> jaarboek > 19 (2015)

Ons 6e colloquium zal de aanwezigen nog lang heugen – niet het minst omwille van de laag-bij-de-grondse persheisa errond – waar bij notabene met geen woord werd gerept over de inhoudelijke draagwijdte van het colloquium, maar des temeer aan platvloerse partijpolitieke stemmingmakerij gedaan werd. Koenraad Degroote, de Wakkense burgemeester en onze gastheer, wist dit onwaardig gedoe overigens even passend als flegmatiek te pareren.

Van een aanmerkelijk hoger niveau getuigden ook de gedachten-wisselingen n.a.v. de referaten, waarbij het o.m. ging over de vraag in hoeverre het Verdinaso een “fascistische” beweging was, zoals Tom Cobbaert ze genoemd had in zijn referaat. Een term die Van Severen nooit in de mond genomen had om zijn beweging te karakteriseren, stelde Luc Pauwels. Van Severen had overigens een klare lijn getrokken toen hij de grens aldus verwoorde: “Fascisme: primauteit van de Staat; Nationaalsocialisme: primauteit van het ras; Nationaalsolidarisme: primauteit van de persoon.” Een wereld van verschil!

Laten we overigens niet vergeten dat het fascisme in de jaren van het interbellum weinig te maken had met het hedendaagse container-begrip met die naam. Toen was het – met zijn corporatistische alternatieven - veeleer een algemeen aanvaarde politieke optie naast andere, bij het zoeken naar een “derde weg” tegen de uitwassen van een ongebreideld liberalisme en de ontsporingen van het marxisme.

In dit 19e jaarboek komen we uitgebreid terug op het colloquium: naast de inleiding van Vik Eggermont brengen we de integrale referaatteksten van Luc Pauwels over Joris van Severen in het brede Europees perspectief, en van Tom Cobbaert over Diets en Europees? Een onderzoek naar de Europese gedachte bij het Verdinaso.

Het laatste kwartaal van 1920 van het Dagboek Joris van Severen bleef nog ongepubliceerd. We brengen het in dit jaarboek en leren daaruit hoe sensibel de auteur voelde en handelde en met welke problemen en struikelstenen hij, zowel als gevoelsmens als in zijn rol als medespeler in de Vlaamse Beweging, te maken kreeg. 1920 is trouwens het jaar waarin hij eindelijk een lang gekoesterde droom kon verwezenlijken: de uitgave van zijn tijdschrift Ter Waarheid.

In zijn bijdrage Een lastig verkiezingsjaar. Joris van Severen 1925, brengt Romain Vanlandschoot een volgend luik van zijn verfijnde biografie. Daarbij heeft hij, naast de electorale bekommernissen van die dagen, ook volop aandacht voor de geestelijke evolutie die Joris van Severen doormaakte. Volgens de auteur – en wie zal hem tegenspreken? – is dat jaar beslissend geweest in Van Severens omslag, waarbij hij zijn geloof in de parlementaire democratie verloor en definitief koos voor een autoritair maatschappelijk concept.

Luc Delafortrie, stammend uit een Daensistisch geslacht, heeft in het Verdinaso een belangrijke rol gespeeld. In Verdinaso en Collaboratie – mijn aandeel schetst hij de gebeurtenissen van die ‘wondere zomer van ’40’, toen zijn beweging, onthoofd door de moord op haar leider, ontredderd achterbleef en door de Duitse bezetter in een hoek gedreven werd die niet de hare was. Heel even heeft hij dan – tegen de SS in – de kant van de VNV-Eenheidsbeweging gekozen. Maar al vlug bleek die keuze hem al even nefast. Zijn ontslagbrief aldaar – Luc Delafortrie versus het VNV - vormt een tijdsdocument op zich.

Van Antoon van Severen, de auteur van de tweeledige studie Joris van Severen. Het verhaal van een leven, brengen we het merkwaardige essay Joris van Severen en de Vlaamse Beweging. Dat Van Severen een onmiskenbare rol gespeeld heeft in die beweging staat buiten kijf. Evenzeer ook dat hij haar definitief achter zich liet en haar op tal van vlakken oversteeg.

Deze jaarboekaflevering sluit traditiegetrouw af met een gedicht, dit keer van de hand van de dichteres Annie Tanghe.

________________

N.a.v. Jaarboek Joris van Severen, deel 19 (2015), 208 pp, ill., ISBN 9789076057170. Ledenprijs 29 €; na verschijnen 35 € verzending inbegrepen.