> jaarboek > 25 (2021)

Ten geleide bij het Jaarboek Joris van Severen 25 (2021)

 

Met deze aflevering zijn we aan het 25e Jaarboek Joris van Severen toe. Een mijlpaal in de werking van het Studiecentrum Joris van Severen, doch beslist nog geen eindpaal. Uitschieters in de jaarboekenreeks waren ongetwijfeld Die vervloekte oorlog, het integrale oorlogsdagboek van Joris van Severen, naast de grote en uniek te noemen Fotobiografie. Voldoende aanleiding vonden we om het thans al verrichte werk te inventariseren middels de publicatie van een overzichtelijk Register over de thans verschenen 25 jaarboeken, als annex bij deze editie.

 

Ook dit 25e jaarboek biedt weer behoorlijk wat nieuwe invalshoeken. We ordenden de bijdragen ietwat chronologisch op basis van de aan bod komende thema’s. Vooreerst leest u hoe Romain Vanlandschoot in De laatste weg alleen terugblikt op Van Severens politieke werkzaamheid in de periode tussen mei 1927 en mei 1929. Dit was de periode waarin de beruchte Bomsverkiezing plaats vond, doch in feite was hij toen de Rubicon al overgestoken en legde hij al volop de ideële grondvesten van z’n eigen beweging, het Verdinaso. 

 

In diezelfde periode roerde er ook in Nederland allerhande op politiek vlak. In Er moest wat nieuws komen bracht de Nederlandse historicus Willem Huberts daarover recent verslag uit. Dat in dat bonte wereldje van vernieuwings- of herstelbewegingen die zich door het fascisme lieten inspireren ook het nationaalsolidarisme gehoor vond, zal wel niemand verbazen. Docht dat in Nederland een met name ‘Verbond van Nationaal-Solidaristen’ werkzaam was nog vooraleer Joris van Severen in het Noorden het Verdinaso opstartte allicht wel. In Het Verbond voor Nationaal-Solidaristen in Rijks-Nederland: de groep Sinclair en de opbouw van het Verdinaso in Nederland (1931-1933) reconstrueert Tom Cobbaert dit gebeuren dat tot nog toe veelal tussen de plooien van de geschiedenis inviel en opgevolgd werd door de moeizame opstart van de Nederlands tak van het Verdinaso.

Met de daaropvolgende bijdrage van Ruud Bruijns blijven we binnen de Noord-Nederlandse tak van het Verdinaso. Ook daar bleken wel vaker broederparen geïnspireerd te worden door geïnspireerd te worden door de ideeën die het Verdinaso uitdroeg. Voor Vlaanderen stonden daarvoor de vier gebroeders Morael model. In Nederland geldt dit voor de gebroeders Stolte. Met De gebroeders Stolte en het Verdinaso schetst de auteur hun taak en verdiensten voor het Verdinaso en tevens ook hun maatschappelijke opgang.

 

Aansluitend op wat Ruud Bruijns eerder over het Verdinaso in de Romaanse gouwen publiceerde verdiepte Jan Creve zich in Jacques Boseret en de Waalse Dinaso’s in de levensloop en in de belangrijke rol die deze Luikenaar gespeeld heeft in de uitbouw van het Verdinaso beneden de taalgrens. Dat ook na het verdwijnen van het Verdinaso in 1941 de ideeën van Joris van Severen aldaar blijvend gepromoot werden is evenzeer zijn verdienste.

 

Luc Pauwels buigt zich andermaal over het containerbegrip fascisme. In Winston Churchill en Joris van Severen waren geen fascisten verwijst hij naar de Britse premier tijdens de Tweede Wereldoorlog, die zich een decennium eerder best kon vinden met de inzichten van Benito Mussolini, waarvan een Joris van Severen al eerder afstand genomen had. Verderop ontrafelt de auteur hoe het fascismebegrip dermate kon devalueren tot ‘een meid voor alle werk’ bij het diaboliseren van politieke tegenstanders.

 

Afsluiten doen we met de Kleine ballade voor Joris van Severen van T. de Graaf – dat opgenomen werd in het tijdschrift Aristo (nr. 3, jg. 1947) van Wouter Lutkie. De auteur konden we helaas niet met stellige zekerheid traceren, wel wie hij vermoedelijk was.

___________________

N.a.v. het 25e Jaarboek Joris van Severen (2015). Gen. 208 p., ill., ledenprijs 25 €, boekhandelsprijs 35 €. ISBN 9789076057248.