> jaarboek > 2020

Met deze aflevering zijn we aan het 24e Jaarboek Joris van Seveen toe. De openingsbijdrage is van de hand van ondergetekende en handelt over Enkele krachtlijnen in het denken van Joris van Severen. Daarin komt het jeugdbewegingsfenomeen aan bod met zijn conservatief-revolutionaire fundamenten als vrijheid, orde en aristocratische ingesteldheid.

Daarop sluit Henk Tijssen aan met een vergelijking tussen Het Noord-Nederlandse Nationaal Verbond en het Zuid-Nederlandse Verdinaso. Met de auteur dienen we te besluiten dat er onmiskenbaar parallellen te bespeuren vallen tussen de beide bewegingen.

In Hans de Goeij, studentenleider, katholiek revolutionair en Dinaso, gaat Ruud Bruijns de rol en de verdiensten na, binnen het Nederlandse studentenleven, het Nederlandse katholicisme en het Verdinaso van deze merkwaardige persoonlijkheid, die de Verdinaso-idealen levenslang hoog in het vaandel voerde.

Eerder van documentair gehalte is het stukje uit de Britse krant, opgevist door Ruud Bruijns over Joris van Severen in de ogen van ‘The Catholic Herald’. Een tijdseigen beoordeling die afbreuk doet aan de onzin van wat heden ten dage veelal over het Verdinaso en zijn leider gedebiteerd wordt.

Ook over de verhoudingen en de samenwerking tussen zo verscheiden persoonlijkheden als Joris van Severen en Pierre Nothomb is nog niet alles gezegd, zoals blijkt uit deze bijdrage van Ruud Bruijns. Hij zoekt een antwoord op de vraag of Van Severen onder invloed stond van belgicist Nothomb, of dat Van Severen juist invloed uitoefende op Nothomb.

Dat de verhoudingen tussen Ward Hermans en Joris van Severen bij momenten soms turbulente vormen aannamen blijkt ten volle uit hun correspondentie. Ook uit De briefwisseling tussen Joris van Severen en Ward Hermans, als bijeengesprokkeld door Gui van Gorp en Maurits Cailliau, blijkt dit overduidelijk. Daarin o.m. boeiende informatie omtrent Ward Hermans kijk op de in 1928 door Robrecht de Smet opgerichte Jong Vlaamse Gemeenschap, die daartoe inspiratie geput had bij het voorbeeld van de Jungdeutsche Orden van Artur Mahraun in Duitsland. Dat Hermans uit het Verdinaso ontslagen werd vooraleer zelf ontslag te kunnen nemen zal dan ook wel niemand verwonderen.

Op zoek naar de wortels van de ‘Orde Joris van Severen’ brengt veelal onbekende gegevens aan als destijds te berde gebracht in een uiteenzetting van Jef Werkers. Deze bijdrage geeft bovendien een inkijk op de door Louis Gueuning ondernomen pogingen om de ideële erfenis van Joris van Severen ongeschonden doorheen de moeilijke oorlogsjaren te loodsen.

Tenslotte is er nog het Verhaal gedaan door Jules de Cock nopens zijn aanhouding, de moordpartij van Abbeville, enz. ons aangereikt door Jan Verstraete, gewezen stafhouder van de Antwerpse balie en geannoteerd door onze jaarboekredactie. Een verhaal dat in de tijd verder reikt dan alle tot nog toe gekende getuigenissen van de lotgevallen die de weggevoerden van mei 1940 te verduren kregen.

Afsluiten doen we als steeds met een gedicht van Fernand Florizoone, dat Vlaanderen - In memoriam Joris van Severen tot titel kreeg.

Ook voor deze editie van ons jaarboek konden we andermaal rekenen op de gewaardeerde medewerking van Frederic van Waeijenberge als onmisbare tekstcorrector.

Maurits Cailliau

(eindredacteur)

 

https://reactnieuws.net/2020/06/21/boek-jaarboek-joris-van-severen-24-2020/