven van zijn herinneringen aan de tijd
van toen. We meenden er goed aan te doen fragmenten daarvan te publiceren.
Zij dragen er immers toe bij die tijd te ontsluiten en toegankelijker te
maken voor de jongere generaties. Naar aanleiding van de geplande 51e Bedevaart
naar Abbeville bezorgde hij ons volgende boodschap:
Deze 51e tocht naar Abbeville is het zoveelste bewijs dat zij voortleven
in de gedachten van hen die ergens in voeling kwamen, hetzij persoonlijk,
zoals sommige ouderen onder ons, hetzij met hun woord. En dat is en blijft
zo, ondanks de hetze, de leugen en de laster. Men kan zich daarbij hoogstens
afvragen, hoe de onwil zich in dergelijke mate heeft kunnen meester maken
van hen die niet aflaten de geschiedenis te verdraaien, teneinde Joris
van Severen en zijn beweging bij voortduring in een kwaad daglicht te stellen.
Tegenover die leugen en die onwil staan onze wil en ons getuigenis
omtrent al het waardevolle dat in Van Severens persoonlijkheid vervat ligt.
Ik kan niet anders dan bij deze gelegenheid andermaal over hem te getuigen,
hoe de liefde voor ons - zijn volk - hem tot die edele levenshouding heeft
gebracht. Zijn sociale, politieke en nationale standpunten hebben ons getekend;
daardoor werd hij voor ons een charismatische figuur, en wordt hij door
ons als Vader des Vaderlands in het hart gedragen.
Zoals we allen weten, heeft die liefde tot aanvaarding en inzet, vaste
vorm gekregen in hoogste momenten van levensgevaar, toen hij met z'n mannen
in het slijk van de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog stond. Sommige
van zijn soldaten van toen zijn dan ook zijn trouwste volgelingen geworden.
Onze ouders hadden dan ook, na die eerste "slaven-moerlemeie", zoals Van
Severen het noemde, naast hun grote bewondering voor hem ook het vaste
vertrouwen gekregen, dat deze man hun rechtvaardige zaak tot het uiterste
zou verdedigen. Een vast geloof in hem, werd aldus aan ons doorgegeven;
met ons jeugdig idealisme zouden we zijn droom verwezenlijken. Had hij
in eenzelfde jeugdig geloof niet gedicht:
Tot waar ik het bereik, vervolg ik 't ideaal.
Al ware 't duizendmaal mijn werkenskracht te boven!
Naar hoogten moet ik heen, ten strijd,
ter zegepraal, met 't schoonste van mijn ziel
en 't vurigst van mijn harte.
Hij heeft dan ook nooit hun en ons vertrouwen in hem ontgoocheld. De
24-jarige jongeling die hij toen was, de student als 't ware, die als beproefd
officier uit de oorlog kwam, heeft zijn voorgenomen taak dan ook met brio
opgenomen. Niettegenstaande alle kritiek en afgunst, ook toen al, vanuit
de hoek van de Vlaamse taalstrijdbeweging, had Joris van Severen het volste
vertrouwen van "de Ruwaard van Vlaanderen", de frontleider en de geestelijke
raadgever. Precies daarom vroeg die - Adiel de Beuckelaere - hem om zich
kandidaat te stellen voor de parlementsverkiezingen. Daar in dit hoge politieke
midden, heeft Van Severen uiting kunnen geven aan zijn diepste ontgoocheling
ten aanzien van het misplaatste patriottisme, dat vooral wortelde in financiële
en gerechterlijke machtsverwerving. Desnoods in een klassiek Frans - dat
de Franstaligen niet meer konden negeren - verdedigde hij daar de vernederlandsing
van het hoger en middelbaar onderwijs - de Gentse universiteit -, van het
Belgisch leger en vooral van het gerecht. Evenzeer verzette hij zich tegen
de verderzetting van het Frans-Belgisch militair akkoord.
Later, in 1937, zou hij ijveren voor een Belgisch-Luxemburgs-Nederlands
bondgenootschap. Met deze inzichten wist hij tot in de hoogste instanties,
inclusief het Hof en de hogere legerleiding, bondgenoten te winnen. Ten
opzichte van Frankrijk stelde hij zich daarmee radicaal tegen de politiek
van het Franse Front populaire, geleid door president Reynaud en gemanipuleerd
door de communisten.
Dit leidde tot de enige ons bekende geplande aanslag op het leven van
Van Severen, die alleen door een krachtige tegenactie had kunnen belet
worden. Waarschijnlijk ligt in z'n houding ten overstaan van Frankrijk,
de eigenlijke oorzaak van z'n aanhouding op 10 mei '40, waarbij de Franse
Suret‚ zonneklaar aan de touwtjes trok. Hoe kan het anders, dat 'n zogenaamde
gewone bediende van de landloperijinstelling van Wortel, op 15 mei de gevangenen
te Brugge kon opeisen om ze onder zijn begeleiding naar Frankrijk te voeren?
Tussen 10 en 20 mei '40 is de Belgische justitie er niet in geslaagd om
Van Severen uit de Franse klauwen te bevrijden; voor anderen - o.m. L‚on
Degrelle - lukte dit wel.
Op 28 mei zou diezelfde president Reynaud de Belgische koning, met
ministeriële Belgische instemming nog wel, op de meest infame wijze
van verraad beschuldigen! Was het dan te verwonderen dat, toen we in '40
uit krijgsgevangenschap terugkeerden - na getrouw aan Van Severens bevel
"de besten onder de helm" geweest te zijn en vernamen wat zijn lot
geworden was; dat we toen - zonder hem, zonder zijn leiding - radeloos
en ontredderd waren? En dat even later aan het hoofd van het eerste contingent
Oostfrontstrijders, "mannen van het eerste uur" marsjeerden? Wie zal hen
veroordelen die zich geroepen voelden de daad bij het (antibolsjevistische)
woord te voegen? Men zegt wel eens dat de idealist altijd en overal de
pineut is!
Voor meerderen onder ons kwam toen de goede raad van vendelleider Jan
Maes, de wijze man van het reservervendel van onze DMO en oud-legerofficier
'14-'18, te laat. Hij stelde niet onterecht: "dat wij in een miljoenenleger
geen daadwerkelijke politieke invloed voor Dietsland konden uitoefenen."
Vrienden, deze zoveelste bedevaarttocht, die elk van u met gevoelens
van aanhankelijkheid en bewondering maakt, was voor Joris van Severen en
Jan Rijckoort een eindeloze weg van beproeving en vernedering. Als we overwegen
met welke voornaamheid, rust en stijl hij opstapte tussen een joelende
landdagmassa, het spreekgestoelte beklom om z'n volgelingen te onderrichten,
dan moet zijn laatste tocht in hoge mate deprimerend geweest zijn. Hij
die een nieuwe adel nastreefde viel aan het plebs ten prooi!
Hoe kort was het nog maar geleden dat hij ons op het hart gedrukt had:
"de strijd die wij voeren, wordt meer en meer gevoerd in een geest van
waarachtige aristocratie, scheppend een stijl, gekenmerkt door: sober zelfbewustzijn,
onbevangen fierheid, kordate oprechtheid, korrektheid en beleefdheid en,
door dit alles heen, een imponerende en veroverende levenshouding."
Ik vermoed dat zijn bezorgdheid tijdens zijn lange lijdensweg uitging
naar ons en z'n Dietse volk, en dat hem voortdurend het oude soldatengebed
op de lippen lag: "Vader, in Uw handen leg ik mijn leven. Ik heb mijn volk
liefgehad tot aan de grens van mijn leven!"
SPROKKELS
In deze rubriek verwijzen we zonder veel commentaar naar recente publicaties
waarin Joris van Severen en/of het Verdinaso vermeld worden. We citeren
de meest treffende passussen woordelijk zonder daarin volledigheid na te
streven. We verzoeken onze lezers, met ons, uit te zien naar publicaties
die voor deze rubriek 'stof' kunnen leveren en ons kopie van de betreffende
passages toe te sturen.
Drieu La Rochelle
"Joris van Severen est n‚ le 19 juillet 1894 à Wakken, petite bourgade
entre Courtrai et Gand, dans une famille de notables campagnards. Après
des études secondaires chez les jésuites, il rentre à
l'université de Gand et milite dans les mouvements indentaires de
l'époque.
Le Nationaliste flamand et européen. Lorsqu'éclate la
première guerre mondiale, il est nommé sergent. Noté
excellent, il sera proposé comme candidat officier mais refuse net
toute promotion. Motif: il ne veut pas prëter serment de fidélité
au Roi, aux lois et à la Constitution du peuple belge! Le général
qui commande la division et qui apprécie à sa juste valeur
ce soldat modèle, exige qu'il devienne officier. La voilà
donc souslieutenant auxilliare. Toujours estimé pour sa valeur,
il est cependant sanctionné de 15 jours d'arrêt pour avoir
diffusé quelques exemplaires de la Lettre d'un soldat flamand au
Roi, document réclamant simplement l'égalit‚ des droits et
qui sera à l'origine d'une persécution des flamingants. Le
général Jacques s'entremet: il se fiche pas mal de ces "foutaises",
il veut récupérer l'excellent officier qu'on lui enlève.
Joris van Severen sera grâci‚ par le roi et renvoy‚ au front. Il
restera jusqu'au bout "l'officier parfait, le combattant impeccable et
à l'agitateur." (Rachel Baes, compagne de Van Severen).
Européen et théoricien du nationalisme: un précurseur.
On sait que Joris van Severen entretenait des rapports suivis avec Olier
Mordrel, le dirigeant nationaliste breton. Son nationalisme s'incrit dans
un cadre européen. "Au diable le nationalisme s'il ne nous fourmit
pas une architecture pour l'Europe!" ‚crirat-il. Il reviendra souvent sur
le sujet: "Qu'avonsnous à faire du nationalisme si nous ne croyons
pas à l'avenir de l'Europe?"
Le Verdinaso (Ligue des nationaux-solidaristes thios). Créée
en octobre 1931, cette ligue qui n'est pas un parti politique, propose
une Troisieme Voie: "Le solidarisme s'érige contre la lutte des
classes de la gauche, c'est-à-dire la dictature du prolétariat,
autant que contre la lutte des classes de droite, c'est-à-dire la
dictature des pouvoirs financiers." (De West-Vlaming, 1932). Le Verdinaso
prit rapidement de l'extension (3285 membres en 1933) Il se dota d'une
milice, d'une organisation de jeunesse: le Jong Dinaso et d'un syndicat
de travailleurs, le Nationaal Arbeiders Syndicaat.
Joris van Severen fut accus‚ par les détracteurs de préparer
un coup d'état et de miser sur la violence. Mais une telle accusation
‚tait sans fondement. Par contre la gauche n'hésita pas à
susciter la violence contre le Verdinaso et le gouvernement multiplia perquisitions
et persécutions. Joris van Severen change alors de stratégie
et fait adopter sa "nouvelle direction de marche" (été 1934).
Le but n'est plus de détruire l'Etat mais de le conquérir
par la force de l'exemple et la persuasion. A partir de 1936 le modèle
historique des Pays-Bas que veur réunir Joris van Severen devient
l'ensemble des DixSept Provinces, tel qu'il avait été constitu‚
par les ducs de Bourgogne. Cet idéal est en quelque sorte une préfiguration
du Bénélux.
La mort de Joris van Severen. En septembre 1939 Van Severen lance cette
proclamation: "Le Verdinaso met immédiatement toutes ses forces
au service de la défense de la patrie, sous les ordres du Roi."
Le 10 mai 1940 Joris van Severen et Jan Rijckoort, son ami et secrétaire,
n'en sont pas moins arrétés. Ils sont remis aux autorités
françaises par les gendarmes belges, incarcérés à
Béthune, transférés à Abbeville o- ils ont
été assasinés dans des conditions scandaleuses. Leurs
assasins ont été jugés en 1942 par un tribunal militaire
allemand, condamnés à mort et fusillés.
De 1945 à nos jours, les gouvernements belges ont tous refusé
une réparation d'honneur aux victimes du massacre d'Abbeville. Le
rapatriement de leurs dépouilles a même été
refusé. Chaque année, le 20 mei, jour anniversaire de leur
mort, le monument funéraire est l'objet d'un pèlerinage.
Dans un silence absolu.
____________________
Bulletin des Amis de Drieu La Rochelle, nr. 42, april 2001.
Dictionnaire d'histoire de Belgique
Van Severen [Joris]. Homme politique nationaliste flamand (Wakken 1894-Abbeville
1940). Officier dégradé durant la Première Guerre
mondiale, il joua un rôle important dans le mouvement puis le parti
frontiste. Il représenta Roeselare-Tielt de 1921 à 1929.
En 1931, il créa le mouvement Dinaso auquel il donna, en 1934, une
orientation grand-néerlandaise et non plus seulement flamand. Malgré
ses sentiments loyalistes vis-à-vis de la Belgique en 1940, il fut
arrété au début des hostilitésé déporté
en France et fusilé par des soldats français. Il influença
intellectuellement le mouvement flamand.
Verdinaso (Verbond van Dietsche nationaalsolidaristen). Le "Groupement
des solidaristes nationaux thios" fut fond‚ en 1931 par Van Severen. L'objectif
initial fut de rassambler dans un même état les peuples néerlandophones
par delà les frontières belges, en y incluant les Pays-Bas
et la Flandre française. Au fil du temps, ce nationalisme thios
évolua et resta compatible avec la survivance d'un état belge,
gardant des liens privilégiés avec la Hollande. Son attachement
au Roi et à la Belgique, son hostilit‚ au s‚paratisme suscitérent
en 1939-40 une grande sympathie dans les milieux catholoques conservateurs
et "belgicistes" qui se réjouissaient de cette loyaut‚ flamande
à l'égard de la dynastie. Le Verdinaso, dont le fondateur
était imprégné des id‚ologies de Maurras et de Mussolini,
disposait d'un Dinaso Militanten Orde, les "chemises vertes". Très
anti-parlementaire et favorable au corporatisme, le mouvement et son leader
étaient convaincus de pouvoir défendre la neutralité
belge. La mort de Van Severen (mai 1940) engendra l'éclatement du
Verdinaso en plusieurs tendances: résistance à l'ennemi,
neutralité et passivité, collaboration active avec les nazis.
Cette dernière tendance écarta les autres et s'imposa définitivement
au début 1941.
_________________
Beide bovenstaande lemma's uit: Herv‚ Hasquin, e.a., Dictionnaire d'Histoire
de Belgique, uitg. Didier Hatier, Namen, 2000, ISBN 2-87088-926-7, respectievelijk
p. 659 en 663.
Gevolgen
"(...) Deze aanhoudingen [van mei 1940] hadden tot gevolg dat er niet alleen
treinladingen mensen aan Frankrijk werden uitgeleverd, maar onder meer
ook de moord op Joris van Severen, nochtans een belgicist die er voor uitkwam.
Dit is een afzonderlijk hoofdstuk dat zeer zwaar heeft meegespeeld in de
zogenaamde collaboratie. (...)"
_________________
Herman Wagemans, Kerstmis is de tijd dat ze niet schieten, in: Broederband,
nr. 1/2001, p. 2
Bertrand de Jouvenel
"(...) Un mot encore à propos de la Belgique. En 1935, de Jouvenel
ne rendit pas seulement visite à [Hendrik] de Man, il rencontra
aussi l'historien Henri Pirenne, l'industriel Max-L‚o G‚rard et [Joris]
van Severen, échef des Dinasos, c'est-à-dire des fascistes
flamands, qui me déclara: je déteste les hitlèriens'.
Quelques lignes plus loin, il ‚crit: 'Je ne sais ce qu'il a fait durant
la guerre, ni ce qu'il est devenu.' Signalons-lui donc que Van Severen
fut abattu à Abbeville en mai 1940 par des militaires français
auxquels il avait été livré par des militaires belges
pour être intern‚ dans un camp de detention en France. (...)"
__________________
Jacques Franck, in Lettres, bijlage La libre Belgique, van 26.3.80,
in zijn recentie van: Betrand de Jouvenel, Un voyageur dans le siècle,
Parijs, 1980.
Degrelle, Van Severen, etc...
"(...) Jacques de Launay narre en détail comment en mai 1940 l'oncle
de Spaak, Paul-Emile Janson, ministre de la Justice, fit arrêter
contre tous droit quelques centaines de prétendus 'suspects', parmi
lesquels se trouvaient des députés, couverts par l'immunité
parlementaire. Ce fut le cas de Degrelle, qui fut traité d'une manière
abominable. Ce fut (...). Ce fut le cas de Joris van Severen, chef d'un
mouvement flamand d'un indiscutable loyalisme, ce qui ne l'empêcha
pas d'être assassin‚ trois jours après par un officier français
auquel on l'avait livré. (...)"
___________________
Robert Poulet, in Rivarol, 18 september 1975, in zijn recentie van:
Jacques de Launay, Histoires secrètes de la Belgique, Brussel, 1975.
Raymond Brulez
"Pour compléter le culte baudelairien il restait encore à
le faire accepter par les jeunes Flamands catholiques. Celui qui s'en chargea
n'est autre que l'actuel chef des Dinasos Georges van Severen, lequel,
en fondant en 1921 la remarquable revue Ter Waarheid, semblait s'orienter
alors vers une carrière plutôt littéraire que politique.
Ce qui, selon Van Severen, révèle en Baudelaire un poète
foncièrement catholique, s'est l'intensité et la permanence
de la lutte entre le Bien et le Mal dont son âme est l'enjeu. Baudelaire
est l'âme douloureusement consciente de son exil terrestre, atrocement
torturée et éternellement à la recherche du Paradis
perdu. 'C'est une âme parfaitement noble et vraiment royale.' Et
mettant à profit les théories esthétiques du thomiste
Jacques Maritain, Van Severen s'appliquera aussi à démontrer
que les poèmes de Baudelaire sont des manifestations authentiques
d'un art suprême."
_________________
Raymond Brulez (vrijzinnige liberale letterkundige (1895-1972), in
Ecrivains Flamands d'aujourd'hui. Essais et mémoires, Bruxelles,
Nouvelle Société d'Editions, 1938, p. 226.
Niet links, niet rechts; vooraan!
"(...) Joris van Severen was immers de man die inzag dat men, gezien de
omstandigheden van zijn tijd, niet kon blijven stilstaan bij oude en achterhaalde
denkkaders. Van Severen was niet de man van gisteren, maar de man van morgen.
Hij aanschouwde en wist dat men in de samenleving van de jaren dertig niet
kon blijven stilstaan bij de gedachten van bijvoorbeeld het VNV, dat zich
nog niet bevrijd had van een statisch romantisch denken.(...)"
____________________
Scriptor, in Verbondsberichten NSV-Leuven, jg. 21, nr.1, winternummer
2000, p. 4.
Rachel Baes (1912-1983)
"(...) Tussen 1936 en 1940 had zij een verhouding met Joris van Severen,
de rechtse nationalistische politicus en stichter van het Verdinaso. Zijn
dood in 1940 betekende een dramatisch keerpunt in haar leven, waarover
zij pas in 1960 getuigde. (...) Zij overleed in volstrekte eenzaamheid
in 1983 en werd begraven op het kerkhof van Abbeville in de buurt van Van
Severen."
_____________________
Katelijne van der Stighelen & Mirjam Westen, Elck zijn waerom.
Vrouwelijke kunstenaars in België en Nederland 1500-1950, Ludion,
Gent/Amsterdam, 1999, p. 382.
Christian Dotremont
In 1998 verscheen bij Ed. Stock een biografie door Françoise Lalande
met als titel Christian Dotremont, l'inventeur de Cobra. Bij Ed. Didier
Devillez verscheen onlangs, van de hand van Christians broer Guy Dotremont,
een wederwoord met de alleszeggende titel Aberration d'une biographie,
waarbij brandhout gemaakt wordt van het "desastreuze" werk van Lalande
en meteen van haar beoordeling van "ces lignes navrantes" die het gedicht
van Christian Dotremont Poème devant l'assassinat de Joris van Severen
betekenden:
"Ce poème n'aurait jamais d- arriver sous la plume de Dotremont!
Un scandale! Les surréalistes Bruxellois trahis par leur jeune ami..."
Men leze dit protest; "Un cri contre les erreurs, les alligations fausses,
les transcriptions fautives, le manque de grandeur" bij Lalande (en anderen).
D‚cid‚ment, Mevrouw Lalande, "rien ne va plus...". (RP)
__________________
N.a.v. Guy Dotremont, Aberration d'une biographie, Ed. Didier Devillez,
Brussel (ISBN 2-87396-031-0)
Pays-bas Belgique
"Ik beschouw me als een Romaanstalige Dietser, wat me de verlatijnste celto-romaanse
identiteit lijkt te belichamen. De Dietse droom - die van Joris van Severen,
een echte ridder en zijn opvolger, de niet te klasseren Louis Gueuning,
deze nostalgie naar de 'Pays-bas Belgique' is ook mijn nostalgie. Het imperium,
het 'rijk' is alléén in staat autonomiën en reële
vaderlanden te redden, de etnische moza‹ek te overstijgen."
___________________
Christopher Gérard, Parcours payené Ed. L'âge d'homme,
Lausanne, 2000, in vertaling geciteerd n.a.v. een resensie in Revolte,
nr. 99, p. 7.